H1.4

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Programma 
  • Terugblik vorige les. 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 1.4
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week + doornemen toetsweek
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 3 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een overdrachtsinkomen.

Slide 4 - Open vraag

Suzanne krijgt 12 euro zakgeld per week. Hoeveel is dit per maand?
A
48 euro
B
144 euro
C
52 euro
D
624 euro

Slide 5 - Quizvraag

De maandbijdrage voor een Netflix-abonnement is 12 euro. Hoeveel is dit per jaar?
A
120 euro
B
100 euro
C
144 euro
D
240 euro

Slide 6 - Quizvraag

Doelen van deze les 
  • Je weet wat koopkracht is en waardoor dit kan veranderen.
  • Je weet wat inflatie/deflatie is en wat de gevolgen hiervan zijn. 
  • Je kunt met indexcijfers rekenen. 
  • Je kunt rekenen met brandstofverbruik

Slide 7 - Tekstslide

Wat is koopkracht?
CBS
Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) is een instantie die de inflatie/deflatie en koopkracht meet.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Prijzen kunnen stijgen en dalen
Inflatie > prijzen stijgen 
Deflatie > prijzen dalen

Binnen de Europese Unie (EU) is een inflatie rond de 2% afgesproken. De Europese Centrale Bank (ECB) kan de inflatie beïnvloeden door onder andere de rente te verhogen en te verlagen. 

Slide 10 - Tekstslide

Piet's loon stijgt met 10%, terwijl de gemiddelde prijzen met 5% stijgen. De koopkracht van Piet...
A
Stijgt
B
Daalt
C
Blijft gelijk
D
Kun je niet weten

Slide 11 - Quizvraag

Een bloemkool kost in augustus 1,49 euro en in september 1,53 euro.
Er is sprake van...
A
Koopkrachtstijging
B
Koopkrachtdaling
C
Inflatie
D
Deflatie

Slide 12 - Quizvraag

Rekenen met het indexcijfer
Prijs T-shirt 2014: €60 ​
Prijs T-shirt 2018: €68 ​
  1. Wat is het indexcijfer van het basisjaar (2014)? ​
  2. Bereken het indexcijfer van 2018?
  3. Bereken met hoeveel procent het T-shirt in prijs is gestegen in 2018 ten opzichte van het basisjaar.
Berekening indexcijfer = 
nieuw getal : getal in basisjaar x 100​

Slide 13 - Tekstslide

Rekenen met brandstofverbruik

Benzine €1,75 per liter. Brandstofverbruik is 1:35.
Marijn legt per jaar 6.500 kilometer af. 

Bereken hoeveel euro Marijn kwijt is aan brandstof per jaar. 

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk 

De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 

Begin met het maken van vraag 3 en 10, deze gaan we zo bespreken. 
Maken: par. 1.4 opdrachten 2 t/m 11 

timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen met 
procentuele verandering
Opgave 3 (H1.4)

Slide 16 - Tekstslide

Rekenen met 
indexcijfers
Opgave 10 (H1.4)

Slide 17 - Tekstslide

Toetsweek - tips 
  • Oefen de Quizlets 
  • Check de leerdoelen (lesson up en bij start paragraaf).
  • Check het kennen en kunnen lijstje (week 6 planner).
  • Oefen lastige rekenvragen. 

Slide 18 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 
> Teken vandaag bij mij af om te herkansen. 

  • Huiswerk maken: par. 1.4 opdrachten: 2 t/m 11a (11b hoeft niet)
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00
Tip!
Check Lessen Up klas voor de belangrijkste rekenvragen van H1!

Slide 19 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je weet wat koopkracht is en waardoor dit kan veranderen.
  • Je weet wat inflatie/deflatie is en wat de gevolgen hiervan zijn. 
  • Je kunt met indexcijfers rekenen. 
  • Je kunt rekenen met brandstofverbruik

Slide 20 - Tekstslide