2e les rekenen 1.1 + 1.2

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1-3

Rekenen in het MBO

Programma

Terugkomen op vorige les

Motivatie en eigen rekenvaardigheid

Analyseren niveau toets

Rekenen op het MBO

 1.1 Grootheden en eenheden

1.2 Lengte

Leerdoel

Algemene doelen:

De student heeft zijn niveau toets geanalyseerd.

De student kan de planning in teams voor periode 1 vinden

De student kan vertellen hoe het vak rekenen op het MBO kan worden afgerond. 

Waar gebruik je rekenen voor?

Rekenen is belangrijk in het dagelijks leven,
bijvoorbeeld voor ... 

Vragenlijst invullen

Doel: Nadenken over je eigen motivatie en rekenvaardigheid

In teams laten zien Wie wel en Niet de opdracht heeft gemaakt.

Route rekenen op het MBO:

Reguliere planning of maatwerk

Studenten die al examen op MBO 2 hebben gemaakt: vrijstelling aanvragen oefenen op MBO 3 niveau

Studenten die zich rekenvaardig voelen moeten laten zien dat ze het niveau hebben. Doorwerken op eigen tempo

lessen rekenen

Licentie:                                                     boek:

Inloggen in de licentie

1) Ga na Connectme

2) leermiddelen

3) Activeer de licentie van rekenen

4) Sla de site op in je taakbalk

Licentie 

Doel: wegwijs worden in de licentie

begrippen uitleggen: Rekenkaart- kladblaadje- stappenplan

Rekenkaart

Analyse van niveau toets

Welke conclusie trek je als student? 

Reguliere route? Maatwerk?

Docent noteert bijzonderheden

Nask 2e klas

Werken met grootheden en eenheden

Wat is een grootheid?

Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.

Een voorbeeld is lengte. 

Wat is een eenheid?

De eenheid is de maat waarin je een grootheid meet.

De eenheid komt achter een getal te staan.

Een eenheid van lengte is bijvoorbeeld cm 

Noem een eenheid van tijd

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?

Grootheid

Eenheid

lengte

oppervlakte

seconde

kilogram

snelheid

centimeter

uur

tijd

kilometer

gewicht

hectare

Zet de eenheden van lengte van groot (links)  

naar klein (rechts)

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

90 minuten =

getal

eenheid

300 minuten =

4 weken + 4 dagen =

Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.

Let op: je gebruikt niet alles.

32

26

kwartier

uur

2,5

dagen

minuten

5

6

Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.

Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?

1. jaar - maand - dag - minuut
2. jaar - uur - kwartier - seconde
3. eeuw - jaar - kwartaal - minuut
4. maand - uur - kwartaal - minuut

3 ton is...

euro

kilogram

3 000

30 000

300 000

3 000 000

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)

kg

mg

ton

g

Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 10 appeltaarten?

1. 6 kg
2. 0,6 kg
3. 6000 mg
4. 6000 g

Verder naar Nu Rekenen

Je maakt paragraaf 1.1 en naar keuze de instaptoets

opwarmer: Dobbelen

Tweetallen: 

Iedereen tekent vier hokjes naast elkaar.     

Om de beurt met de dobbelsteen gooien. 

Het cijfer wat je gooit moet je in één van de hokjes schrijven.

Wie zit er na vier keer gooien het dichtst bij het getal 1000

§ 2.2 Lengte

• Je kent diverse referentiematen voor lengte en je kunt daarmee schattingen en berekeningen maken.
• Je kunt precies rekenen met km, hm, m, dm, cm, mm en minder gangbare eenheden. Je weet welke eenheid je moet gebruiken.
• Je kunt bronnen waarin een lengte voorkomt aflezen en interpreteren.

Lengte 

De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is. 

Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:

• De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  
• De afstand tussen Oosterhout is 5 km.
  

Voorbeelden: 

De lengte van het lokaal is 7 meter.

De afstand naar Rotterdam is 20 km.

De lengte geeft aan hoe lang

een figuur of voorwerp is.

Met lengte kan ook afstand worden bedoeld.

Rekenkaart

Krijg je bij toetsen en examens. Oefen met deze kaart!

Bij 1 decimeter denk ik aan de lengte van een ijsstokje. Dit is een?

1. standaardmaat
2. referentiemaat
3. natuurlijke maat
4. grootheid

Referentiematen

De hoogte   van een boom is   1.500   . . .

1. m
2. dm
3. cm
4. mm

Onze tuin is 15 meter diep.

Welke betekenis?

1. De inhoud van de tuin.
2. De lengte van de tuin.
3. De oppervlakte van de tuin.
4. De omtrek van de tuin.

Wat is de lengte?

Zeelandbrug

4 cm

5 m

5 km

14 mm

1 dm

1 hm

3 dam

1MM

2 M

180 CM

15 M

1M

Metriekstelsel lengte

Reken om naar METER
1,5 KM

Zelfstandig werken

Maken 1.1 grootheden en eenheden

1.2 lengte

of:

individuele afspraken met de docent

Evaluatie

Is het doel van deze les behaald?

Welk cijfer geef je de docent? Tips en tops

Welk cijfer geef je jezelf? Waaerom?

Voor de volgende keer......huiswerk?

Rekenen in het MBO

REKENEXAMEN 

- rekenmachine

- rekenkaart

- uitrekenpapier

- extra tijd + voorlezen
bij dyslexie