4.4 - schimmels

Thema 4: Biodiversiteit

Basisstof 4: schimmels




kgt
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 4: Biodiversiteit

Basisstof 4: schimmels




kgt

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerkcontrole
  • Herhaling - 4.2 en 4.3
  • Uitleg 4.4 - schimmels
  • Werktijd - PO of opdrachten 4.4
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Welk soort skelet heeft dit dier?
A
Inwendig
B
Uitwendig
C
Geen skelet

Slide 3 - Quizvraag

Fotosynthese kan plaatsvinden in het donker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Welk geleedpotige heeft 6 poten?
A
insecten
B
spinachtigen
C
veelpotigen
D
kreeftachtigen

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor soort dier is dit?
A
Amfibië
B
Vogel
C
Zoogdier
D
Reptiel

Slide 6 - Quizvraag

Wat ontstaat er bij fotosynthese?
(Ontstaan = iets krijgen)
A
Zuurstof en koolstofdioxide
B
Glucose en koolstofdioxide
C
Water en glucose
D
zuurstof en glucose

Slide 7 - Quizvraag

Fotosynthese vindt plaats in de groene delen van de plant, door de bladgroenkorrels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De geleedpotige hiernaast is een
A
insect
B
veelpotige
C
spinachtige
D
kreeftachtige

Slide 9 - Quizvraag

geef de formule van fotosynthese

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt kenmerken noemen van schimmels.
  • Je kunt uitleggen dat schimmels zowel nuttig als schadelijk kunnen zijn, en hiervan voorbeelden noemen 

Slide 12 - Tekstslide

Schimmels
Schimmels zijn super belangrijk, ze ruimen de dode resten van organismen op
Schimmels kun je soms zien, en soms niet, omdat ze 1 cel groot kunnen zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Celkenmerken
De cellen van schimmels hebben een celkern en een celwand, maar geen bladgroenkorrels. Ze kunnen dus geen fotosynthese uitvoeren.

Slide 14 - Tekstslide

Schimmels hebben geen
A
Celkern
B
Celwand
C
Bladgroenkorrels
D
Vacuole

Slide 15 - Quizvraag

Eencellig en meercellig
Schimmels kunnen eencellig of meercellig zijn. 
Gisten zijn eencellig.
Meercellige schimmels bestaan vaak uit schimmeldraden

Slide 16 - Tekstslide

Waarvoor kun je gist gebruiken?

Slide 17 - Open vraag

Voortplanting dmv sporen
(Meercellige schimmels)

Slide 18 - Tekstslide

Voortplanting dmv celdeling (eencellige schimmels)

Slide 19 - Tekstslide

Voortplanting
Bij sommige schimmel soorten ontstaan de sporen in speciale organen: paddenstoelen.
Dus paddenstoelen hebben de functie van voortplanting

Slide 20 - Tekstslide

Is deze schimmel nuttig of schadelijk?
(voedselbederf)
A
Nuttig
B
Schadelijk

Slide 21 - Quizvraag

Is deze schimmel nuttig of schadelijk?
(antibioticum)
A
Nuttig
B
Schadelijk

Slide 22 - Quizvraag

Is deze schimmel nuttig of schadelijk?
(champignons)
A
Nuttig
B
Schadelijk

Slide 23 - Quizvraag

Is deze schimmel nuttig of schadelijk?
(voetschimmel)
A
Nuttig
B
Schadelijk

Slide 24 - Quizvraag

Nut en schade
  • Ruimen dode resten van organismen op (N)
  • antibioticum (N)
  • voedsel, denk aan brood, bier, ect (N)
  • ziekteverwekker (infectie) (S)
  •  voedselbederf (S)

Slide 25 - Tekstslide

Werktijd
  1. Maak de opdrachten van 4.4 - blz. 86 t/m 88 (KGT),                  blz. 134 t/m 136 (BK)
  2. Werken aan je PO, zoek de informatie over je organisme, wat ga je maken? ( vb. flyer, poster, powerpoint, infographic) 
  3. Maak een samenvatting van 4.2 t/m 4.4
  4. Stel je vragen!

Slide 26 - Tekstslide