Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Graag:
Hou je telefoon bij je.
Jas uit, tas van tafel.
Boek, oortjes en laptop op tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Gesprek
Doel: Beter samenwerken, betere werksfeer
Aanleiding / reden: wat betekent dit voor mij/ons?
Schrijf op:
wat gaat er goed?
wat kan er beter?
Slide 2 - Tekstslide
Wat doen we hiermee?
Onze afspraken
-
-
-
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Waar werken we naartoe
Theaterdag en filmtoets - tellen mee voor PTA
Slide 5 - Tekstslide
Vandaag
Korte terugblik
6 kenmerken van theater
Opdracht
Dimensie Feit & Fictie
Opdracht
Afsluiter: Daniel Arends
zelfstandigheid
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik
Formuleer een vraag over de stof van de afgelopen weken.
Weet je nog, we hadden het over:
De herkomst van theater
Shakespeare's werk
Wat is theater?
De 5 theaterstijlen
timer
3:00
Slide 7 - Tekstslide
Terugblik
Wissel je vraag uit met je buur en test zijn/haar kennis!
(als nodig: gebruik je boek).
Daarna bespreken we ze (kort) klassikaal.
timer
3:00
Slide 8 - Tekstslide
6 kenmerken
Slide 9 - Tekstslide
6 kenmerken van theater
Waarom? Zodat je kan beschrijven wat je ziet en wat er gebeurt en... wat je ervan vindt!
Hoofdstuk 20 in je boek
Slide 10 - Tekstslide
6 kenmerken
Voorstelling: De 5 w's
Lichaam: mimiek, houding, beweging
Stemgebruik
Mise-en-scene
Speelstijl
Theatervormgeving
- Wie
- Wat
- Waar
- Waarom
- Wanneer
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 1
Lees in je boek Contrast hoofdstuk 20, daarna:
Je bekijkt 5 theaterstukken en maakt vragen in WORD bestand
Omschrijf bij elk stuk:
Welke theaterstijl het is en leg uit waar je dat aan ziet
Hoe de 6 kenmerken van theater te zien zijn: wat valt op?onderbouw je antwoord
Lever in via Teams
Slide 12 - Tekstslide
1.
2.
3.
4.
5.
Slide 13 - Tekstslide
Dimensie Feit en Fictie
Weet je nog?
Dimensie = bril / perspectief
--> Om een kunstvorm beter te begrijpen
Feit?
Fictie?
Slide 14 - Tekstslide
Feit en Fictie
Theatermakers zetten de verhouding tussen feiten en fictie bewust in:
Verzonnen verhaal of op feiten gebaseerd?
Zou het echt kunnen zijn?
Wat als het echt zou gebeuren?
Wat is het onmogelijke?
Hoe echt lijkt het?
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 2
Lees eerst hoofdstuk 2 van je boek Contrast
Zoek een youtuber, film of serie op waarin er gespeeld wordt met wat echt is - hoe doen ze dat? Wat wordt er verdraaid aan de werkelijkheid? Leg uit!
Van welk feit zou jij een theatervoorstelling maken, vertel a.d.h.v. de 6 kenmerken van theater hoe jij dit feit in een theatervoorstelling over zou brengen. 200 woorden