Past Simple part 2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2-6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What do you think a past simple is?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Link

Past Simple
Wanneer gebruik je de past simple?
Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd en ook is afgelopen, dan gebruik je de past simple. 
Vaak wordt daar dan bij vertelt wanneer het in het verleden was. Er wordt een tijdsaanduiding gebruikt. 
Signaalwoorden zijn: -Yesterday, - this morning, - ... ago, - last ..., in + jaartal

Slide 4 - Tekstslide

Past Simple
Wanneer gebruik je de past simple?
Als je over iets wilt praten dat in het verleden is gebeurd en ook is afgelopen, dan gebruik je de past simple. 
Vaak wordt daar dan bij vertelt wanneer het in het verleden was. Er wordt een tijdsaanduiding gebruikt. 
Signaalwoorden zijn: -Yesterday, - this morning, - ... ago, - last ..., in + jaartal

Slide 5 - Tekstslide

How to make a past simple.
Je maakt een past simple door -ed achter een werkwoord te zetten:
I walked to school yesterday.
She looked at a nice boy at the party.
We visited to the zoo last week. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Questions and....
Om een vraag in de verleden tijd te maken, moet je een vorm van 'to do' gebruiken, behalve bij het werkwoord 'to be'. In dit geval gebruik je bij ALLE persoonlijke voornaamwoorden 'did'.  Ook hier geldt dezelfde regels als in de present simple:
Na 'did' gebruik je een HEEL werkwoord!
Did you watch the new Gerard Butler movie?
Did they talk about me?

Slide 8 - Tekstslide

Negatives
Bij een ontkenning gebruik je 'not' na 'did', bij alle werkwoorden behalve een vorm van 'to be'.
Ook hier komt na 'did' een HEEL werkwoord
I didn't see the new movie yesterday.
They didn't talk about me.
She wasn't in the room when I came in.
 

Slide 9 - Tekstslide

....... (you / watch) the movie last night?
A
Did you watched
B
watched you
C
Did you watch
D
Watched you

Slide 10 - Quizvraag

Yes, I ........ (watch) it.
A
watch
B
watched
C
do watch
D
did watched

Slide 11 - Quizvraag

The accident ............ (happen) right in front of my house.
A
happens
B
happened
C
happend
D
happen

Slide 12 - Quizvraag

A car .......... (crash) into a tree.
A
crasht
B
did crashed
C
crashed
D
did crash

Slide 13 - Quizvraag

No, I ........... (not / do) that.
A
don't do
B
don't
C
didn't
D
didn't do

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

Make into a question:
Stephen was in the classroom.

Slide 16 - Open vraag

Make into a question:
You looked nice last night.

Slide 17 - Open vraag

Make into a negative:
I crafted a new bookshelf yesterday.

Slide 18 - Open vraag

Make into a negative:
We printed our story.

Slide 19 - Open vraag

Name 2 things you learned.

Slide 20 - Open vraag

Ask one question.

Slide 21 - Open vraag