Thema: wohnen

Ziel
Ich kann mein Zimmer beschreiben.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ziel
Ich kann mein Zimmer beschreiben.

Slide 1 - Tekstslide

Unterrichtsstunde 1

Slide 2 - Tekstslide

Benoem zoveel mogelijk Duitse woorden die te maken hebben met het thema "wohnen"

Slide 3 - Woordweb

Zoek zoveel mogelijk woorden die met het thema 'wohnen' te maken hebben. Maak gebruik van de foto. Maak een woordenlijst. 

Slide 4 - Tekstslide

Jetzt
Übersetze in deinem Arbeitsbuch der Lernwortschatz auf Seite 12 & 13.
Benutze ein Wörterbuch!

Slide 5 - Tekstslide

Unterrichtsstunde 2

Slide 6 - Tekstslide

Du hörst eine Führung (rondleiding) durch eine Wohnung. Welche Räume und welche Möbelstücke hörst du?
Neue Wohnung

Slide 7 - Open vraag

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

Slide 8 - Tekstslide

Keuzevoorzetsels 
an
aan/op
auf
op
hinter
achter
neben
naast
in 
in/binnen
über
over
unter
onder
vor
voor 
zwischen
tussen

Slide 9 - Tekstslide

De keuzevoorzetsels kunnen zowel een Dativ (3e naamval) of een Akkusativ (4e naamval) zijn. Maar wanneer maak je gebruik dan de Dativ en wanneer van de Akkusativ?

Slide 10 - Tekstslide

Dativ
Dativ = rust, ergens zijn.

Je kunt de vraag: Wo (waar)? stellen


Die Zeitung liegt auf dem Tisch. 
Akkusativ
Akkusativ = beweging, ergens heen. 

Je kunt de vraag: Wohin (waarheen)? stellen

Sie wirft die Zeitung auf den Tisch (m). 

Slide 11 - Tekstslide

Liegt das Buch in d... Schrank? (m)

Slide 12 - Open vraag

Er wirft das Buch in d... Ecke (v)!

Slide 13 - Open vraag

Der Schreibtisch steht neben mein... Bett (o).

Slide 14 - Open vraag

Er stellt sein Fahrrad neben d.... Baum (m).

Slide 15 - Open vraag

Die Katze liegt vor d.... Bett (o).

Slide 16 - Open vraag

Unter d... Stuhl (m) liegt der Ball.

Slide 17 - Open vraag

Jetzt:
Doel: Maak zinnen om je kamer te beschrijven. 
Gebuik het volgende: 
- de keuzevoorzetsels
- woordenschat 'wohnen'

Zorg dat je zo duidelijk beschrijft dat de andere leerling jouw kamer kan natekenen. 

Slide 18 - Tekstslide

Unterrichtsstunde 3

Slide 19 - Tekstslide

Du hörst jetzt meine Zimmerbeschreibung. 
Zeichne was du hörst!

Slide 20 - Tekstslide

Jetzt bist du dran! 
Beschreibe dein Zimmer. Dein(e) Mitschüler(in) zeichnet dein Zimmer. 

Slide 21 - Tekstslide