mavo 3 lezen H3 synesthesie

mavo 3 lezen H3 synesthesie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

mavo 3 lezen H3 synesthesie

Slide 1 - Tekstslide

vul in 
In een goed opgebouwde tekst hebben zinnen en alinea's  met elkaar te maken. Ze houden ........ met elkaar.

Een s............... geeft dit verband aan en helpt je de tekst beter te begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

vul in 
In een goed opgebouwde tekst hebben zinnen en alinea's  met elkaar te maken. Ze houden VERBAND met elkaar.

Een signaalwoord geeft dit verband aan en helpt je de tekst beter te begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

welke tekstverbanden zijn er ?

Slide 4 - Open vraag

tekstverbanden (aantekening)
1. opsommend tekstverband
2. tegenstellend tekstverband
3. voorbeeldgevend tekstverband
4. chrologisch (tijdsvolgorde) tekstverband
5. oorzakelijk tekstverband
6. voorwaardelijk tekstverband

Slide 5 - Tekstslide

zoek de betekenis van SYNESTHESIE op

Slide 6 - Open vraag

Lijkt het jou fijn om synesthesie te hebben ?
ja
nee
ik weet het niet

Slide 7 - Poll



synesthesie = je zintuigen werken (te) nauw samen; smaak en geur wordt bepaald door wat je hoort of ziet.

Slide 8 - Tekstslide

aan de slag: 
1. werk in tweetallen
2. lees vanuit je boek om de beurt tekst 4 en 5 op blz. 72-72
3. maak opdracht 4 op blz. 72 in NN online.
    Overleg, maar ieder vult individueel online de antwoorden in.

4. klaar ? maak opdracht 5* op blz. 74 online
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

lezen h4
lekker vakantie gevierd ?

even herhalen dan:

wat heeft het één met het ander te maken --> wat is het verband.

Alinea's of zinnen in een tekst hebben een verband met elkaar.

Nu jij weer......


Slide 10 - Tekstslide

welke tekstverbanden ken jij?

Slide 11 - Woordweb

lezen h4
tekstverbanden: (deze moet je leren voor de toets)
1. opsomming;
2.tegenstelling;
3. voorbeeld;
4. tijdsvolgorde (chronologie : eerst, later, daarna, vervolgens
5. oorzaak- gevolg (doordat, daardoor, zodat, de oorzaak hiervan)
6. voorwaarde ; als..dan, indien, tenzij, mits



Slide 12 - Tekstslide

startersopdracht toevoegen blz. 96

Slide 13 - Tekstslide

vind jij straattaal in een advertentie een goed idee ?
ja
nee

Slide 14 - Poll

straattaal in een advertentie; ja of nee
leg je antwoord uit

Slide 15 - Open vraag

H4 Lezen
1. lezen tekst 3, 4 en 5 blz. 97-98
2. maken opdracht 1 (na 5 min. bespreken) 

klaar?
3. bespreek max. 2 min. met je buur: 
  •  zou jij met je gezin een wereldreis willen maken?
  •  hoe lang zou jij maximaal onderweg willen zijn?
4 . lezen tekst 6 blz. 99-100

Slide 16 - Tekstslide

herhaling H3 en H4
zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken. Ze houden VERBAND met elkaar. Signaalwoorden geven dit tekstverband aan.

Slide 17 - Tekstslide

Noem de tekstverbanden die je hebt geleerd in hoofdstuk 3 en 4

Slide 18 - Open vraag

Doordat Anne haar oma was gestorven, kon zij zich niet concentreren tijdens de toetsweek.
A
chronologisch tekstverband
B
voorwaardelijk tekstverband
C
oorzaak-gevolg verband
D
tegenstellend tekstverband

Slide 19 - Quizvraag

Als Merijn zijn vader helpt de schutting te schilderen, trakteert zijn vader hem op een etentje in zijn lievelingsrestaurant.
A
chronologisch tekstverband
B
voorwaardelijk tekstverband
C
oorzaak-gevolg verband
D
tegenstellend tekstverband

Slide 20 - Quizvraag

Eerst fietste hij naar het station, daarna pakte hij de trein en vervolgens liep hij naar school.
A
chronologisch tekstverband
B
voorwaardelijk tekstverband
C
oorzaak-gevolg verband
D
tegenstellend tekstverband

Slide 21 - Quizvraag

Veel jongeren willen graag veel geld verdienen tijdens de zomervakantie, maar ze willen ook veel vrije tijd hebben.
A
chronologisch tekstverband
B
voorwaardelijk tekstverband
C
oorzaak-gevolg verband
D
tegenstellend tekstverband

Slide 22 - Quizvraag

Stel, je wint 2 kaartjes voor een concert naar keuze. Waar ga je heen?

Slide 23 - Open vraag

kun je van een popconcert genieten wanneer je doof bent ?
ja, dat denk ik wel
nee, dat lijkt me niet
Ik weet het niet

Slide 24 - Poll

1. lezen tekst 7  op blz. 100-101
Hoe doven van een popconcert genieten

2. maken opdracht 4 (blz. 100)

Slide 25 - Tekstslide