Les 3: Het verdrag van Versailles en de gevolgen van de Beurskrach

Op weg naar langdurige vrede?

Les 3: Duitsland van democratie naar dictatuur
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 13 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Op weg naar langdurige vrede?

Les 3: Duitsland van democratie naar dictatuur

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen
1. Je kunt vier belangrijke afspraken uit het verdrag van Versailles noemen.
2.  Je kunt verklaringen geven voor het wantrouwen in de Republiek van Weimar.
3.  Je kunt gevolgen van de economische wereldcrisis voor Duitsland benoemen.

Slide 2 - Tekstslide



We gaan terug naar de tijd vlak na WOI....

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al van het
Verdrag van Versailles?

Slide 4 - Woordweb

De Vrede van Versailles
Op 11 november was WOI voorbij. De vredesonderhandelingen waren in het Paleis van Versailles. Alle geallieerde landen waren aanwezig, behalve Rusland. Ook Duitsland was niet welkom!

Slide 5 - Tekstslide

Het Verdrag van Versailles
Op 28 juni 1919 werd het verdrag ondertekend. Duitsland kreeg de schuld van WOI en moest akkoord gaan met demilitarisatie, herstelbetalingen en  gebiedsafstand (ook kolonies).

Slide 6 - Tekstslide

De Volkenbond
Ook werd afgesproken dat er een Volkenbond moest komen om oorlogen te voorkomen. Duitsland en Rusland mochten geen lid worden, maar de Verenigde Staten werden zelf ook geen lid...

                      --->
                         De Amerikaanse 
                       president Woodrow Wilson

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Van keizerrijk naar republiek
De Duitse keizer Wilhelm II was aan het einde van de Eerste wereldoorlog naar Nederland gevlucht. Duitsland werd een parlementaire democratie
 (Republiek van Weimar).

Slide 9 - Tekstslide

De Dolkstootlegende
Er was weinig vertrouwen bij het 
Duitse volk. Veel mensen gaven 
de regering de schuld van het 
verlies van WOI en de slechte 
vredesvoorwaarden. De legerleiding 
verzon dat de sociaal-democraten 
hierachter zaten...

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bezetting van het Ruhrgebied
Het vertrouwen nam nog verder af. Het ging slecht met de economie. Duitsland kon de herstelbetalingen niet meer aflossen. Vervolgens bezette Frankrijk  in 1922 het Ruhrgebied.

Slide 12 - Tekstslide

(Hyper)inflatie
De Duitse regering riep de arbeiders in het Ruhrgebied op om te gaan staken en drukte heel veel geld bij om de lonen te betalen. Het geld waardoor daardoor waardeloos: enorme inflatie!

Slide 13 - Tekstslide

Het Dawesplan
Er moest iets gebeuren. De V.S. kwamen met het Dawesplan (o.a. leningen). De economie kwam weer op gang, de welvaart nam toe en Duitsland mocht lid worden van de Volkenbond.

                            ---->
                            Charles Dawes

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De Beurskrach (Wallstreet)
Alles leek de goede kant op te gaan, totdat op 24 oktober 1929 de Amerikaanse aandelenbeurs instortte. Er ontstond een wereldwijde crisis en Duitsland werd opnieuw zwaar getroffen...

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wanhopige Duitsers
De Duitse bevolking was het vertrouwen in de politiek, de regering, democratie en economie volledig kwijt. Veel mensen hoopten dat een sterke leider het land kon redden...

Slide 18 - Tekstslide

Mislukte staatsgreep
Adolf Hitler had in 1923 (tijd van de hyperinflatie) al een mislukte staatsgreep gepleegd om aan de macht te komen. Hij kwam in de gevangenis en schreef daar zijn boek Mein Kampf

Slide 19 - Tekstslide

De NSDAP
Hitler was de leider van de NSDAP (nazi's). Zij wilden dat Hitler als sterke leider (Führer) de macht overnam. Het partijleger (de SA: Sturmabteilung) gebruikte geweld tegen mensen op straat.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Hitler wint!
Steeds meer Duitsers steunden Hitler. Door de economische crisis werd bij verschillende verkiezingen de NSDAP telkens groter. In januari 1933 kwam Hitler democratisch aan de macht!

Slide 22 - Tekstslide

Einde democratie
Na de Rijksdagbrand in 1933 wist Hitler alle macht snel naar zich toe te trekken en schafte hij de democratie af. Iedereen moest luisteren naar de Führer (Führerprincipe)...

                    --->
                         De Nederlandse communist
                        Marinus van der Lubbe

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Gelijkschakeling
Iedereen moest zich aanpassen aan de ideeën van Hitler. Alle organisaties kwamen o.l.v. de nazi's. Met censuur en propaganda werden de mensen geïndoctrineerd.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

De HJ en de BDM
Op school moest les gegeven worden in de nazileer. Maar daarnaast moesten alle jongens lid worden van de Hitlerjugend (HJ) en alle meisjes van de Bund Deutscher Madel (BDM).

Slide 27 - Tekstslide

Tegenstanders uitgeschakeld
Iedereen die zich verzette, werd uitgeschakeld en kwam bv. in een concentratiekamp terecht. De Gestapo (Geheime Staatspolitie) werd ingezet (onderdeel SS: Schutzstaffel). 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

De rassenleer
De nazi's geloofden in superieure (meerderwaardige, Übermensch) en inferieure (minderwaardige, Untermensch) rassen. Het Arische ras zou over de anderen moeten heersen.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Toenemend antisemitisme
Joden, Sinti en Roma zouden bijvoorbeeld behoren tot de Untermenschen. Het antisemitisme (Jodenhaat) nam toe. In 1935 werden de Neurenberger rassenwetten ingevoerd.

Slide 32 - Tekstslide

(Reichs)Kristallnacht
Het geweld tegen Joden nam steeds verder toe. In de avond van 9 op 10 november 1938 kwam het tot een geweldsexplosie in heel Duitsland: de (Reichs)Kristallnacht of Novemberpogrom.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Duitsland weer sterker
Duitsland moest weer een sterk land worden. Het Verdrag van Versailles werd overtreden. Hitler begon met herbewapening, voerde de dienstplicht in en liet snelwegen aanleggen.

Slide 36 - Tekstslide

Meer Lebensraum
Het Arische ras had meer Lebensraum (leefruimte) nodig. Ook moesten alle Duitstaligen in Duitsland kunnen  wonen (Heim ins Reich). Duitsland bezet het Saarland en het Rijnland.

Slide 37 - Tekstslide

De Anschluss
In maart 1938 ging Hitler nog een stap verder. Oostenrijk werd zonder enig probleem als provincie aan Duitsland toegevoegd (de aansluiting). Maar ook dit was niet genoeg...

Slide 38 - Tekstslide

Sudetenland
In de zomer van 1938 wilde Hitler Sudetenland van Tsjecho-Slowakije. Dit keer probeerden Groot-Brittannië en Frankrijk dit tegen te houden op de Conferentie van München.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Appeasementpolitiek...
Het bleef nog even vrede, maar Hitler bezette snel heel Tsjecho-Slowakije. Daarna sloten de Sovjet-Unie en Duitsland een niet-aanvalsverdrag. En op 1 september viel Duitsland Polen binnen.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video