Rekenen met tijden
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Tijdseenheden
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Zet de tijdseenheden op de juiste plek
365 of 366 dagen = ...
1 jaar = 52 ....
1 jaar = ...
1 jaar = 4 ....
29, 30 of 31 dagen = ...
12 maanden
1 jaar
kwartalen
weken
maand
Slide 5 - Sleepvraag
Zet de tijdseenheden op de juiste plek
60 sec = ...
24 uur= ...
60 minuten = ...
15 minuten = ...
3 maanden
minuut
kwartalen
kwartier
uur
dag of etmaal = ...
Slide 6 - Sleepvraag
125 minuten = .....uren en ..... minuten2
Slide 7 - Open vraag
220 seconden = .....minuten
en ..... seconden
en ..... seconden
Slide 8 - Open vraag
13,9 uren = ....uren en .... minuten
Slide 9 - Open vraag
5,6 jaren = ....jaren en .... dagen
Slide 10 - Open vraag
Kwart voor 6 's morgens.
Welke is juist?
Welke is juist?
A
06:15
B
05:45
C
18:15
D
17:45
Slide 11 - Quizvraag
2 uur = ....... minuten
A
100
B
60
C
30
D
120
Slide 12 - Quizvraag
5 minuten = ........ seconden.
A
500
B
300
C
100
D
400
Slide 13 - Quizvraag
1 jaar = ...... weken
A
365
B
12
C
52
D
366
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
2 uur en 25 min= ........ min
A
145
B
125
C
135
D
225
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel uur = 5 dagen en 17 uur
A
77
B
67
C
137
D
117
Slide 17 - Quizvraag
Ik vertrek om 06:35.
Mijn aankomst is 08:25.
Wat is mijn reistijd?
Mijn aankomst is 08:25.
Wat is mijn reistijd?
A
2 uur en 10 min
B
1 uur en 50 min
C
1 uur en 10 min
D
2 uur en 50 min
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Abonnementsprijzen krant:
Week € 9,95 Maand € 39,95
Kwartaal € 109,95 Jaar €459,95
Wat is de jaarlijkse besparing tussen week en jaar abonnement?
Week € 9,95 Maand € 39,95
Kwartaal € 109,95 Jaar €459,95
Wat is de jaarlijkse besparing tussen week en jaar abonnement?
A
€ 52,00
B
€ 104,45
C
€ 59,95
D
€ 57,45
