Klas 2A gymn Montag, den 4. April 2022

Montag, den 4. April 2022  
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Schreibecke + Plauderecke übersetzen
  • Hören
  • der-Gruppe
  • Lesen
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Montag, den 4. April 2022  
  • Willkommen
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Schreibecke + Plauderecke übersetzen
  • Hören
  • der-Gruppe
  • Lesen
  • Hausaufgaben 
  • Zum Schluss

Slide 1 - Tekstslide

Nachsehen Hausaufgaben
Aufgaben 18.2B + 18.3 + 18.4 Seiten 80-81

Slide 2 - Tekstslide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:
  • Je kunt kennis ophalen.
  • Je kunt tijdens een luisterfragment vragen beantwoorden.
  • Je weet waaruit de der-Gruppe bestaat en kunt dit toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

  1. Ik zit op de havo.
  2. Ik krijg bijles in wiskunde.
  3. Ik heb nog nooit gespijbeld.
  4. Natuurkunde vind ik moeilijk.
  5. Hoe gaat het bij jou op school?
  6. Mijn lievelingsvak is Engels.
  1. Wanneer pak jij je schoolspullen in?
  2. Hoe lang duurt een lesuur?
  3. In welke klas zit je?
  4. Welk vak heb jij woensdag het eerste uur?
  5. Wat doe jij 's avonds altijd?
  6. Hoe laat ga jij naar school?

Slide 4 - Tekstslide

Hören   Seite 84
Aufgabe 19.2 
Wat moeten we doen voor het luisteren?

Slide 5 - Tekstslide

Machen Aufgaben:
Aufgabe 19.3 + Aufgabe 19.4B Seiten  85-86

  • Zelfstandig maken.
  • Klaar: Kapitel 6 Einleitung, Aufgabe 1.1.
  • Bepreken Aufgaben 19.3 en 19.4B
timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

der-Gruppe:
  • Waaruit bestaat de der-Gruppe
  • Wat is de eerste stap?
  • Wat kun je vertellen over de der-Gruppe?

Üben => Handy!

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 20.1  Word-Countdown
Seite 88  + TB bron 20 Seite 74
  • Gezamenlijk lezen.
  • Zelfstandig maken.
  • Bespreken /aufgabe 20.1

timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Hausaufgaben: 
Lernen: Plauderecke A+B Seite 68 TB        Lernen: Wörterliste A+B Seite 76-77
Lernen: Schreibecke Seite 72                         Lernen: Grammatik A+B +C Seiten 75-76  + aan- 
                                                                               tekeningen (in stam e /  a + aantekeningen der-Gruppe)

Machen: 
Aufgaben 19.3 en 19.4B afmaken
Kapitel 6: Einleitung Seiten 91-92
Aufgabe 1.1    Seite 93 
Aufgabe 1.2   Seiten 94-95
Aufgabe 3.3  Seite 97   (Wörterliste A) 

Slide 9 - Tekstslide

Wörterlisten/Plauderecken/Schreibecke
Je gaat aan de slag met het leren van:
  • Wörterlisten A en B
  • Plauderecken
  • Schreibecke
=> WRTS/Quizlet/kaartjes/schrijven/overhoren

Slide 10 - Tekstslide

Grammatik: der-groep
der-groep bestaat uit: 
  • der die das die (bepaalde lidwoorden)
  • dies-            - deze/dit
  • jed-              - ieder/elk
  • manch-      - menig-/sommige
  • all-                - alle
  • solch-         - zulk/zo’n
  • welch-        - welk

Slide 11 - Tekstslide

Grammatik: der-groep
dies- , jed-, manch-, all-, solch- en welch-
-> willen lijken op de lidwoorden: der die das die

1e stap: Wat is het lidwoord?

Zie schema

Slide 12 - Tekstslide

Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
TB Seite 75 sterke werkwoorden met e in stam

Bij sterke werkwoorden met een e in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
  • du/er/sie/es/man -> i   of   ie  
  • è uitspraak -> i
  • ee uitspraak -> ie

Slide 13 - Tekstslide

Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
  1. gehen, stehen en bewegen -> geen i/ie wissel
  2. geben -> geen ie => i
  3. nehmen -> bij du/er/sie/es/man: h wordt m 
  4. nehmen -> geen ie => dus du nimmst/ er/sie/es/man nimmt
  5. treten -> geen ie => i
  6. treten -> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t   
       du trittst    dus niet => tritest
       er/sie/es/man tritt   dus niet => tritet

Slide 14 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met a in stam
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:    -> du/er/sie/es/man -> ä

Aandachtspunten:
  • bij laufen en stoßen geldt dezelfde regels als hierboven
  • bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
       d of t   
       du hältst                   er/sie/es/man hält

Slide 15 - Tekstslide