Grammatica periode 2 les 1

Grammatica
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today
zelfstandig naamwoorden/ noun 
past simple 
onregelmatige werkwoorden 
opdrachten taalblokken 

Slide 2 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord/ noun
wat zijn zelfstandig naamwoorden? 


Slide 3 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord/ noun 
wat zijn zelfstandig naamwoorden? 

woorden die een zelfstandigheid aanduiden: huis, boom, vrouw, vakantie, etc. 

Slide 4 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord/ noun 
the book is on the table 

Slide 5 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord 
meervoud in het Engels maak je door er een -s aan te plakken zonder een apostrof 

one book - two books
one rule - two rules
one photo - two photos

Slide 6 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord 
Als een woord op een sisklank eindigt (s, z, sj of zj), zet je er in het meervoud –es achter:
one bus – two buses
one crash – two crashes
Let op: Je spreekt die -es op het eind van het woord dan uit als /iz/: /bahsiz/, /krasjiz/.

Slide 7 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord 
Als een woord in het enkelvoud op medeklinker + –y eindigt, dan wordt dat in het meervoud –ies:
one baby – two babies
one study – two studies
Let op: als de -y na een klinker komt, zet je er gewoon een -s achter:
one way – two ways

Slide 8 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord 
Als een woord in het enkelvoud op –f of –fe eindigt, dan wordt dat in het meervoud –ves:
one shelf – two shelves
one knife – two knives

Slide 9 - Tekstslide

lidwoord / znw  
wat zijn de lidwoorden in het Nederlands?

Slide 10 - Tekstslide

lidwoord / znw 
wat zij de lidwoorden in het Nederlands? 

DE, HET en EEN

Slide 11 - Tekstslide

lidwoord / znw
wat zijn dan de lidwoorden in het Engels? 

Slide 12 - Tekstslide

lidwoord / znw
Wat zijn dan de lidwoorden in het Engels? 

A, AN en THE

Slide 13 - Tekstslide

lidwoord / znw 
Alex is training to become an engineer

Slide 14 - Tekstslide

lidwoord /  znw 
The movie is perfect 

Slide 15 - Tekstslide

lidwoord / znw 
I saw an accident with a car

Slide 16 - Tekstslide

lidwoorden onbepaald 
A en AN -> een 
A: gebruik je als het woord met een medeklinker begint, klank 
I am sitting at a table 
this is going to be a great day
do you have a drivers licence 
this is a useful suggestions ('joesful' begint met een j-klank)


Slide 17 - Tekstslide

lidwoorden onbepaald 
An: gebruik je als het volgende woord met een klinkerklank  begint
He gave me an offer I can't refuse.
I just witnessed an accident at the crossing.
The detective started an investigation.
Would you like to have an apple?
She was an hour late at work. ('hour' spreek je uit als 'our')

Slide 18 - Tekstslide

lidwoorden bepaald
the: dat altijd naar iets speciefiek wijst 
Wij zijn naar de fabriek gegaan om alle veiligheidsvoorzieningen te controleren.
We went to the factory to check all safety devices.
Het gebouw aan de overkant van de straat staat al jaren leeg.
The building across the street has been empty for years

Slide 19 - Tekstslide

past simple 
wat is de past simple? 

Slide 20 - Tekstslide

past simple 
wat is de past simple? 

verleden tijd vorm

stam + ed 
I walked home yesterday 

Slide 21 - Tekstslide

past simple 
uitzondering: 
1. werkwoorden die al eindigen op een e krijgen alleen -d
we baked a cake this morning 

2. werkwoorden die eindigen met een c krijgen - KED
She panicked when she heard the news

Slide 22 - Tekstslide

past simple 
uitzonderingen: 
3. werkwoorden die eindigen op Y, met een medeklinker ervoor krijgen -ied 
He married him last year 

Slide 23 - Tekstslide

past simple 
uitzonderingen: 
4. werkwoorden die kort zijn en 1 klemtoon hebben een extra medeklinker voor -ed 
they swapped there exams 

Slide 24 - Tekstslide

past simple 
uitzonderingen 
5. werkwoorden die eindigen op L met een klinker ervoor krijgen een extra L 
we travelled to America last summer 

Slide 25 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
stam , verleden tijd, voltooid deelwoord (have) , nl woord 

Slide 26 - Tekstslide

kennis testen 
werk in tweetallen 
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

nakijken 

Slide 28 - Tekstslide

taalblokken
grammatica en spelling 
A2 extra hulp: Jara, Shenna, Neha 
A2 alleen: Silina, Roberto, Roos 
B1: Yinte, Saffaana, Alek, Esmee, Ahmed, Jack , Caithlin, Aaron, Sien, Ravi 

Slide 29 - Tekstslide

taalblokken 
a2: spelling en grammatica 2.1 opdr. 1t/m 4. klaar? b1 proberen 
b1: eerst a2 opdracht 2 en 4 maken daarna b1 s/g opdr. 1 t/m 4 

Slide 30 - Tekstslide

wat is de basis regel van de past simple

Slide 31 - Open vraag

wat gebeurd er met werkwoorden in de past simple als ze op een e eindigen

Slide 32 - Open vraag

wat is het meervoud van het woord baby

Slide 33 - Open vraag

wat is het meervoud van knife

Slide 34 - Open vraag