Je moet van een formule een pijlenketting kunnen maken.
vb:
Dan wordt
de pijlenketting:
formule
pijlenketting
Slide 2 - Tekstslide
Pijlenketting
Welke horen bij elkaar?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Ja, dit is een lineair verband
De 2 variabelen:
aantal uren
Loon in €
Dit is een stijgende grafiek
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Als je altijd even snel fiets en geen pauzes houdt, dan is dit een lineair verband.
De 2 variabelen:
tijd
afstand
Dit is een dalende grafiek (de afstand tot huis wordt steeds kleiner)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Dit is geen lineair verband.
Bedenk je maar wat er zou gebeuren als je altijd precies evenveel zou groeien. Hoe lang zou je dan nu zijn? En hoe lang ben je dan als je hoogbejaard bent?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Ja, dit is een lineair verband, want dit is een rechte lijn.
2 variabelen:
lengte (cm)
brandtijd (uur)
Dit is een dalende grafiek
Startgetal: 16
Hellingsgetal: -2
Woordformule:
lente (cm) = 16 - 2 x brandtijd (uur)
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Ja dit is een lineair verband, want de toename onderin de grafiek is gelijk en bovenin staan er stappen van +1.