- Grammaire H (Het persoonlijk voornaamwoord & avoir)
- Voca&phrases-clés AB (Frans-Nederlands & Nederlands-Frans)
- les nombres 0/20 (p.54)
Les devoirs:
Slide 2 - Tekstslide
Grammaire H
deel 1
Het persoonlijk voornaamwoord
Slide 3 - Tekstslide
Het persoonlijk voornaamwoord
- Noem een voorbeeld in het Nederlands....
- Al deze persoonlijk voornaamwoorden moet jij in het Frans uit je hoofd leren.
Slide 4 - Tekstslide
Français
Je/J'
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
Néerlandais
Ik
Jij
Hij
Zij
Men/wij
Wij
U/jullie
Zij (mannelijk, meervoud)
Zij (vrouwelijk, meervoud)
Slide 5 - Tekstslide
Let op!!!
Je verandert naar J' voor een --> klinker of een stomme h
Stamp deze woordjes uit je hoofd. Dit is erg belangrijk!!!!
Slide 6 - Tekstslide
Grammaire H
deel 2
Het werkwoord avoir
Slide 7 - Tekstslide
Avoir
- Is een onregelmatig werkwoord
- Betekent "hebben"
- Bij elk persoonlijk voornaamwoord hoort een vorm van avoir. Net als in het Nederlands --> ik heb, jij hebt, hij heeft etc.
Slide 8 - Tekstslide
Français
J'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Néerlandais
Ik heb
Jij hebt
hij/zij/men heeft
wij hebben
jullie hebben / u heeft
zij hebben
Slide 9 - Tekstslide
Let op!!!
De vervoeging van "zij hebben" is dus niet "ils/elles avoir, maar ils/elles ont" !!!!!
Je kan il/elle vervangen door namen:
- Il a --> Bart a - elle a --> Claire a
Meerdere namen kan je vervangen door ils / elles :
- Bart et Jean ont --> ils ont - Claire et Jeanine ont --> Elles ont - Claire et Bart ont --> ils ont --> Als je een groep meisjes hebt en er zit één jongen tussen, gebruik je altijd de mannelijke vorm