Les 1: Oplossen en indampen van zouten

H9 Zouten
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H9 Zouten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt de belangrijkste eigenschappen van zouten noemen
2. Je kunt een oplosbaarheidstabel begrijpen en aflezen
3. Je kunt benoemen bij welke ionen een zout altijd goed oplosbaar is
4. Je kunt een oplosvergelijking en een indampvergelijking opstellen. 

Slide 2 - Tekstslide

Metalen
Niet-metalen
Pak je binas er ook bij!

Slide 3 - Tekstslide

TIP: Maak aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

H9 Zouten
He woord zout betekent in de scheikunde niet 1 stof, maar een hele groep van stoffen.

Slide 5 - Tekstslide

9.1 Oplossen en indampen van zouten
Zout
Zouten zijn een aparte groep in de scheikunde.
  • Bekendste zout: keuken zout, dit noemen we een triviale naam (triviaal betekent allerdaags)
  • keukenzout is natriumchloride, dit noemen we de systematische of rationele naam.
zie ook tabel 42

Slide 6 - Tekstslide

Weet je nog?

Slide 7 - Tekstslide

9.1 Oplossen en indampen van zouten
of systematische naam
volksmond

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw van zouten
Vaste zouten hebben een kristalrooster.

Naam zout:
eerst metaal, dan niet-metaal
Natrium-Chloride (rationeel)
keukenzout (triviaal)

Slide 9 - Tekstslide

- Het zout zelf is neutraal, er zijn net zoveel + als - ionen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
Zouten
Bestaat uit metaalion en niet-metaalion
Bestaat uit 
niet-metaalatomen.
CaBr2
CBr4
calciumbromide
  • eerst metaal ion
  • tweede niet-metaalion
(mono)koolstoftetrabromide
Zouten zijn altijd vast bij kamertemperatuur.
Moleculairestoffen kunnen bij kamertemperatuur in alle fases voorkomen.
Ca2+
2Br

Slide 12 - Tekstslide

Zoutoplossingen
zouten bestaan uit positieve en negatieve Ionen (geladen deeltjes)
Vaste zouten geleiden geen stroom. Vloeibaar of gesmolten wel.
zouten (ionaire stoffen)

metaal  met  niet-metaal
(blauw)            (geel)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 16 - Tekstslide

Oplossen van een zout
Indampen van een zout
9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 17 - Tekstslide

Oplossen van zouten.
Geef de oplosvergelijking van de volgende zouten:

natriumbromide

zinkfluoride
9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 18 - Tekstslide

Oplossen van zouten.
Geef de oplosvergelijking van de volgende zouten:

natriumbromide

zinkfluoride
9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 19 - Tekstslide

Indampen van zout oplossingen.
Geef de indampvergelijking van de volgende zout oplossingen:

koperchloride-oplossing


aluminiumbromide-oplossing
9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 20 - Tekstslide

Indampen van zout oplossingen.
Geef de indampvergelijking van de volgende zout oplossingen:

koperchloride-oplossing


aluminiumbromide-oplossing
9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 21 - Tekstslide

Begrippen 9.1
  • helder kalkwater
  • ionaire stoffen
  • oplosbaarheidstabel
  • rationele naam
  • systematische naam
  • triviale naam 

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen begrepen?
1. Je kunt de belangrijkste eigenschappen van zouten noemen
2. Je kunt een oplosbaarheidstabel begrijpen en aflezen
3. Je kunt benoemen bij welke ionen een zout altijd goed oplosbaar is
4. Je kunt een oplosvergelijking en een indampvergelijking opstellen. 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
regulier: 9.1 opdracht 1 t/m 18
compact: 9.1 opdracht:1, 3,4, 6, 9, 10ace, 11 ac, 12, 15, 16, 18
Stampen: begrippen 9.1
Lezen: 9.2 zoutoplossingen bij elkaar brengen

Slide 24 - Tekstslide

9.1 Oplossen en indampen van zouten
Proef 1: Oplossen van zouten.

Slide 25 - Tekstslide