In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Good Morning everybody!
Slide 1 - Tekstslide
The plan
- Herhaling Present Perfect
- Homework
Bereid je vast voor op de toets. Kan na de vakantie eventueel af genomen worden.
Slide 2 - Tekstslide
Goal
I can use the present perfect in sentences
Slide 3 - Tekstslide
PRESENT PERFECT
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Wanneer Present Perfect?
De present perfect wordt gebruikt om aan te geven dat iets in het verleden gebeurd is en het nu nog belangrijk of aan de gang is. Er is dus een link tussen toen en nu.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maak je de Present Perfect?
Om de present perfect te maken gebruik je:
have / has + past participle (voltooid deelwoord).
De past participleheeft twee vormen.
1 Regelmatig: werkwoord + -ed.
2 Onregelmatig: 3e rijtje onregelmatige ww.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeelden
I havewashedthe car. It is clean now.
We feel sick because we have eaten too much.
He has lost his keys. He can’t get into the house.
Slide 8 - Tekstslide
We gebruiken de present perfect ook om aan te geven dat iets in het verleden is begonnen en het nu nog steeds zo is.
Slide 9 - Tekstslide
Belangrijke tip!
TIP! The signal words that go with the present perfect can be memorised by the words:
For Yet Never Ever Just Always Since (fyne jas)
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden
I have hada headache for two weeks now.
We have lived in this house sinceJanuary.
Slide 11 - Tekstslide
Present Perfect: Schrijf 2 signaalwoorden voor de present perfect
Slide 12 - Open vraag
I lived in California in 2015.
I have lived in California since 2015.
Present Perfect
Past Simple
Het is al afgelopen.
Vroeger begonnen, nu nog zo.
Slide 13 - Sleepvraag
I lived in Italy
I have lived in Italy
Present Perfect
Past Simple
Slide 14 - Sleepvraag
Present Perfect We____________ each other since primary school.
A
know
B
are knowing
C
have known
D
knew
Slide 15 - Quizvraag
Present Perfect We____________ at that restaurant many times.
A
ate
B
have eaten
C
has eaten
D
did eat
Slide 16 - Quizvraag
Present Perfect _________ you just _______ work? (finish)
Slide 17 - Open vraag
We __________ them 3 times. (visit)
Slide 18 - Open vraag
Mum, you can be proud of me. I …………………………………… (clean) my room.