TH 4.6 Hitler aan de macht

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

4.6 Hitler aan de macht

Vandaag:

• De opkomst en populariteit van Hitler
• Hitler neemt de macht over

Onvrede in Duitsland

In de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog hadden de Duitsers vooral een gevoel van ontevredenheid en boosheid

Onvrede in Duitsland

De Duitsers waren over drie dingen ontevreden:

1. Verdrag van Versailles
2. Economische crisis van 1929
3. Het slechte bestuur van de regering.

• Door de onvrede werden communisten en fascisten steeds populairder.

Propaganda

• Reclame maken voor (politieke) ideeën of personen.
• Heeft als doel om zoveel mogelijk mensen te overtuigen
• Bijvoorbeeld via posters, radio, tv, film, muziek, kranten, boeken, schoollessen, enzovoort.

Kinderboeken...

...en bioscoopfilms

Verkiezingen van 1932

• De propaganda van Hitler wist 33,1% van de Duitsers te overtuigen.
• De Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) werd de grootste partij van Duitsland
• (NAtional-soZIalistisch=Nazi)
• Hitler was de democratisch verkozen leider van Duitsland

1933: de Rijksdagbrand

• In 1933 stak een communist de Rijksdag in brand, het parlementsgebouw van Duitsland (soort Tweede Kamer).

• Om deze crisis van de communisten te bestrijden had Hitler héél even de absolute macht nodig.

• De bange parlementsleden gingen hiermee akkoord. Hitler had tijdelijk alle macht in handen.

Hitler neemt de macht over

Zodra Hitler de macht kreeg deed hij direct de volgende dingen:

1. Alle politieke tegenstanders en communisten werden gearresteerd.
2. Een verbod op alle politieke partijen behalve de NSDAP (nazipartij).

• Hitler maakte een einde aan de democratie.
  Hij was dictator van Duitsland geworden.

Door propaganda was Hitler ontzettend populair geworden

De Duitsers waren dolblij dat Hitler de macht had gepakt

De Rijksdagbrand

• De Rijksdagbrand kwam Hitler wel héél goed uit.
• De verstandelijk beperkte communist Marinus van der Lubbe (uit Nederland) kreeg de schuld.
• Over wie het écht heeft gedaan gaan veel complotten rond.

Aan de slag

Huiswerk voor de volgende les

• Maak van paragraaf 4.6 opdracht: 1 t/m 9