3.2 De vorm van een onderneming

Welkom bij economie vwo 3
  1. Eten en drinken alléén in de pauze
  2. Telefoon in de (telefoon-) tas
  3. Al je werkspullen op tafel
  4. Laptop aan LessonUp opgestart
  5. We starten als de timer klaar is
timer
3:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij economie vwo 3
  1. Eten en drinken alléén in de pauze
  2. Telefoon in de (telefoon-) tas
  3. Al je werkspullen op tafel
  4. Laptop aan LessonUp opgestart
  5. We starten als de timer klaar is
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw van de les
  • leerdoelen van vorige les
  • instructie leerdoelen
  • zelfstandig werken
  • vóór de volgende keer

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les
Je weet :
  • wat de Kamer van Koophandel is
  • wat er in een ondernemingsplan staat
  • wat het verschil is tussen een ondernemer en zzp-er

Slide 3 - Tekstslide

KvK staat voor
A
Kamer voor Koopwaar
B
Kasteel van Koophandel
C
Kamer voor Koophandel
D
Kasteel voor Koopwaar

Slide 4 - Quizvraag

Is het wettelijk verplicht je in te schrijven bij de kvk?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Als je geld wilt lenen voor je bedrijf op te starten dan is een ondernemingsplan ...
A
niet verplicht
B
verplicht

Slide 6 - Quizvraag

Wat staat er in een ondernemingsplan
staat erin
staat er niet in
Je motivatie om een bedrijf te hebben
Hoeveel geld je op je spaarrekening hebt
Welke vergunningen je nodig hebt
Waar je op vakantie gaat
sterke en zwakke punten
Hoeveel geld je nodig hebt
Hoe de kat van de buren heet

Slide 7 - Sleepvraag

Leg uit waarom een ZZP-er wel een ondernemer is, maar een ondernemer niet perse een ZZP-er is

Slide 8 - Open vraag

Leerdoelen van de les
Je weet aan het eind van de les:
  • wat een eenmanszaak is 
  • wat een vennootschap onder firma (vof) is
  • wat een naamloze vennootschap (nv) is
  • wat een besloten vennootschap (bv) is

Slide 9 - Tekstslide

welke ondernemingsvormen
ken je al?

Slide 10 - Woordweb

Eenmanszaak
  • Een eenmanszaak is een onderneming waarin één persoon de leiding heeft.

  • Voor de wet is er géén verschil tussen de onderneming én de eigenaar van het bedrijf. Een eenmanszaak is daarom géén rechtspersoon. 

  • Gaat het bedrijf failliet, dan is de persoon ook aansprakelijk met zijn privé vermogen.

Slide 11 - Tekstslide

Een eenmanszaak is een rechtspersoon
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Vennootschap onder Firma (vof)
  • Een vennootschap onder firma is een onderneming waarin twee of meer personen de leiding hebben.

  • Voor de wet is er géén verschil tussen de onderneming én de eigenaren van het bedrijf. Een vof is daarom géén rechtspersoon. 

  • In een vof kan het werk verdeeld worden, kunnen eigenaren overleggen en is er meer geld beschikbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Beschrijf waarom een bank eerder een lening wil uitgeven aan een vof dan aan een eenmanszaak?

Slide 14 - Open vraag

naamloze vennootschap (nv)
  • Een naamloze vennootschap  is een onderneming waarbij de waarde van het bedrijf in stukjes wordt gehakt. Deze stukjes worden aandelen genoemd.
  • Op de aandelenbeurs worden aandelen gekocht en verkocht. wie een aandeel koopt wordt een stukje eigenaar van het bedrijf.
  • Er is verschil tussen de onderneming én de eigenaren van het bedrijf. Een nv is daarom een rechtspersoon. 
  • De aandeelhouders zijn niet bekend bij het bedrijf. Daarom heet het naamloze vennootschap

Slide 15 - Tekstslide

Een nv is een rechtspersoon
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

besloten vennootschap (bv)
  • Een besloten vennootschap  is een onderneming waarbij de waarde van het bedrijf in stukjes wordt gehakt. Deze stukjes worden aandelen genoemd.
  • Er is verschil tussen de onderneming én de eigenaren van het bedrijf. Een bv is daarom een rechtspersoon. 
  • De aandeelhouders zijn bekend bij het bedrijf en de aandelen zijn niet vrij overdraagbaar. Daarom heet het besloten vennootschap

Slide 17 - Tekstslide

Bij een NV en BV zijn de directieleden gewoon in loondienst
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat maak ik in de les?
Opdracht 5, 6, 7 & 8  (lees ook de theorie door!)

Hoe maak ik het?
Zelfstandig en je schrijft je antwoorden op in je schrift

Welke hulp kan ik verwachten?
Eerste 5 minuten géén hulp. Je werkt voor jezelf in stilte
Daarna is fluisterend overleg met buur toegestaan
Kom je er samen niet uit? Hand omhoog > docent komt langs

Wat als je klaar bent?
Werk verder aan de eindopdracht 9

We sluiten straks af met opdracht 6 en 8
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Rechtspersoon of geen rechtspersoon?
rechtspersoon
geen rechtspersoon
eenmanszaak
vof
nv
bv

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is de overeenkomst tussen een eenmanszaak en een vof
A
beide zijn rechtspersonen
B
eigenaren zijn hoofdelijk aansprakelijk

Slide 21 - Quizvraag

Hoort het bij een nv of bv?
nv
bv
Aandeelhouders zijn bekend
Aandeelhouders zijn niet bekend
Aandelen zijn vrij overdraagbaar
Aandelen zijn niet vrij overdraagbaar

Slide 22 - Sleepvraag

Check op de leerdoelen
Je weet:
  • wat een eenmanszaak is 
  • wat een vennootschap onder firma (vof) is
  • wat een naamloze vennootschap (nv) is
  • wat een besloten vennootschap (bv) is

Slide 23 - Tekstslide

WEEKTAAK
Hoofdstuk 3 par. 2
Lees de theorie
Leer de begrippen
Maak 5, 6, 7, 8 & 9 af

Slide 24 - Tekstslide