Vissen 1.0

Vissen.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
plant en dierVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vissen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kunnen jullie vertellen:
- Waar vissen leven
- Meer over een zeepaardje
- Vinnen en functies
- Verschillende staarten en bekken
- Hoe kieuwen werken



 (Ja, in het water....maar waar)

Slide 3 - Tekstslide

 




Vissen (Pisces) zijn in het water levende gewervelde dieren die in de regel ademhalen met kieuwen. 

De meeste vissen zijn koudbloedig, maar sommige grotere soorten vertonen warmbloedige trekjes. 
Vissen komen over de hele wereld voor. 
Er zijn ruim 32.000 bekende soorten.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten vissen



Zoetwatervissen
Zoutwatervissen 
Brakwatervissen

Slide 5 - Tekstslide

Zoetwatervissen.
Komen voor in plassen, beken, rivieren en andere stromen


Forel
Baars
Steur
Karper
Bittervoorn
Goudvis 

Slide 6 - Tekstslide

Zoutwatervissen.
Komen voor in zeeën 


Haring
Markreel
Anemoonvis
Haai
Zeepaardje 
Zeilvis 109 km/u

Slide 7 - Tekstslide

Brakwatervissen.
Komen voor in mangroves en overgangsgebieden tussen zee en rivieren (lichtzout)
Schuttersvis
Zilverbladvis
Kogelvissoorten



Slide 8 - Tekstslide

Zeepaardje 
                                                                                   - Sociaal

                                                                                             - Monogaam

                                                                                                       - Man zwanger!

                                                                                                                    
- Dwergzeepaard is de langzaamste vis van de wereld. Deze zwemt 1,52 meter per uur. 
Zoutwatervis

Slide 9 - Tekstslide

Vinnen en functies
Kieuwdeksels: bedekt de kieuwen

Borstvin: om te sturen

3 Buikvin: sturen en evenwicht

Rugvin: horizontaal houden

5 Aarsvin: horizontaal houden

6 Staartvin: krachtbron, voortstuwen


Slide 10 - Tekstslide

Staartvin
1  Gevorkt: Meestal bij onafgebroken snel zwemmende soorten 
2 Halvemaanvorm: Ook bij onafgebroken  snel zwemmende soorten 
3 Gekarteld: Bij traag zwemmende soorten, die plotseling snel kunnen wegschieten
4  Afgeknot: meestal traag zwemmende soorten, die enkele snelle bewegingen kunnen maken 
5 Gerond: Het meest voorkomend bij heel traag zwemmende soorten 
6  Puntig: Bij sommige traag zwemmende soorten en gekweekte soorten. 


Slide 11 - Tekstslide

Bekvorm

1  Bovenstandige bek: Hiermee kunnen ze hun voedsel van de oppervlakte pakken

2 Eindstandige bek: Deze vissen vinden het voedsel recht voor zich

3 Onderstandige bek: Deze vissen zoeken hun voedsel op/in de bodem. In deze groep vinden we ook veel algeneters


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Maak de woordzoeker

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het water stroomt bij de vis in de bek naar binnen. Daar gaat het langs de kieuwen. Hier wordt de zuurstof uit het water gefilterd en komt het in het bloed van de vis terecht. Het zuurstofarme water stroomt darna door de kieuwopeningen weer uit de vis.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video