Geriatrie lichamelijke aandoeningen bij ouderen Deel 2

Geriatrie  lichamelijke aandoeningen
Geriatrie
Lichamelijke aandoeningen bij ouderen
Deel 2
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Geriatrie  lichamelijke aandoeningen
Geriatrie
Lichamelijke aandoeningen bij ouderen
Deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
Zijn er bijzonderheden?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht
Ga op zoek naar de aandachtsgebieden t.a.v. het spijsverteringsstelsel, de stofwisseling, het urinaire stelsel, het zenuwstelsel en Maligniteiten.
Wat betekent dit voor de aandachtspunten bij de begeleiding vanuit jou vakgebied.
Beschrijving mag max. 1 A4 zijn, beschrijf dus kort en concreet.
 SUCCES

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
De student kan de verschillende lichamelijke aandoeningen benoemen die veel voorkomen bij ouderen:
  •  Aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel
  •  Aandoeningen aan de stofwisseling
  •  Aandoeningen aan het urinaire stelsel
  • Aandoeningen aan het zenuwstelsel
  • Maligniteiten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering
Dit proces begint al in de mond!
  • Kauwen + speeksel

Dan via slokdarm naar maag:
  • Kneden + maagsap (zoutzuur)

Daarna naar dunne darm:
  • Peristaltiek + sap van alvleesklier en gal (uit lever)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsvertering
In dunne darm:
  • Ook opname voedingsstoffen

Dan naar dikke darm:
  • Resorptie van water
  • Indikken van ontlasting

Uiteindelijk naar anus
  • Ontlasting verlaat het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De mondholte
Mond: Start van spijsvertering
  • Kaken zorgen voor mechanische afbraak van voedsel
  • Speekselklieren: maken speeksel voor chemische afbraak van voedsel
  • Tong duwt voedsel tussen de tanden

Voedsel gaat via de mond naar de keel
en komt in de oesophagus (slokdarm).

Slide 7 - Tekstslide

Speekselklieren produceren 1 tot 1.5 liter speeksel per dag
Gebitsproblemen
  • Tandproblemen, tandbederf, ontstekingen
  • Door medicatie minder speeksel, minder bescherming
  • Pijn
  • slecht eten (ondervoeding)
  • verhoogd risico op hart en vaat ziekten
  • Schaamte gebit of geur

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slikstoornissen
  • Slikstoornissen  komen veel voor bij cliënten met Parkinson, dementie en een CVA.
  • Minder goed kauwen, grote brokken.
  • Minder speeksel, minder goed glijden.
  • Cognitieve problemen, geen goede aansturing, trager.
  • Aspiratie problemen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat doe je bij slikklachten
  • Zittende houding.
  • Samenstelling en consistentie dik vloeibaar, gemalen of gepureerde     voeding.
  • Met de kin op de borst is het makkelijker slikken.
  • Oefenen van de slikfunctie.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen aan de stofwisseling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandoeningen aan het urinaire stelsel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren
het filteren van het bloed --> schadelijke stoffen en afvalstoffen worden eruit gehaald
Overtollig water en zout wordt uit het lichaam afgevoerd

deze afvalstoffen worden URINE

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 tot anderhalve liter
Afhankelijk van de vloeistoftoevoer produceert een gezond persoon in 24 uur ongeveer 1000 tot 1500 ml urine, die twee tot zesmaal per dag wordt uitgescheiden. Daarbij is de urineproductie niet op ieder moment van de dag even groot. De meeste urine produceert de mens om zes uur in de ochtend.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incontinentie
Incontinentie-> het NIET (MEER) op kunnen houden van urine / ontlasting.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken incontinentie
  • Blijvend: Na operatie, verzwakte bekkenbodem, bevalling.
  • Tijdelijk door delier, infectie, medicatie, psychische problemen, beperkte mobiliteit, vochtophoping.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urineweg- en blaasontsteking
  • Blaas wordt kleiner en minder gevoelig.
  • Urineretentie treed op (niet alles uitplassen).
  •  Kan optrekken en nierbekken ontsteking veroorzaken.
  • UWI gaat bij ouderen vaak samen met een delier.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de gevolgen bij incontinentie?

Slide 24 - Open vraag

schaamte
sociale isolement
vieze geurtjes
vieze was

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

         Maligniteiten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Kanker komt meer voor bij ouderen(40% boven de 70)
  • Moeilijk vast te stellen, symptomen horen bij ouderdomsklachten.
  • Vermijden van de huisarts.
  • Door comorbiditeit behandelmethoden beperkter, slechtere uitkomst.  
  • Stoppen eerder met behandeling, acceptatie.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten begeleiding
  • Aandacht voor vermoeidheid klachten.
  • Aandacht voor inname voeding en vocht.
  • Aandacht voor hulp bij ADL.
  • Aandacht voor pijnklachten en pijnervaring.
  • Aandacht voor gevoelens en emoties.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtsgebied begeleiding
  • Ga gesprek aan, zorgvuldig en discreet.
  • Plasdagboek om klacht in beeld te krijgen.
  • Help de client op tijd naar het toilet.
  • Let op als de client vaker moet plassen, zeker bij pijn.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiding aandachtspunten
  • Goede voorlichting, controle en leefstijladviezen.
  • Bewegen en goede voeding.
  • Controle bij het insuline spuiten, gaat dit goed. 
  • Regelmatige controle voeten, nagels, wondjes.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten begeleiding
  • Neem de tijd
  • Door gelaatmasker geen zichtbare emoties, vraag erna.
  • Help wanneer nodig, periode goed lukt het zelfstandig.
  • Stoor niet tijdens het lopen, concentratie noodzakelijk.
  • Vaste tijdens medicatie. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies