Welke protocollen zijn er bij jou op je BPV? Denk aan bijvoorbeeld een pest of dyslecie protocol. Beschrijf van elk protocol de inhoud en de manier waarop het ingezet wordt. (minimaal 3 protocollen)
B1.01 deel 2c Protocollen
Slide 19 - Tekstslide
Vat van elk protocol de inhoud en de manier waarop het wordt ingezet samen.
Minimaal 3 protocollen op 1 A4tje
Uitwerking opdracht protocollen
Slide 20 - Tekstslide
In overleg met je bpv begeleider bedenk je een activiteit waarmee je waarden en normen met de kinderen bespreekt en de positieve sfeer in de groep /klas bevordert. Motiveer je keuze, waarom kies je voor deze activiteit.
B1.01deel 3f Activiteit voor een positieve sfeer
Slide 21 - Tekstslide
normen en waarden
Slide 22 - Tekstslide
Je werkt je activiteit uit in een activiteitenfomulier. Je bespreekt het door jouw ingevulde formulier met je bpv-begeleider. Als hij /zij heeft getekend voor akkoord kun je aan de slag. Houdt tijdens de uitvoering van je activiteit rekening met de volgende aspecten:
Tonen van een positieve en enthousiaste houding.
aandacht schenken aan elke individu en aan de groep
Zicht houden op de kinderen in de groep
Zorgen voor een aangename aankleding van de verblijfsruimte.
Je bpv-begeleider vult de gedragsobservatie in! (NIET DE PRODUCT BEOORDELING)
Op welke manier spreek jij kinderen aan op de afspraken en regels die bij jou in de bpv gelden. Beschrijf in je STARR een situatie waarin je een kind hebt aangesproken op het niet naleven van de regels en afspraken. Vraag je bpv-begeleider om feedback op jouw reflectie en noteer dit in je reflectie.