Formatief evalueren rotatie- rotatie
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een overbrenging
A
Een houtverbinding
B
Iemand die spullen overbrengt
C
Een beweging dat wordt omgezet naar een andere beweging
D
Een natuurkundig verschijnsel dat te maken heeft met licht en gluid
Slide 2 - Quizvraag
In welk apparaat zit geen tandwiel?
A
Blikopener
B
kurkentrekker
C
ouderwetse fietsbel
D
nijptang
Slide 3 - Quizvraag
Wat is hier te zien?
A
Richtingsverandering
B
Snelheidsverandering
C
richtingsverandering en snelheidsverandering
Slide 4 - Quizvraag
Wat is hier te zien?
(handboor)
(handboor)
A
Richtingsverandering
B
Snelheidsverandering
C
richtingsverandering en snelheidsverandering
Slide 5 - Quizvraag
Wat is hier te zien?
(deel van een fiets)
(deel van een fiets)
A
Richtingsverandering
B
Snelheidsverandering
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet de situatie op
het plaatje?
het plaatje?
A
snaarreactie
B
kettingloop
C
kettingreactie
Slide 7 - Quizvraag
Er is een tandwiel dat draait
tegen de klok in, meest links.
Welke kant draait het meest
rechtse tandwiel?
tegen de klok in, meest links.
Welke kant draait het meest
rechtse tandwiel?
A
Met de klok mee
B
tegen de klok in
Slide 8 - Quizvraag
Wat is translatie?
A
Een rechtlijnige beweging
B
Een ronddraaiende beweging
C
Een rechthoekige beweging
Slide 9 - Quizvraag
Wat is rotatie
A
een rechtlijnige beweging
B
een ronddraaiende beweging
C
een rechthoekige beweging
Slide 10 - Quizvraag
Hoe minder katrollen, des te...
A
MEER kracht heb je nodig om iets op te hijsen
B
MINDER kracht heb je nodig om iets op te hijsen
