In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Getallen
Eindproject
Slide 1 - Tekstslide
Tamara is aan het sparen voor een vakantie. Ze gaat met vier vrienden op vakantie naar Zeeland. Ze vertrekken over 13 weken.
Slide 2 - Tekstslide
Onderdeel 1
Spaargeld
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de afbeelding op de volgende dia. Tamara heeft een ouderwetse spaarvarken. Ze telt hoeveel geld ze heeft gespaard. Hoeveel geld zit er in haar spaarvarken?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Tamara is 15 en heeft een bijbaantje. Ze werkt in een supermarkt. Ze verdient nu €2,70 per uur. Ze werkt 10 uur in de week. Over precies 10 weken wordt Tamara 16. Hoeveel geldt verdient Tamara tot haar 16e verjaardag in totaal? Schrijf de berekening ook op.
Slide 6 - Open vraag
Tamara gaat, als ze 16 is geworden, €3,10 per uur verdienen. Ze blijft 10 uur in de week werken. Hoeveel geld kan Tamara na haar verjaardag nog verdienen totdat ze op vakantie gaat? Schrijf de berekening ook op.
Slide 7 - Open vraag
Hoeveel geld kan Tamara tot aan de vakantie sparen als ze daar al haar geld dat ze verdient en het geld uit haar spaarvarken voor gebruikt? Schrijf de berekening ook op.
Slide 8 - Open vraag
Onderdeel 2
Uitgaven
Slide 9 - Tekstslide
Helaas kan Tamara niet al haar spaargeld voor haar vakantiegeld gebruiken. Ze geeft tussendoor nog geld uit.
Slide 10 - Tekstslide
Tamara koopt een nieuwe mobiele telefoon. De telefoon kost €50. Het abonnement kost €15 per maand. Ze moet het abonnement nog 3x betalen voordat ze op vakantie gaat. Hoeveel geld is Tamara in totaal aan haar telefoon en abonnement kwijt?
Slide 11 - Open vraag
Tamara mag één keer per maand op zaterdag na het werk uit. Ze geeft dan altijd €15 uit. Hoeveel geld geeft ze uit aan uitgaan totdat ze op vakantie gaat? Schrijf de berekening erbij.
Slide 12 - Open vraag
Tamara gaat ook één keer naar een festival. Haar ouders brengen haar naar het festival en halen haar ook weer op. De toegangskaart kost €29,50. Dit betaalt Tamara zelf. Daarnaast koopt ze een zak patat (€3,50), 4 blikjes cola (€2,25 per stuk) en een fruitsalade (€4,50). Hoeveel geeft Tamara in totaal uit aan het festival?
Slide 13 - Open vraag
Hoeveel geeft Tamara in totaal uit aan haar telefoon, het uitgaan en het festival? Vergeet de berekening niet!
Slide 14 - Open vraag
Hoeveel houdt Tamara over om op vakantie uit te geven? Let op de berekening.
Slide 15 - Open vraag
Onderdeel 3
Vakantiekosten
Slide 16 - Tekstslide
Tamara en haar 4 vrienden gaan op vakantie naar Zeeland. De vriendengroep van Tamara woont in Den Haag. De camping is in Renesse in Zeeland.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
De groep neemt eerst de tram naar het station. Erna gaan ze met de trein naar Middelburg. Ten slotte pakken ze de bus naar Renesse. De prijzen die je ziet zijn per persoon. Hoeveel kost de reis voor 1 persoon in totaal?
Slide 19 - Open vraag
Tamara en haar 4 vrienden gaan kamperen.
Ze moeten per tent en per persoon betalen.
Slide 20 - Tekstslide
De vriendengroep wil 3 tenten opzetten. Ze blijven 5 dagen op de camping. Hoeveel moet de vriendengroep in totaal betalen voor het kamperen? Tip: reken eerst uit wat ze per dag moeten betalen.
Slide 21 - Open vraag
Hoeveel moet de vriendengroep per persoon betalen voor het kamperen?
Slide 22 - Open vraag
Op de terugweg wordt Tamara opgehaald door haar zus. De vakantiekosten van Tamara zijn: de reiskosten voor de heenweg en het kamperen. Wat zijn de totale vakantiekosten van Tamara?
Slide 23 - Open vraag
Heeft Tamara genoeg geld gespaard om haar vakantie te kunnen betalen? Let op de berekening.