Unit 3: Week 3

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coverlessen checken:

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 1
Have a look at: https://youtu.be/guZnfR0_LZw and answer the following questions ( we will discuss them next week)
- Dag mevrouw,....?
- Wat zijn de twee vervolgvragen?
- Welke maat heeft de vrouw?
- Where are the fitting rooms? (in Dutch)
- Waar of niet waar? De eerste trui is goed van maat.
- Hoeveel kost de trui?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 2: 
Watch: https://youtu.be/WFXJYMAxXf8
Translate these sentences into Dutch.
How much does the coffee cost?
How much does the book cost?
How much does the croissant cost?
Write down the three ways you can pronounce €1,50.




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3:
Choose at least one of the situations you see above. Create a dialogue. Use everything you’ve learned so far. Next week, we are going to listen to some dialogues in class.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1

Lesdoelen

Je leert nieuwe woorden over eten en drinken.
Je leert nieuwe woorden over de markt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
De mensen in de afbeelding op de volgende slide zijn op een markt. Wat zie je op de markt?

Schrijf zoveel mogelijk op binnen 5 minuten.


Wie kan de meeste dingen opnoemen?

Slide 7 - Tekstslide

Hier is het de bedoeling dat de leerlingen nog geen zinnen maken. Laat ze puur de woorden opschrijven van dingen die ze zien.

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:

De 
Opdracht 2:
Kies (choose) 1 persoon uit die je ziet. Wat doet deze persoon? Schrijf een kort verhaal waarin je dit vertelt.

Eisen (requirements):

  • Minimaal 5 complete Nederlandse  zinnen
  • Benoem (mention) de persoon niet in je beschrijving

Slide 9 - Tekstslide

Bespreek de beschrijvingen klassikaal. Laat 1 leerling een persoon beschrijven zonder aan te geven wie het was. Kan de klas raden wie de leerling beschreven heeft?
Opdracht 3:
Luister 2 keer naar het luisterfragment en vul de gaten in.

Lees nu de tekst en maak 
de vragen op het werkblad.

Slide 10 - Tekstslide

Deel het werkblad uit aan de leerlingen, en laat ze de tekst lezen en de vragen maken.

Het werkblad is te vinden op de drive in Week 3 onder de naam "Werkblad: De Grote Markt"
Opdracht 4:
Wat wil jij op de markt kopen?

Schrijf 5 zinnen van wat jij graag op de markt wil kopen.

Begin met:
Ik wil _____________________

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra tijd?
Speel een:

  • Quizlet Live
  • Blooket
  • Gimkit

Slide 12 - Tekstslide

Quizlet: https://quizlet.com/user/Stijn_Leemans/folders/unit-3-wat-gaan-we-kopen?i=62okib&x=1xqt

Blooket (Week 1 + 2): https://dashboard.blooket.com/set/679a3fd1d8dd8917597fd80a

Blooket (Alles): https://dashboard.blooket.com/set/679a402e591732da3133956a

Gimkit: https://www.gimkit.com/view/679a3fa986b98b5056922347
Les 2

Lesdoel

Je leert nieuwe woorden over de supermarkt.
Je leert meer woorden over eten en drinken.
Je leert over de positie van werkwoorden in Nederlandse zinnen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
Warming up: Wat is er gebeurd?

Hanna loopt op straat wanneer de politie haar arresteert. Wat is er gebeurd?

Slide 14 - Tekstslide

De leerlingen krijgen een klein deel van het gehele verhaal op het bord te zien. Nu moet de klas samenwerken om het gehele verhaal te weten te komen. Dit doen ze door vragen te stellen aan de docent over het verhaal, maar de docent mag alleen met "ja" of "nee" beantwoorden. Kunnen ze samenwerken en het hele verhaal raden?

De situatie:
Hanna doet boodschappen in de supermarkt. Ze pakt wat appels wanneer haar vriendin haar belt. Het winkelmandje is vol, dus ze doet de appels in haar jas. Afgeleid door haar vriendin, vergeet ze om voor de appels in haar jas te betalen. Als ze de winkel uitloopt, arresteert de politie haar.
Opdracht 2:
Peter wil naar de supermarkt gaan. Hij moet nog veel eten en drinken kopen. Hij kan met de auto naar de supermarkt gaan, maar hij wil toch met de fiets gaan. Peter fietst naar de supermarkt. Hij wil snoep kopen, maar dat is niet gezond. Bij de kassa heeft hij een probleem. Hij kan niks kopen, want hij heeft geen geld mee. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten:
1. Wat betekenen de dikgedrukte woorden? Laat de leerlingen deze woorden vertalen.

2. Zoek samen met de leerlingen de werkwoorden in de tekst. Onderstreep ze. Wat valt op aan de positie van de werkwoorden?
Grammatica
In Dutch sentences:
-what is the position of a conjugated verb?


-what is the position of all other verbs?                              

Slide 16 - Tekstslide

Position of a conjugated verb:
2nd position

Position of all other verbs:
To the end of the sentence
Opdracht 3:
1. kan / kopen / de man / een chocoladereep
2. een zak chips / wij / kopen / willen
3. ga / voor de boodschappen / ik / betalen
4. wil / jij / eten / een rode appel 
5. gaan / een glas water / zij / drinken
6. een lekkere fruitsalade / kan / maken / mijn moeder

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1: De leerlingen moeten de zinsdelen op de juiste plek zetten.

Opdracht 2: De leerlingen moeten de zinnen vertalen naar het Engels.
Opdracht 4:
Vertaal de zinnen naar het Nederlands in je schrift.

1. She wants to have a bag.
2. They can pay at the till. 
3. I want to go to the supermarket.
4. He wants to use the shopping cart.
5. You can find the lettuce in aisle 8.
6. Tonight we can eat broccoli or carrot.

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal de onderstaande zinnen naar het Nederlands.
Opdracht 5:
Vertaal en oefen het gesprek in tweetallen.

Hello, can I ask you something?
Of course! What do you want to ask?
Where can I find the tomatoes? I want to make tomato soup.
You can find the tomatoes in aisle 7.
Oke, thank you!
You're welcome!

Slide 19 - Tekstslide

Laat de leerlingen het gesprek vertalen, en vervolgens oefenen in tweetallen. Je kan ook nog vragen of een paar tweetallen het gesprekje voor de klas willen doen.
Extra tijd?
Speel een:

  • Quizlet Live
  • Blooket
  • Gimkit

Slide 20 - Tekstslide

Quizlet: https://quizlet.com/user/Stijn_Leemans/folders/unit-3-wat-gaan-we-kopen?i=62okib&x=1xqt

Blooket (Week 1 + 2): https://dashboard.blooket.com/set/679a3fd1d8dd8917597fd80a

Blooket (Alles): https://dashboard.blooket.com/set/679a402e591732da3133956a

Gimkit: https://www.gimkit.com/view/679a3fa986b98b5056922347
Les 3

Lesdoel

Je kan een gesprek in de supermarkt begrijpen.
Je kan een gesprek in de supermarkt voeren.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1:
Warming up:
Herhaal de zin en maak hem af.



Ik ga naar de supermarkt en ik koop _______________

Slide 22 - Tekstslide

Dit is een variant van "Ik ga op vakantie en ik neem mee". 

De leerlingen moeten de zin zeggen en hem aanvullen met een product dat ze in de supermarkt kopen. Elke leerling moet alle producten herhalen en een product toevoegen, zonder een fout te maken.
Opdracht 2:
Beantwoord de vragen in het Engels:

1. Wat zoekt de vrouw?
2. Waar kan de vrouw het vinden?
3. Welke "routebeschrijving" geeft de werknemer aan de vrouw?
4. Wat is het probleem? Hoe lost de vrouw dit op?
5. Wat vindt de man van de vrouw niet leuk?

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden:
1. De vrouw zoekt tomatenpuree
2. De vrouw kan dit bij de pasta's (en sauzen) vinden.
3. Ze kan bij het derde gangpad rechts, en dan aan de linkerkant, onderaan, de tomatenpuree vinden.
4. De tomatenpuree is uitverkocht, dus ze moet het zelf maken.
5. Haar man moet koken, en hij moet dus alle moeite steken in het zelf maken van de tomatenpuree.

Slide 24 - Video

Link: https://www.youtube.com/watch?v=5ULFDY39cYI
Opdracht 3:
Maak een samenvatting van 5 zinnen in het Nederlands over de video.
Keep in mind the position of the verbs!

Wat zijn de belangrijkste (most important) 
elementen in de video?

Wat was de kern (main idea) van de video?
                                                                                                         ATL: Organisation skills


Slide 25 - Tekstslide

De leerlingen moeten in het Nederlands een samenvatting schrijven over de vorige video.

Bespreek eerst samen wat er in de samenvatting moet komen!

Wat was de kern? Wat was er belangrijk?

Voorbeeld:
De vrouw wil tomatenpuree kopen. Ze vraagt de medewerker om hulp. De medewerker helpt de vrouw. Ect...
Opdracht 4:
Schrijf en oefen een gesprek tussen een medewerker en een klant in een supermarkt. 

Keep in mind the position of the verbs!

Eisen (requirements):
  • Minimaal 8 zinnen

Slide 26 - Tekstslide

De leerlingen kunnen het gesprekje voeren voor de klas aan het einde van de les.
Extra tijd?
Speel een:

  • Quizlet Live
  • Blooket
  • Gimkit

Slide 27 - Tekstslide

Quizlet: https://quizlet.com/user/Stijn_Leemans/folders/unit-3-wat-gaan-we-kopen?i=62okib&x=1xqt

Blooket (Week 1 + 2): https://dashboard.blooket.com/set/679a3fd1d8dd8917597fd80a

Blooket (Alles): https://dashboard.blooket.com/set/679a402e591732da3133956a

Gimkit: https://www.gimkit.com/view/679a3fa986b98b5056922347