Verspreiding Islam en kruistochten

Geschiedenis
Verspreiding van de islam en Kruistochten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis
Verspreiding van de islam en Kruistochten

Slide 1 - Tekstslide

les 1
Romeinen
les 2
einde Romeinse rijk verspreiding christendom
les 3
Verspreiding christendom
les 4
Verspreiding Islam en Kruistochten
les 5 
Ontdekkingsreizen
les 6
Frankische rijk
les 7
Toets

Slide 2 - Tekstslide


Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door Abraham
B
Aanhangers van de islam noem je Arabieren
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 3 - Quizvraag


Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Mozes
D
Ismael

Slide 4 - Quizvraag

Welke godsdienst is ouder?
A
Christendom
B
Islam

Slide 5 - Quizvraag

Overeenkomsten Jodendom, Christendom en Islam

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wetenschappelijke ontwikkeling
  • Tussen 800 en 1200 was er in het Arabische rijk grote bloei, op economische, cultureel en wetenschappelijk gebied.
  • Door het veroveren van oude Griekse steden kwamen de Arabieren in aanraking met oude Griekse geschriften. Deze vertaalde ze en zo namen zij de kennis van het oude Grieken over. Zoals Aristoteles.
  • Wetenschap als wiskunde, sterrenkunde en medicijnen werden verder ontwikkeld.
       Kenmerkende architectuur en symmetrie
  • Na 1200 n Chr. kwam er een einde aan de bloei doordat delen van steden werden veroverd door de Mongolen en bibliotheken werden vernietigd.
  • Wat merken we nu nog: o.a. de cijfers die worden gebruikt


Slide 9 - Tekstslide

Alhambra, Granada, Spanje 1354

Slide 10 - Tekstslide

Moskee van Sammara, Irak, 852 n Chr

Slide 11 - Tekstslide

Aristoteles is Arabisch geschrift

Slide 12 - Tekstslide


Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah

Slide 13 - Quizvraag


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 14 - Quizvraag

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 15 - Tekstslide

Wereldbeeld christelijke middeleeuwen
  • God is de oorzaak van alles, voor de mens is zijn relatie tot God het belangrijkste wat telt.
  • Het verblijf van de mens op aarde is tijdelijk, de mens moet zich vooral op het leven na de dood richten
  • Alle aardse rijkdommen en genietingen zijn vooral ijdelheid.
  • Wat de kerk zegt is waar.

Slide 16 - Tekstslide

Moslims en christenen en Joden
1. Christen beschuldigen Joden dat zij Jezus hebben vermoord 
-> Christenen negatief tegen Joden
2. Christenen noemen iedereen die niet christen is een heiden
3. Moslims in eerste instantie tolerant tegen christenen en Joden

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de kruistochten?

Slide 18 - Woordweb

Contact tussen christenen en moslims
  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Dit verandert als de Seldjoeken, een Turks volk, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 19 - Tekstslide

Problemen in het Byzantijnse rijk
  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd door de moslims.
  • Seldjoeken (Turks volk) hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 

Slide 23 - Tekstslide

Een heilige oorlog

  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Hoe lang duurde het voordat de kruistocht van Europa in Jeruzalem aankwam?
A
12 maanden
B
1,5 jaar
C
8 maanden
D
3 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel kruisvaarders bereikte Jeruzalem?
A
30.000
B
15.000
C
1500
D
50.000

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel kruistochten zijn er geweest?
A
9
B
4
C
15
D
7

Slide 28 - Quizvraag

Waarom op gingen mensen op kruistocht?

  • de Heilige stad bevrijden.
  • Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht.
  • Gegarandeerde plek in de hemel (aflaat)
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen. Maar vaak kwamen ze arm terug
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichting

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Jeruzalem heroverd

1099


  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af, bijzonder aangezien christenen, joden en moslims daar juist vreedzaam naast elkaar leven.

Slide 31 - Tekstslide

Kruistochten

  • Vonden plaats tussen  1096 en 1271 
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.
  • 1212 Kinderkruistochten
  • Franse kruistocht van 30.000 jongeren en Duitse van 8000 jongeren. Beiden mislukte

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video


Gevolgen

  • Ontstaan van Kruisvaardersstaten (zoals het Koninkrijk Jeruzalem)
  • Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  • Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe

Slide 34 - Tekstslide

Hoeveel kruistochten zijn
er gehouden?
A
7
B
8
C
6
D
9

Slide 35 - Quizvraag

Wie liepen er NIET mee
met de kruistochten
A
moslims
B
arme mensen
C
kinderen
D
soldaten

Slide 36 - Quizvraag

Wanneer waren
de kruistochten?
A
0-500
B
0-1500
C
500-1000
D
1000-1500

Slide 37 - Quizvraag

Waarom werden
Kruistochten georganiseerd?
A
Om het geloof te verspreiden.
B
Om Rome te bevrijden.
C
Om te vechten.
D
Om Jeruzalem te bevrijden.

Slide 38 - Quizvraag

Volgende keer
Ontdekkingsreizen

Slide 39 - Tekstslide