In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Herhaling paragraaf 1
Hoofdstuk 4
Eenheden
Slide 1 - Tekstslide
Eenheden
kilo = duizend = 1000
hecto = honderd = 100
deca = tien = 10
deci = een tiende = 0,1
centi = een honderste = 0,01
Mili = een duizenste = 0,001
Slide 2 - Tekstslide
1 kilo
= 1000 gram
Want kilo betekent duizend.
Slide 3 - Tekstslide
Een jongen van 20 kilo
Dat is dus 20.000 gram!
Oftewel 20 pakken suiker.
Of 20 pakken drop!!
Slide 4 - Tekstslide
Hectometerpaaltje
Staan om de 100 meter langs de weg
Want...
hecto betekent 100!
Slide 5 - Tekstslide
1 hectometer = 100 meter
Slide 6 - Tekstslide
Deca = 10 meter
Deca is het SI-voorvoegsel dat gebruikt wordt om een factor 10¹, oftewel 10, aan te duiden. Het wordt gebruikt sinds 1795; de naam is afgeleid van het Griekse δέκα voor tien.
Slide 7 - Tekstslide
Deci = een tiende = 0,1 meter
Slide 8 - Tekstslide
Centi..
betekent honderdste = 0,01 meter
Slide 9 - Tekstslide
Welke eenheden van lengte ken je nog?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel millimeter gaan er in een centimeter?
A
10
B
100
C
0,1
D
1000
Slide 12 - Quizvraag
Welke lengte eenheid is het kleinst?
A
decameter
B
decimeter
C
millimeter
D
hectometer
Slide 13 - Quizvraag
Welke lengte eenheid is het grootst?
A
centimeter
B
millimeter
C
decameter
D
decimeter
Slide 14 - Quizvraag
Welke lengte eenheid is het kleinst?
A
millimeter
B
hectometer
C
centimeter
D
decimeter
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Hoeveel millimeter is 5 centimeter?
5 cm = .. mm
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel millimeter is 5 centimeter?
5 cm = .. mm
A
0.5
B
50
C
500
D
5000
Slide 19 - Quizvraag
5 m = .. cm
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Hoeveel millimeter is 5 centimeter?
5 m = .. cm
A
0.5
B
50
C
500
D
5000
Slide 22 - Quizvraag
5000 dam = .. km
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Hoeveel kilometer is 5 decameter?
5000 dam = .. km
A
0.5
B
50
C
500
D
5000
Slide 25 - Quizvraag
Zet de eenheden van lengte op de goede volgorde.
Slide 26 - Sleepvraag
schrijf over
Slide 27 - Tekstslide
Wat betekent de afkorting 'hm'?
A
hectometer
B
hele meter
C
H&M
D
kilometer
Slide 28 - Quizvraag
decameter en decimeter zijn eenheden van...
A
tijd
B
lengte
C
snelheid
D
gewicht
Slide 29 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'dam'
A
dal
B
hectare
C
deciliter
D
decameter
Slide 30 - Quizvraag
Hoeveel meter is 44 centimeter.
A
440 m
B
4,4 m
C
0,44 m
D
44 m
Slide 31 - Quizvraag
Dm is de afkorting van
A
Decumeter
B
Decometer
C
Decimeter
D
Decameter
Slide 32 - Quizvraag
Hoe noem je dit paaltje?
Slide 33 - Tekstslide
Welke lengte eenheden missen in dit rijtje? km - ... - dam - m - dm - ... - mm
A
hm - dm
B
cm - mm
C
hm - cm
D
hm - mm
Slide 34 - Quizvraag
Hoeveel cm is 0,33 dam?
A
0.033
B
0.0033
C
33
D
330
Slide 35 - Quizvraag
Je mag nu beginnen met het werk van de volgende keer..