[4H] WOI

De Eerste 
Wereldoorlog

H9.2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De Eerste 
Wereldoorlog

H9.2

Slide 1 - Tekstslide

Nationalisme is:
A
Een voorliefde voor het eigen land en het eigen volk.
B
Een voorliefde voor de nazi's.
C
Een voorliefde voor Nederland.
D
Een voorliefde voor het de eigen familie.

Slide 2 - Quizvraag

Leg uit wat het verband tussen de Industriële Revolutie (IR) en het Modern Imperialisme (MI) is.

Slide 3 - Open vraag

Wat is géén massacommunicatiemiddel?
A
Bioscoop
B
Radio
C
Telefoon

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • oorzaken noemen voor het ontstaan van WOI;

  • Kenmerken noemen die passen bij WOI;

  • Beschrijven hoe in grote lijnen WOI is verlopen.

Slide 5 - Tekstslide

De Eerste
Wereldoorlog

Slide 6 - Woordweb

Oorzaken:
Imperialisme

Door de Industriële Revolutie werd het noodzakelijk om koloniën overzee te hebben 
(onderdeel van het Modern Imperialisme)

Engeland voelt dat zijn grote Rijk bedreigd wordt door Duitsland.

Daarnaast ook: Wapenwedloop

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken:
Nationalisme

Frans-Duitse Oorlog was een vernedering voor Frankrijk.

Het hebben van een sterk en 
goed uitgerust leger was belangrijk.


Daarnaast ook nationalistische conflicten in de veelvolkerenstaten (met name op de Balkan!)

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken:
Bondgenootschappen

Europese landen spraken af om elkaar te hulp te schieten als er een conflict zou ontstaan.

Centralen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije & Turkije.

Geallieerden: Frankrijk, Engeland & Rusland.

Slide 9 - Tekstslide

De directe oorzaak (aanleiding)
De moord op Franz Ferdinand, 
kroonprins van Oostenrijk-Hongarije

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leg uit waarom Gravilo Princip Franz Ferdinand wilde vermoorden.
Gebruik in je antwoord het begrip nationalisme.

Slide 12 - Open vraag

Kenmerken van WOI (1)
  • Loopgraven:
Soldaten vochten in loopgraven, met een strook 'niemandsland' er tussenin.
De verdediger had het voordeel, waardoor de frontlinie nauwelijks opschoof in 4 jaar tijd.

  • Totale oorlog:
Een oorlog waarin ook de burgerbevolking meedoet en geraakt wordt.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit op welke manier de burgerbevolking bij
de Eerste Wereldoorlog betrokken werd.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken van WOI (2)
  • Moderne wapens:
Gifgas, tanks, mitrailleurs, machine geweren, artillerie.

  • Traditionele oorlogsvoering:
Felle kleding (in het begin), constant proberen een doorbraak te forceren.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link