7.3 Kans op werk

7.3 Kans op werk
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7.3 Kans op werk

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Planning: 18 juni toets hoofdstuk 7
2. Leerdoelen
3. Voorkennis 7.2
4. Uitleg 7.3
5. Nakijken 7.2 en maken 7.3
6. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wanneer de kans op werk voor werkzoekenden groter en kleiner is.
- Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen en uitvoerende en leidinggevende functie.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kun je hulp krijgen bij het zoeken naar een baan?
A
Door het UWV en werk.nl
B
door een opleiding te doen
C
door vrijwilligerswerk te doen
D
door een uitkering aan te vragen

Slide 4 - Quizvraag

Aan welke voorwaarde moet je niet voldoen om een uitkering te krijgen
A
beschikbaar zijn voor betaald werk
B
een opleiding volgen
C
best doen om werk te vinden
D
solliciteren

Slide 5 - Quizvraag

In welke regio is de werkloosheid het hoogst?
A
Randstad
B
Amsterdam
C
Groningen
D
Den Haag

Slide 6 - Quizvraag

Wat is verborgen werkloosheid?
A
werklozen die solliciteren
B
werklozen die willen werken
C
werklozen die een uitkering krijgen
D
werklozen die niet ingeschreven staan

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Uitleg 7.3
De kans op werk is groter door:
• scholing; een opleiding is een signaal dat je over doorzettingsvermogen beschikt;
• goede diploma’s;
• recente werkervaring;
• talenten die voor werkgevers belangrijk zijn;
• als je jong bent beschik je over veel aanpassingsvermogen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Uitleg 7.3
De kans op werk is kleiner door:
• een afgebroken schoolopleiding; en als werknemers hun vakkennis niet op peil houden, verzwakt hun positie op de arbeidsmarkt;
• een hogere leeftijd; oudere mensen zijn vaker ziek;
• een lichamelijke of geestelijke beperking;
• discriminatie


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Uitleg 7.3
Leidinggevende en uitvoerende functies: 
Mensen met een uitvoerende functie doen wat hun opgedragen wordt. 
Het regelen van dit werk wordt gedaan door mensen met een leidinggevende functie. Zij houden ook toezicht op het werk van de uitvoerenden.

Slide 13 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
1. Nakijken 7.2 met behulp van het antwoordblad

2. Maken 7.3: het huiswerk voor de volgende les is:
- Lezen blz. 80 t/m 83
- Maken opdrachten 1 t/m 12 van 7.3
3. Als je klaar bent ga je verder met de rekentrainer

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Waardoor neemt de kans op werk toe?
A
geen diploma
B
opleiding afgemaakt
C
hogere leeftijd
D
geen aanpassingsvermogen

Slide 16 - Quizvraag

Je positie op de arbeidsmarkt wordt sterker als je...
A
veel ervaring hebt
B
zonder diploma van school gaat
C
beperking hebt
D
werkloos bent

Slide 17 - Quizvraag

Als je een uitvoerende functie hebt..
A
geef je leiding
B
die je wat je opgedragen wordt
C
houd je toezicht
D
regel je het werk

Slide 18 - Quizvraag

Afsluiting
Wat heb je geleerd?
- wanneer de kans op werk voor werkzoekenden groter en kleiner is.
- wat het verschil is tussen en uitvoerende en leidinggevende functie.

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting
Het huiswerk voor dinsdag is:
Maken 7.3: het huiswerk voor de volgende les is:
- Lezen blz. 80 t/m 83
- Maken opdrachten 1 t/m 12 van 7.3
18 juni toets hoofdstuk 7

Bedankt voor je aandacht!

Slide 20 - Tekstslide