Les 2 - Genotmiddelen

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Thema 8 - Gezondheid & Seksualiteit 

Les 2 Genotmiddelen

Lesdoelen

1. Je kunt voorbeelden geven van verschillende genotsmiddelen
2. Je bent je bewust van de risico's die worden meegebracht door genotmiddelen.
3. Je weet het verschil tussen hard- en softdrugs.
4. Je weet  wat het gedoogbeleid is.

Deze les :

• Wat weten we al?
• Opiumwet
• Harddrugs & softdrugs
• Gedoogbeleid
• Alcohol & tabak
• Opdracht

Wat weet je al over genotsmiddelen?

Genotmiddel

• Genotmiddel komt van genieten, of er geen genoeg van krijgen. 
• Denk niet alleen aan drugs maar ook aan alcohol, roken, chocolade, energydrankjes, snus en vapen.
• Genotmiddelen zijn bijna altijd verslavend.

Alcohol

• Gebruik toegestaan voor mensen van 18 jaar en ouder. Heeft echter wel risico’s:

• als je alcohol op hebt, denkt je minder na over de dingen die je doet.
• schadelijk voor de hersenen
• verslavend

Drugs 

Harddrugs:  Voorbeelden zijn Cocaïne, GHB, Heroïne, LSD, XTC en Amfetamine. Harddrugs zijn drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid. Ze zijn illegaal en het bezit van deze middelen is strafbaar.

 Softdrugs:  Voorbeelden zijn Hasj en Weed, tabak en Cafeïne.  Softdrugs zijn minder schadelijk voor de gezondheid dan harddrugs (dat wil niet zeggen dat ze niet schadelijk zijn). In Nederland zijn ze in beperkte mate legaal en mogen verkocht worden bij Coffeeshops.

Indeling Drugs

Verdovend

Stimulerend

• Cafeïne
  
• Nicotine
  
• Cocaïne
  
• Amfetamine
  
• XTC¹
  
• Anti-depressiva
  

Verdovend

• Alcohol
• Heroïne


• Cannabis
• Slaapmiddelen
• Kalmerings-middelen
  
• Anti-psychotica
  
• Lachgas

Waarnemings verruimend 

• XTC²
  
• Cannabis
  
• LSD
  
• Paddo’s
  

Indeling van Drugs

Verslaafd: 

Je kunt niet stoppen met een genotmiddel

Lichamelijk verslaafd: 

Als je stopt met een genotmiddel krijg je lichamelijke klachten.
Dit zijn afkickverschijnselen, zoals hoofdpijn, trillen en zweten.
Je lichaam wil eigenlijk niet zonder het middel.
 
Geestelijk verslaafd.
Je denkt dat je niet zonder genotmiddel kan. Je voelt je niet prettig.
Je kunt alleen maar aan het genotmiddel denken.

Sociaal verslaafd.

Je mist het contact met de mensen met wie je een genotmiddel gebruikt.

Vragen over filmpje

Je krijgt zo een filmpje te zien. In dit filmpje vertelt een meisje over haar ervaring met drugs.

Let goed op na het filmpje krijg je allerlei vragen. 

Vragen

• Waar begon het mee bij Lotte?
• Waarom of waardoor ging Lotte drugs gebruiken?
•  Wat is 3MMC voor iets?
•  Is Lotte helemaal van verslavingen af?
• Hoe kickte Lotte uiteindelijk af?
• Wat is een Safehouse? Waarom is het belangrijk dat zoiets er is denk je?

Opiumwet

• Onderscheid harddrugs/softdrugs
• Gedoogbeleid op cannabis
• 5 gr. op zak of 5 planten (voor eigen gebruik)
• Verbod op bezit, productie, verkoop, import & export.

Opdracht : discussie

De docent maakt twee groepen: 

Groep 1 

VOOR legalisering van softdrugs.

Groep 2

TEGEN legalisering van softdrugs.

Opdracht 2 - Informatie

Let op: Deze opdracht maak je ALLEEN
Deel je presentatie met de docent

1. Wat voor soort drugs is het?

2. Hoe wordt het gebruikt?

3. Wat zijn de effecten van de drug?
4. Hoe verslavend is het? Wat zijn de risico's?

5. Is het gebruik legaal in Nederland? Zo ja, hoe?

Genotsmiddelen: Kies uit....

Cannabis (wiet en hasj)

GHB

Heroïne

MDMA

Cocaïne

3MMC

3-CMC

Snus

Qat (khat of kat)

Ketamine

Flakka

Paddo's

Crystal Meth

Benzodiazepinen