8.6 Het hormoonstelsel

8.6 Het hormoonstelsel
Thema 8 Regeling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.6 Het hormoonstelsel
Thema 8 Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent een bewuste reactie?
A
Een reactie zonder na te denken
B
Een onbewuste reactie
C
Een automatische reactie
D
Een reactie waarbij je (kort) nadenkt

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een reflex?
A
Een reactie die plaatsvindt in de hersenen.
B
Een langzame, bewuste reactie op een prikkel.
C
Een bewuste reactie op een prikkel.
D
Een vaste, snelle, onbewuste reactie op een prikkel.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een reflexboog?
A
Een reflex die optreedt in de hersenstam.
B
Een boogvormige reflexbeweging.
C
Een reflex die alleen in de ledematen voorkomt.
D
De weg die impulsen bij een reflex afleggen.

Slide 5 - Quizvraag

Waarom voel je eerst de arm terugtrekken en pas daarna de pijn?
A
De impulsen naar de hersenen komen iets later aan dan de impulsen naar de armspier
B
De impulsen naar de hersenen en de armspier komen gelijktijdig aan
C
De impulsen naar de hersenen komen sneller aan dan de impulsen naar de armspier
D
De impulsen naar de hersenen komen helemaal niet aan

Slide 6 - Quizvraag

Begrippen 8.5
  • Bewuste reactie
  • Reflex
  • Reflexboog

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen 8.6
  • Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
  • Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans.
  • Je kunt de werking beschrijven van het hormoon uit de bijnieren.

Slide 8 - Tekstslide

Werking van hormonen
  • Hormoonklieren maken hormonen.
  • Hormonen komen via het bloed bij alle organen
  • Hormonen werken alleen bij de organen die er gevoelig voor zijn.
  • Hormonen hebben onder andere invloed op de groei, de ontwikkeling en de voortplanting.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe komen hormonen bij de organen?
A
Via de zenuwen
B
Via de nieren
C
Via de lymfevaten
D
Via het bloed

Slide 10 - Quizvraag

Hormoonklieren
  • Hormoonlieren zijn anders gebouwd dan andere klieren.
  • Een normale klier heeft een afvoerbuis.
  • Een hormoonklier heeft geen afvoerbuis, omdat hormonen direct aan het bloed worden afgegeven.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarom hebben hormoonklieren geen afvoerbuis?
A
Hormonen hebben geen specifieke uitgang.
B
Hormonen worden opgeslagen in de klieren.
C
Hormonen worden afgevoerd via andere klieren.
D
Hormonen worden direct aan het bloed afgegeven.

Slide 13 - Quizvraag

Regeling
Het hormoonstelsel en het zenuwstelsel regelen de werking van organen, maar dat doen ze niet op dezelfde manier.

Slide 14 - Tekstslide

Belangrijke hormoonklieren
Drie belangrijke hormoonklieren in het lichaam zijn:
  • De eierstokken en teelballen
  • De eilandjes van Langerhans
  • De bijnieren

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Eierstokken en teelballen
  • De teelballen en eierstokken maken geslachtshormonen.
  • Onder invloed van geslachtshormonen ontstaan secundaire geslachtskenmerken.

Slide 17 - Tekstslide

Wat ontstaat onder invloed van geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Spijsverteringsproblemen
C
Secundaire geslachtskenmerken
D
Slaapstoornissen

Slide 18 - Quizvraag

Eilandjes van Langerhans
  • In de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans.
  • Dit zijn groepjes cellen die hormonen maken, zij regelen hoeveel suiker(glucose) in je bloed zit.
  • Bij gezonde mensen is het glucosegehalte van het bloed altijd ongeveer gelijk.
  • Bij sommige mensen werken de eilandjes van Langerhans niet goed. Er zit te veel suiker in het bloed zitten. (diabetes)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat regelen de eilandjes van Langerhans?
A
De ademhaling
B
Het glucosegehalte in het bloed
C
De hartslag
D
De bloeddruk

Slide 21 - Quizvraag

Bijnieren
  • De Bijnieren liggen als kapjes boven op de nieren, zij maken het hormoon adrenaline.
  • Adrenaline wordt gemaakt als je schrikt of bang bent.
  • Door adrenaline krijg je extra glucose in je bloed.
  • Hierdoor kun je betere prestaties leveren, bijvoorbeeld wegrennen voor gevaar.
  • Sommige mensen vinden het gevoel dat ze van adrenaline krijgen erg lekker: de adrenalinekick. Ze zoeken daarom steeds opnieuw gevaar op.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat maken de bijnieren?
A
Oestrogeen
B
Insuline
C
Testosteron
D
Adrenaline

Slide 24 - Quizvraag

Begrippen 8.6
  • Alvleesklier
  • Bijnieren
  • Eilandjes van Langerhans
  • Glucosegehalte

Slide 25 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen.
  • Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans.
  • Je kunt de werking beschrijven van het hormoon uit de bijnieren.

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 8.6: 1 t/m 7 
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 8.6
Veel goed? -> Maken 7+ online extra 

 

timer
25:00

Slide 27 - Tekstslide