Used to / tags

WELCOME 3MC
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELCOME 3MC

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning of the day
- Grammar: used to + hele werkwoord
- Grammar: tags

 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do these sentences have in common?
I used to play the piano but now I can't find the time.

My mom used to make my bread when I was younger but now I have to do it on my own.

He used to be nice but he changed a lot when he moved. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Used to + hele werkwoord 

Om te zeggen wat vroeger altijd gebeurde. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Make your own 2 sentences with 
used to + hele werkwoord 
timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moving on to the next grammar topic...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do these sentences all have in common?
You did do the dishes, didn't you? 
She hasn't received the email yet, has she?
They did read that book, didn't they?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tags
  • Een tag is een kort vraagje aan het einde van een zin:                                 aren't you....?    hasn't she.....?  am I....?
  • Waarom denk je dat de spreker dit doet?
  • Om eigenlijk te vragen of dat het klopt of dat hij/zij dat gedaan heeft etc. 
  • In het Nederlands zeggen wij vaak: nietwaar?, toch?, hé?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus....
Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)

Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm van to be en hulpwerkwoorden
The laptop is very slow, isn't it
He wouldn't do that, would he?
She has been to the doctors, hasn't she?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • In de tag herhaal je de vormen van to be en van hulpwerkwoorden (bijv. have, can, would).
  • Maar wat doe je als die vormen niet in de zin staan. 
  • They need some space, don't they? 
  • Dan moet je de juiste vorm van to be gebruiken.
  • They need some space, don't they? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorm van to be en hulpwerkwoorden
The laptop is very slow, isn't it? 
He wouldn't do that, would he?
She had been to the doctors, hasn't she?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp?
  • There isn't any paper left, is there?                                                    They haven't read that book, have they?
  • There isn't any paper left, is there?                                                   They haven't read that book, have they?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's practise!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question tags are...?
A
short trousers in questions
B
short questions
C
short answers at the beginning of a sentence
D
short questions at the end of a sentence.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags:
Als de zin [...] is,
dan is de tag [...]
A
bevestigend, bevestigend
B
ontkennend, bevestigend
C
bevestigend, ontkennend
D
ontkennend, ontkennend

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags
She sings beautifully,____?

A
isn't it?
B
doesn't she?
C
didn't she
D
don' t she

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags.
She is 35, .............. ?
A
is she
B
isn't she
C
does she
D
doesn't she

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de question tag?

She was late,............?
A
was she
B
wasn't she
C
does she
D
doesn't she

Slide 19 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.
Ik weet wat Question Tags zijn en hoe ik deze moet gebruiken/ maken.
A
Yes
B
No
C
Nog niet helemaal, maar met zelfstudie kom ik daar.
D
Nog niet helemaal, maar met behulp van de docent kom ik daar.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies