Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
kgt 1 - chapitre 5 - terugblik bron D passé composé
PROGRAMME
Absence
Phrases-clés
Interro: avoir
terugblik passé composé
Au travail
Let op: we werken in
boek B!
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
PROGRAMME
Absence
Phrases-clés
Interro: avoir
terugblik passé composé
Au travail
Let op: we werken in
boek B!
Slide 1 - Tekstslide
Tu as passé un bon week-end?
- Oui, ...
Slide 2 - Open vraag
C'est qui, Simon?
(Dat is mijn vriend.)
Slide 3 - Open vraag
Ton frère est comment?
Slide 4 - Open vraag
Le passé composé
Terugblik - wat weet je nog?
Slide 5 - Tekstslide
Le passé composé
Wat is dat ook alweer?
Slide 6 - Woordweb
HET BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD
LE PASSÉ COMPOSÉ
J'
ai
mangé
une pizza.
Ik
heb
een pizza
gegeten
.
Tu
as regardé
du foot hier?
Heb
jij gisteren voetbal
gekeken
?
Nous
avons été
au Maroc.
Wij
zijn
in Marokko
geweest
.
Le passé composé is een werkwoordstijd wat aangeeft dat iets
in het verleden is gebeurd.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe maak je de 'passé composé'?
Onderwerp
+
hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord
Tu
as
mangé
des crêpes?
Nous
avons
loué
un appartement.
Elle
a
parlé
au prof.
voltooid deelwoord: hele werkwoord - r + é
parler - parlé
regarder - regardé
Slide 8 - Tekstslide
Hoe maak je een voltooid deelwoord?
Werkwoorden op -er
parler --> parlé
regarder --> regardé
Werkwoorden op -ir
partir --> parti
finir --> fini
Slide 9 - Tekstslide
OVERHORING: AVOIR
Slide 10 - Tekstslide
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
tu ..
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 11 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
j'..
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 12 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
nous ..
A
avez
B
ont
C
a
D
avons
Slide 13 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
elles ..
A
avez
B
ont
C
a
D
avons
Slide 14 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
elle ..
A
avez
B
ont
C
a
D
avons
Slide 15 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
vous ..
A
avez
B
ont
C
a
D
avons
Slide 16 - Quizvraag
Kies de juiste vorm van het werkwoord avoir.
on ..
A
avez
B
ont
C
a
D
avons
Slide 17 - Quizvraag
Een hulpwerkwoord
avoir = hebben
j'
ai
tu
as
il/elle/on
a
nous
avons
vous
avez
ils/elles
ont
Een voltooid deelwoord
parlé
mangé
etc.
Passé composé bestaat uit...
Slide 18 - Tekstslide
Le présent (nu)
Le passé composé
Je parle avec mon prof.
Nous avons regardé un film.
Tu as marché à l'école.
Ma mère aime le chocolat!
Je suis allé à l'école.
Tu as donné un cadeau à ta copine?
Slide 19 - Sleepvraag
Zet in de passé composé:
tu parles
Slide 20 - Open vraag
Zet in de passé composé:
je donne
Slide 21 - Open vraag
Zet in de passé composé:
Nous (nager)
Slide 22 - Open vraag
AU TRAVAIL
Maken:
opdracht 17, 18 op blz. 24-26 van je boek
Leren
: werkwoord avoir op quizlet!
Slide 23 - Tekstslide
Les nombres jusq'à 100
Slide 24 - Tekstslide
trente-cinq
quarante-quatre
vingt-neuf
trente-neuf
vingt-deux
quarante et un
Slide 25 - Sleepvraag
Zet de getallen in de juiste volgorde van klein naar groot :
sept
dix-sept
seize
trente-quatre
quarante-trois
soixante-deux
soixante-six
soixante-dix
cinquante-six
Slide 26 - Sleepvraag
1. Comment s’appelle la mère de Marge ?
2. Comment s’appellent les grand-pères de Bart ?
3. Comment s’appellent les filles de Homer ?
4. Comment s’appellent les sœurs de Marge ?
5. Ling a combien de cousins ?
6. Homer et Marge ont combien d’enfants ?
*enfants = kinderen
Hij heet: il s'appelle
Zij heten: ils s'appellent
Zij heet: elle s'appelle
Zij heten: elles s'appellent
Exercice - ''Simpsons
Slide 27 - Tekstslide
1. Comment s’appelle la mère de Marge ?
Elle s'appelle Jackie.
2. Comment s’appellent les grand-pères de Bart ?
Ils s'appellent Abraham et Clancy.
3. Comment s’appellent les filles de Homer ?
Elles s'appellent Lisa et Maggie.
4. Comment s’appellent les sœurs de Marge ?
Elles s'appellent Patty et Selma.
5. Ling a combien de cousins ?
Elle a trois cousins.
6. Homer et Marge ont combien d’enfants ?
Ils ont trois enfants.
Exercice 1 - les réponses
Slide 28 - Tekstslide
https:
Slide 29 - Link
Meer lessen zoals deze
kgt 1 - chapitre 5 - bron D passé composé
Mei 2021
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 5 - au travail bron D
Juni 2024
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 5 - au travail bron D
Juni 2021
- Les met
12 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
kgt 1 - hw nakijken
April 2023
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 5 - écouter bron A
Juni 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 5 - lire bron B
Mei 2021
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 5 - vocabulaire famille + nakijken bron A
Juni 2024
- Les met
30 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
kgt 1 - chapitre 5 - uitleg getallen
Juni 2024
- Les met
45 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1