Normen en waarden

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Burgerschap 

Introductieles Sociaal Maatschappelijke dimensie 

Zorg en welzijn - Verpleegkunde

Niveau 4, leerjaar 1 

Planning 

Leerdoelen 

Introductie (Normen en waarden)

Opdracht: casus

Quiz: snap jij het?

 

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

Kan je uitleggen wat normen en waarden zijn.

Kan je het verschil tussen normen en waarden uitleggen.

Kan je verschillende normen en waarden benoemen.

Normen en Waarden

Normen en waarden

Normen en waarden: één term of twee termen?

Normen en waarden zijn de omgangsvormen en principes volgens welke men publiekelijk en in sociaal verband handelt.

Normen 

  - Concrete richtlijnen

  - Ongeschreven regels

  - Afhankelijk van iemands achtergrond

Waarden

Intrinsieke waarden

- Idealen 

- Moreel/ethisch

- Afhankelijk van iemands achtergrond

Voorbeelden

Waarde: respect

Norm: je spreek ouderen aan met ‘u’. 

Waarde: behulpzaamheid

Norm: iemand die slechtziend is help je oversteken.

Opdracht: casussen

Wat: Oefenen met casus

Hoe: Eerst zelf lezen, daarna vragen bespreken in je groepje

Hulp: Docent

Tijd: 5/10 minuten

Casus

Piet loopt stage in de ouderenzorg. Hij is voornamelijk aan het helpen op de afdeling dementie. Meneer Bos is een van zijn patiënten. De laatste tijd gaat het steeds wat slechter met meneer Bos, hij vergeet steeds meer en wordt soms boos of agressief als hij dingen niet begrijpt. Meneer Bos vraagt steeds vaker naar zijn zoon waar hij al vijftien jaar geen contact meer mee heeft. Zijn vrouw en dochter hebben al aangegeven dat meneer Bos zijn zoon uit zijn leven heeft verbannen door een grote ruzie. De helder denkende meneer Bos zou zijn zoon dus nooit meer willen zien, zijn vrouw en dochter willen dus ook niet dat er contact gelegd wordt. Piet zit met zijn handen in het haar. 

Wiens wensen respecteert hij en welke normen en waarden komen daarbij kijken?

Een waarde is: respect hebben.

1. Waar
2. Niet waar

Een waarde is: patiënten de hand schudden als ze binnen komen.

1. Waar
2. Niet waar

Een waarde is: je spreekt oudere mensen aan met 'u'.

1. Waar
2. Niet waar

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

Kan je uitleggen wat normen en waarden zijn.

Kan je het verschil tussen normen en waarden uitleggen.

Kan je verschillende normen en waarden benoemen.

Afsluiting

Feedback: