BG 1 Module 1 week 5 BBL C2023

Persoonlijke verzorging MZ
Periode 1, week 5
Ziekten en aandoeningen
Thema 1, Hfst 4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
persoonlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Persoonlijke verzorging MZ
Periode 1, week 5
Ziekten en aandoeningen
Thema 1, Hfst 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De student heeft globale kennis van oorzaken van ziekten en aandoeningen
  • Infectieleer
  • Veel voorkomende infectieziekten
  • Ziekten veroorzaakt door macro-organismen
  • Leeftijdgebonden ziekten
  • Welvaartsziekten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Theorie les infectieleer
  • Zelfstandig werken indien tijd over

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marieke is een vrouw van 25 jaar. Op haar 12e kreeg ze een ernstig autorongeluk en raakte daarbij volledig blind en spastisch.
Welke beperking(en) heeft Marieke opgelopen tijdens dit ongeluk?
Spraak- en taalstoornis
Zintuigelijke beperking
Orgaanbeperking
Motorische beperking
Waar
Waar
Niet waar
Niet waar

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is afasie?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een progressieve ziekte?
A
Een ziekte die meestal niet overgaat en die niet verslechtert of verbetert. Je moet ermee leren omgaan.
B
Een ziekte waarvan de symptomen steeds erger worden; je krijgt er steeds meer last van.
C
Een ziekte die ontstaat doordat het eigen afweersysteem de lichaamscellen kapotmaakt.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie les 
Pak je aantekeningen/notities erbij

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekten en aandoeningen kunnen veel verschillende oorzaken hebben, maar er zijn twee hoofdgroepen: inwendige en uitwendige oorzaken.

Ziekten en aandoeningen met inwendige oorzaken zijn bijvoorbeeld:
- ziekten en aandoeningen door een bepaalde erfelijke aanleg, bv CF (Cystic Fibrosis) (taaislijmziekte).
aangeboren ziekten; is een ziekte die voor, tijdens of vlak na geboorte is ontstaan, bv FAS (Foetaal alcohol syndroom).
- auto-immuunziekten: Er is sprake van een auto-immuunziekte als het lichaam eigen lichaamscellen gaat afbreken alsof ze lichaamsvreemd zijn, bv MZ (Multiple Sclerose).

Bij uitwendige oorzaken zijn invloeden van buitenaf de oorzaak van ziekten en aandoeningen. Er zijn veel verschillende oorzaken mogelijk:
- mechanisch: geweld op het lichaam, bijvoorbeeld door een verkeersongeval; 
- hoge of lage temperaturen (verbranding, bevriezing); 
- elektriciteit, straling, chemische stoffen;
- leefstijl, zoals roken, alcohol, drugs, te weinig bewegen, ongezond eten, onveilig vrijen; 
- psychosociaal;
micro-organismen, kunnen infectieziekten veroorzaken door bijvoorbeeld een virus of bacterie; 
- macro-organismen, zoals hoofdluis, aarsmade en spoelworm.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een infectieziekte is een ziekte veroorzaakt door schadelijke micro-organismen (ziekteverwekkers) die het lichaam zijn binnengedrongen

Micro-organismen zijn levende wezentjes (organismen), zoals bacteriën, virussen en schimmels, die je alleen met een microscoop of vergrootglas kunt zien.
Van de meeste micro-organismen word je niet ziek, zij zijn juist nuttig.
Macro-organismen zijn organismen die je met het blote oog kunt zien

Een bacterie is een zeer klein eencellig levend micro-organisme dat zich vermenigvuldigd door celdeling.         bacteriële infecties kun je met antibiotica bestrijden
Een virus is een zeer klein organisme (kleiner dan een bacterie) dat zich niet zelfstandig kan voortplanten.          Virus infecties kan je niet met antibiotica bestrijden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn vier manieren waarop micro-organisme ons lichaam binnen dringen:
- Via de luchtwegen. Als er in de lucht micro-organismen zweven, kun je die inademen. Het is bekend dat een verkouden persoon door niezen en hoesten virussen in de lucht brengt. Een ander ademt deze lucht met virussen in en kan zo ook een verkoudheid oplopen.  


- Via de huid en slijmvliezen. De huid en de slijmvliezen hebben als taak het lichaam te beschermen, bijvoorbeeld tegen het binnendringen van micro-organismen. Bij een beschadigde huid (een wond) kunnen ziekmakende micro-organismen het lichaam binnendringen.



- Via het maag-darmkanaal. Door het eten of drinken van besmette waren kun je ziek worden.



- Via het bloed. Als besmet bloed in contact komt met een gezond persoon, kan die persoon ook ziek worden. Er is dan sprake van bloed-bloedcontact. Voorbeelden daarvan zijn je prikken aan een gebruikte injectienaald en seksueel contact.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP:

Een besmetting is het overgaan van ziektekiemen, de overdracht van ziekte op iemand anders.
Hangt af van: virulentie, ziekmakend vermogen van het micro-organisme, reactie immuunsysteem, persoonlijke weerstand.

Een infectie is een reactie van het hele lichaam op binnengedrongen, schadelijke micro-organismen.
Verschijnselen algemeen: koorts, niet lekker voelen, stijging witte bloedlichaampjes.

Een ontsteking is een plaatselijke reactie van je lichaam op een schadelijke prikkel of een ziekmakende micro-organisme.
Verschijnselen: roodheid, warmte, zwelling, pijn, verstoorde functie (afhankelijk van de plaats)
Rode bloedcellen transporteren zuurstof naar organen en weefsels. Bloedplaatjes spelen een rol bij de stolling. Witte bloedcellen verdedigen ons lichaam tegen infecties. Bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infectie cyclus:
De incubatietijd van een ziekte is de tijd tussen de besmetting met ziekteverwekkers en het uitbreken van ziekte die daarvan het gevolg is.

Verschillend per ziekte.

Sommige micro-organismen blijven sluimerend aanwezig.

Slide 13 - Tekstslide

1. bacterien, virussen, parasieten
2. Plaats waar de micro-organisme zich bevind. Dit kan zijn in of op mensen en dieren maar ook in de omgeving, zoals besmet voedsel of in de lucht
3. via de huid, de longen, blaas, darmen
4. loopt via contact via de lucht, of via insecten of andere dieren
5. de plaats waar de micro-organisme het lichaam binnen treed. Dit kunnen de luchtwegen, het maag-darmkanaal en slijmvliezen zijn
6. De gevoeligheid is afhankelijk van iemands aanleg en afweer
Het lichaam verdedigt zich op verschillende manieren tegen ziekteverwekkers. Een belangrijke taak is weggelegd voor het immuunsysteem.

Het immuunsysteem (afweersysteem) is het verdedigingsmechanisme van het menselijk lichaam dat bestaat uit een algemene weerstand (weerstand tegen ‘alle’ ziekten) en een specifieke weerstand (weerstand tegen een bepaalde ziekte).

Een gezond lichaam beschikt over een slim afweersysteem dat voor een specifieke bescherming zorgt, de specifieke weerstand. Dit houdt in dat het lichaam gericht antistoffen (antilichamen) aanmaakt tegen een bepaalde ziekte na infectie met of vaccinatie tegen deze ziekte. Deze antistoffen worden ook wel immuunstoffen genoemd. 

Je lichaam kan zelf antistoffen maken maar kan ook hulp krijgen van een inenting.  (denk aan de griepprik, Covid)

Slide 14 - Tekstslide

Als je gezond leeft dan creëer je zelf een algemene weerstand. 


Weerstand

- Algemene weerstand door gezonde voeding, voldoende slaap, ontspanning en een goede conditie. Kortom, goed in je vel zitten.

- Specifieke weerstand: het vermogen van het lichaam om gericht antistoffen aan te maken door eerdere ziekte of vaccinatie.

- Immuniteit: het lichaam is niet meer vatbaar voor het micro-organisme.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke infectieziekten ken je?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Veel voorkomende infectieziekten
  1. Verkoudheid en griep
  2. Herpesvirus
  3. Hepatitis
  4. Soa's
  5. MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus)
  6. Voedselvergiftiging en voedselinfectie
  7. Schimmelinfectie

Ga hier eens mee aan de slag, zoek naar oorzaken, behandeling enz....

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ontsteking is:
A
is een reactie van je lichaam op een infectie
B
is een ziekte die je maar 1 x kunt krijgen
C
is een infectie
D
is een erfelijke ziekte

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een infectie?
A
reactie van het lichaam op binnengedrongen schadelijke micro-organismen
B
de afweer heeft het micro-organisme ontdekt
C
de afweer is druk bezig om het micro-organisme te bestrijden
D
er is een micro-organisme op je huid of in je lichaam terecht gekomen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is incubatietijd?
A
De tijd dat iemand ziek is
B
De tijd tussen besmetting en ziek worden.
C
De tijd dat iemand besmettelijk is
D
De tijd tussen besmetting en genezing

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ziekten door macro-organismen
Hoofdluis
Aarsmade
Lintworm

Macro-organismen met het blote oog>>>

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Geriatrische ziekten
:
  • Dementie
  • Ziekte van Parkinson
  • Osteoporose
  • Artrose
  • Incontinentieproblemen

Geriatrie is een specialisme dat zich richt op onderzoek, behandeling en preventie van ziekten en aandoeningen bij ouderen




Kinderziektes
:
  • Bof
  • Mazelen
  • Rode hond
  • Waterpokken
  • Roodvonk
  • Kinkhoest

Zitten in het rijksvaccinatieprogramma.
Leeftijdsgebonden ziekten

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaartsziekten 
Welvaartsziekten zijn aandoeningen waar je mee te maken kunt krijgen als gevolg van de hedendaagse levensstijl en voedingspatroon. 

Denk hierbij maar eens aan:
diabetes
obesitas
hypertensie
kanker
allergieën en eczeem
hart- en vaatziekten
astma en COPD

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

feedback op deze les
saai
leuk
wist ik al
veel te snel

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies