H4 - Woche 36 - Stunde 1 & 2

H4 - Woche 36 - Stunde 1 & 2
Berlin
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H4 - Woche 36 - Stunde 1 & 2
Berlin

Slide 1 - Tekstslide

Planung Stunde 1

Wochenaufgaben + Vokabeln Lek. 2 

Neue Vokabeln besprechen
  • Lernbox Lektion 3 N-D (S.52)  + Aufgabe 31 (5 Min.) 

Hörfertigkeit
  • Lektion 4 Aufgabe 41 ( 15 Min.)

Ziele

  • Je kunt de wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.

  • Je leert nieuwe woorden en verbreedt je Duitse woordenschat.

Slide 2 - Tekstslide

Wochenaufgaben checken
Fertig: K1

  • Lek 2: 14, 24, 25
  • Lek 4: 39, 40, 42, 43, 44
  • Arbeitsblatt haben, sein, werden & schwache Verben
Wissen: K1
  • K1 Lek.2 D-NL

Slide 3 - Tekstslide


übersetze: Bescheid wissen

Jetzt wissen wir Bescheid, wann die Party stattfindet.
timer
0:30

Slide 4 - Open vraag


übersetze: erhalten

Können wir am Schalter Tickets erhalten?
timer
0:30

Slide 5 - Open vraag


übersetze: scheitern

Seine Versuche, schneller zu fahren, scheitern immer wieder.
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag


übersetze: stur

Sie verfolgt ganz stur ihre Ziele.
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag


übersetze: Forscher

Dieser Forscher weiß genau, wie das Gehirn funktioniert.
timer
0:30

Slide 8 - Open vraag


übersetze: reichen

Reichen diese Lebensmittel für die ganze Woche?
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag


übersetze: erringen

Die Mannschaft konnte in letzter Minute den Sieg erringen.
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag


übersetze: Kreis

Die Kinder stehen im Kreis um die Lehrerin herum.
timer
0:30

Slide 11 - Open vraag


übersetze: verrückt.

Diese Idee ist total verrückt.
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag


übersetze: sicher

Er fühlt sich nicht sicher. Er hat Angst beraubt zu werden.
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Planung Stunde 2

Neue Grammatik: 
  • Plural der Substantive + Lek. 2 Aufgabe 26 & 29 (Zeit: 25 Min.)

Sprechen:
  • Fragewörter wiederholen (15. Min)

Fertig = Lernen Lernbox Lek 3 N-D
       
Ziele

  • Je kunt de meervoudsvorm van een zelfstandig naamwoord maken. 

  • Je kunt persoonlijke vragen stellen en beantwoorden en daarbij gebruik maken van de 'Fragewörter'

Slide 14 - Tekstslide

Meervoud = Plural
eine Blume
(mit Corona)
drei Blumen
(mit Corona)

Slide 15 - Tekstslide

DE LIDWOORDEN
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
die
das
die
Het lidwoord van het meervoud is altijd die

Slide 16 - Tekstslide

Regels voor het maken van het meervoud!


--> zie ook Handbuch

Let op: Er zijn veel uitzonderingen op de regels. Gebruik bij twijfel het woordenboek om het meervoud op te zoeken!

Slide 17 - Tekstslide

De regels
1. Mannelijk (der)
Umlaut* + e 
(*op a, u, o)
der Ball - die Bälle
2. vrouwelijk (die)
+(e)n
die Straße - die Straßen, die Prüfung - die Prüfungen
3. Onzijdig (das)
+e
das Heft - die Hefte
4.  Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -el, -en, -er blijven in het meervoud meestal onveranderd.
-
der Onkel - die Onkel
das Mädchen - die Mädchen
der Lehrer - die Lehrer
5.  Veel woorden die eindigen op 
     -a, -i, -0, -y
+s
das Handy - die Handys
die Oma - die Omas

Slide 18 - Tekstslide

Opmerkingen
Bij vrouwelijke en onzijdige woorden treedt een verdubbeling van de n of s op:
  • de vriendin - de vriendinnen - die Freundin, die Freundinnen
  • de gebeurtenis, de gebeurtenissen - das Ereignis, die Ereignisse

Als  vrouwelijk woord eindigt op -e, -el, -er, krijgt het meervoud alleen een -n.
  • die Cousine, die Cousinen
  • die Schwester, die Schwestern 

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 1
Vorm het meervoud.

Slide 20 - Tekstslide

Maak het meervoud van: das Heft

Slide 21 - Open vraag

Maak het meervoud van: der Lehrer

Slide 22 - Open vraag

Maak het meervoud van: die Lehrerin

Slide 23 - Open vraag

Maak het meervoud van: der Sohn

Slide 24 - Open vraag

Maak het meervoud van: der Test

Slide 25 - Open vraag

Maak het meervoud van: die Klassenarbeit

Slide 26 - Open vraag

Maak het meervoud van: die Pause

Slide 27 - Open vraag

Maak het meervoud van: der Onkel

Slide 28 - Open vraag

Maak het meervoud van: die Niederländerin

Slide 29 - Open vraag

Planung Stunde 2

Neue Grammatik: 
  • Plural der Substantive + Lek. 2 Aufgabe 26 (Zeit: 10 Min.)

Fertig = Lernen Lernbox Lek 3 N-D
       
Ziele

  • Je kunt de meervoudsvorm van een zelfstandig naamwoord maken. 

  • Je kunt persoonlijke vragen stellen en beantwoorden en daarbij gebruik maken van de 'Fragewörter'

Slide 30 - Tekstslide

Sprechen mit Fragewörter
1. Formuliere 5 Fragen. Benutze die Fragewörter. 
2. Such einen Gesprächspartner. Stellt einander gegenseitig die Fragen.
    Die Fragen werden in vollständigen Sätzen beantwortet!
3. Sucht danach einen anderen Gesprächspartner und tauscht eure Fragen
    aus. 

(Zeit: 15 Minuten) 

Slide 31 - Tekstslide

Nächste Stunde
Cito VMBO 2018 AD 2

Grammatik wiederholen: Plural der Substantive

Neue Vokabeln üben 

Lesen

Slide 32 - Tekstslide