Toets Pre PDG

Toets Pre PDG
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
PersoneelsbeleidHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Toets Pre PDG

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van de ideale leraar volgens Van Gennip & Vrieze (2008)?
A
Authentiek persoon
B
Humor
C
Passie voor lesgeven
D
Veel aandacht geven

Slide 2 - Quizvraag

Het OUT-model staat voor?
A
Opstarten, uitdagen en terugkijken
B
Opstarten, uitvoeren en terughalen
C
Oriënteren, uitvoeren en terugkijken
D
Oriënteren, uitvoeren en terugkoppelen

Slide 3 - Quizvraag

Constructive alignment betekent?
(beste antwoord)
A
Lesdoelen, leeractiviteiten en evaluatie liggen in elkaars verlengde.
B
Lesdoelen, werkvormen en toetsen vallen samen.
C
Een door Mano bedacht begrip.
D
Lesdoelen, werkvormen en evaluatie liggen in elkaars verlengde.

Slide 4 - Quizvraag

Procedurele kennis gaat vooral over:
A
Feiten en kennis van begrippen.
B
Contextuele kennis.
C
Vaardigheden, methodiek en stappenplannen.
D
Feitenkennis over vaardigheden, methodiek en stappenplannen.

Slide 5 - Quizvraag

Effectieve feedback bestaat vooral uit:
A
Feed-up, Feedback en Feed-forward.
B
Taakniveau, procesniveau en zelfregulatieniveau.
C
Persoonsniveau gericht op zelfregulatie.
D
Zelfregulatie.

Slide 6 - Quizvraag

Op welk niveau is feedback het meest effectief?
A
Persoonsniveau
B
Zelfregulatieniveau
C
Taakniveau
D
Procesniveau

Slide 7 - Quizvraag

Wat levert het meest leerrendement op volgens Hattie (2012)?
A
Feedback
B
Helderheid leraar
C
Bijlessen voor specifieke AVO vakken
D
Verwachtingen van de student

Slide 8 - Quizvraag

Welke didactische strategie is het meest effectief volgens Marzano (2012)?
A
Coöperatief leren
B
Doelen stellen en feedback geven
C
Identificeren van overeenkomsten en verschillen
D
Samenvatten en notities maken

Slide 9 - Quizvraag

Intrinsieke motivatie is:
A
het toekennen van persoonlijke waarden aan de activiteit
B
dat de activiteit aansluit op de persoonlijke waarden
C
het de activiteit zelf die voldoening en plezier geeft
D
een voorbeeld van gecontroleerde motivatie

Slide 10 - Quizvraag

Het CAR model staat voor:
A
Creatie, adaptatie en reflectie
B
Competentie, autonomie en relatie
C
Competentie, adaptatie en relatie
D
Creatie, autonomie en reflectie

Slide 11 - Quizvraag

Wat vond je van deze toets?

Slide 12 - Open vraag