Herhaling H8 Negatieve getallen

Negatieve getallen
Even checken of je het begrepen hebt :)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Negatieve getallen
Even checken of je het begrepen hebt :)

Slide 1 - Tekstslide

Als gevraagd wordt naar de uitkomst van de som
Zonder spaties, dus -3 bijvoorbeeld gewoon aan elkaar!
Voor kommagetallen gebruik je een , geen . dus bijvoorbeeld 3,5

Slide 2 - Tekstslide

Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0.
Opgeteld zijn deze getallen altijd 0.

Bijvoorbeeld:
De getallen -4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.







Slide 3 - Tekstslide

Samenvatting Negatief en positief 
                  5 + 7 >> warmer >> 5 + 7 = 12
+ - = -     5 + -7 >> kouder >> 5 - 7 = -2               
                   5 - 7 >> kouder >> 5 - 7 = -2
- - = +     5 - -7 >> warmer >> 5 + 7 = 12   

Slide 4 - Tekstslide

Negatieve getallen, de bewerkingen + en -

Met zonder jas naar buiten, betekent zonder jas.                 Dus + - = -
Niet zonder jas naar buiten, betekent met jas.                     Dus - - = +

Uitwerking:
-6+-2--5=              vervang +- en -- in een bewerking.
-6 -2 +5=               bereken, gebruik de volgorde van bewerkingen.
-8 + 5 = -3
  

Slide 5 - Tekstslide

Denk aan de heks en haar ketel. Schuif de bewerking die zij kan doen naar de juiste kant.
Het wordt warmer in de ketel.
Het wordt kouder in de ketel.
Warme blokjes erin gooien
Koude blokjes erin gooien
Warme blokjes eruit halen
Koude blokjes eruit halen

Slide 6 - Sleepvraag

+ - betekent:
A
+
B
-

Slide 7 - Quizvraag

- - betekent:
A
+
B
-

Slide 8 - Quizvraag

Vul in.
Het tegengestelde van -4 is ...

Slide 9 - Open vraag

-3 + -7 =

Slide 10 - Open vraag

> of <
-5 ... -6

Slide 11 - Open vraag

> of <
-12,1 ... 12,15

Slide 12 - Open vraag

1,3 + -8,4 = ...

Slide 13 - Open vraag

1 - -19 = ...

Slide 14 - Open vraag

-5 - ... = 40

Slide 15 - Open vraag

Bereken en kies een antwoord
A
43
B
-6
C
-43
D
6

Slide 16 - Quizvraag

vermenigvuldigen

Slide 17 - Tekstslide

Delen

Slide 18 - Tekstslide


negatief x negatief =
A
Positief
B
Negatief

Slide 19 - Quizvraag

5 x -10 = ...

Slide 20 - Open vraag

28 : -4 =

Slide 21 - Open vraag

Machten
2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 64

Dit is een product van 6 gelijke factoren.

Je kunt het ook schrijven als 


26

Slide 22 - Tekstslide



Oneven exponent




Even exponent
                                        
                 
Machten met een negatief grondtal
23=222=8
(2)3=222=8
23=(222)=8
Oneven exponent, dus negatief
24=2222=16
(2)4=2222=16
24=(2222)=16
Even exponent, dus positief

Slide 23 - Tekstslide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. tussen de Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 24 - Tekstslide

Sleep de juiste berekeningen bij de machten.

Slide 25 - Sleepvraag


122=
A
-24
B
24
C
-144
D
144

Slide 26 - Quizvraag


(6)2=
A
-12
B
12
C
-36
D
36

Slide 27 - Quizvraag

Zet de bewerkingen in de juiste volgorde.
5 × 12²  + 6 : 3 =
1
2
3
Vermenigvuldigen en delen
Optellen en aftrekken
Kwadraten

Slide 28 - Sleepvraag

(-1)^21 = ...

Slide 29 - Open vraag

5 x -4 + (-2)^4 = ...

Slide 30 - Open vraag