Laatste EO2E 2024

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Einde schooljaarquiz
Benodigdheden: Rekenmachine
kennis van vlakke figuren
Bettermarks H8
par 1.1 1.2 1.5 t/m 1.8
par 2.1 t/m 2.3
par 3.1 t/m 3.4
par 4.1 en 4.2

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de naam van het teken?
A
rechtehoekteken
B
symmetrieas
C
tekens voor even lang
D
tekens voor evenwijdig

Slide 3 - Quizvraag


Maak af:

Deze lijnen zijn..........
A
even lang
B
evenwijdig
C
even groot
D
in evenwicht

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de naam van het teken?
A
rechtehoekteken
B
symmetrieas
C
tekens voor even lang
D
tekens voor evenwijdig

Slide 5 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
A
90 graden
B
Dat kun je niet weten
C
68 graden
D
79 graden

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel graden zijn alle hoeken samen in een driehoek?

Slide 7 - Woordweb


Hoe heet deze driehoek?
A
Gelijkzijdige driehoek
B
Gelijkbenige driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Rechtzijdige driehoek

Slide 8 - Quizvraag


A
Rechthoekige gelijkbenige driehoek
B
Rechthoekige driehoek
C
Gelijkzijdige driehoek
D
Gelijkbenige driehoek

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort
driehoek is dit?
A
Scherphoekige driehoek
B
Rechthoekige driehoek
C
Stomphoekige driehoek
D
Gelijkbenige driehoek

Slide 10 - Quizvraag

Bereken Hoek K
Welke berekening
is goed
A
Hoek K = 180 - 80 - 45
B
Hoek K = 180 - 8- - 45
C
Hoek K = 100 - 80 - 45
D
Hoek K = 80 + 45

Slide 11 - Quizvraag

Hoek C is 64 graden. Hoe bereken je dat?
A
Hoek C = 180 - 90 - 26 = 64 graden
B
Hoek C = 64 graden
C
180 - 90 - 26 = 64 graden
D
90 + 26 = 116 116 - 180 = 64 graden

Slide 12 - Quizvraag

Driehoek ABC is rechthoekig. hoek C is de rechte hoek, hoek A = 38 graden, bereken hoek B
A
52
B
71
C
Dit kan je niet berekenen
D
82

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel graden zijn alle hoeken samen in een vierhoek?
A
180
B
360
C
270

Slide 14 - Quizvraag


Welk vlakke figuur is dit?
A
Paralellogram
B
Trapezium
C
Rechthoek
D
Onregelmatige/gewone vierhoek

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet de driehoek
hiernaast?
A
Gelijkzijdige driehoek
B
Gewone driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Gelijkbenige, rechthoekige driehoek

Slide 16 - Quizvraag

Welk figuur is dit?
A
Ruit
B
Parallellogram
C
Vlieger
D
Trapezium

Slide 17 - Quizvraag

Welk figuur is dit?
A
Rechthoek
B
Trapezium
C
Parallellogram
D
Ruit

Slide 18 - Quizvraag

Hoe groot is hoek K?
A
44
B
90
C
68
D
113

Slide 19 - Quizvraag

Welk figuur ben ik?
- Mijn zijden zijn even lang
- Mijn hoeken zijn recht


A
Rechthoek
B
Paralellogram
C
Ruit
D
Vierkant

Slide 20 - Quizvraag

Welk figuur ben ik?
- ik heb geen symmetrieas
- ik heb geen even lange zijden
- ik heb geen rechte hoek

A
Gelijkbenige driehoek
B
Rechthoekige driehoek
C
Gewone driehoek
D
Gelijkzijdige driehoek

Slide 21 - Quizvraag

De hoekensom bij een driehoek is 180 graden. Wat is de hoekensom bij een vierhoek?
A
260 graden
B
360 graden
C
180 graden
D
210 graden

Slide 22 - Quizvraag

Bereken hoek Q in vierhoek PQRS?
A
180 graden
B
60 graden
C
360 graden
D
100 graden

Slide 23 - Quizvraag

Hiernaast staat vierhoek
ABCD. Bereken hoek D.

A
52 graden
B
182 graden
C
218 graden
D
128 graden

Slide 24 - Quizvraag

Hoe heet de driehoek
hiernaast?
A
Gelijkzijdige driehoek
B
Gewone driehoek
C
Rechthoekige driehoek
D
Gelijkbenige, rechthoekige driehoek

Slide 25 - Quizvraag

Welk figuur ben ik?
- ik heb 4 hoeken
- mijn overstaande zijden zijn even lang
- mijn overstaande zijden zijn evenwijdig
A
Rechthoek
B
Ellips
C
Trapezium
D
Driehoek

Slide 26 - Quizvraag


Hoe groot is
hoek C ?
A
70
B
60
C
50

Slide 27 - Quizvraag

Welk figuur ben ik?
- Mijn zijden zijn even lang
- Mijn hoeken zijn recht


A
Rechthoek
B
Paralellogram
C
Ruit
D
Vierkant

Slide 28 - Quizvraag

Hiernaast zie je vierhoek ABCD.
Bereken hoek C.
(Hoek A = 132 graden
Hoek B = 65 graden
Hoek D = 36 graden)
A
127
B
167
C
100
D
dat kun je niet weten

Slide 29 - Quizvraag

Hiernaast zie je een verkleining van de ifeltoren
Hoe bereken je de vergrotingsfactor?
A
vergrotingsfactor = lengte origineel x lengte beeld
B
vergrotingsfactor = lengte origineel / lengte beeld
C
vergrotingsfactor = lengte beeld / lengte origineel

Slide 30 - Quizvraag

Wat was leuk
afgelopen schooljaar?

Slide 31 - Woordweb

Wat was niet leuk
dit schooljaar?

Slide 32 - Woordweb

Wiskunde is....

Slide 33 - Woordweb

Nog leuke plannen
voor de vakantie?

Slide 34 - Woordweb

Succes met het proefwerk!

Slide 35 - Tekstslide