2.1 De late industrialisatie van Nederland

Nederland als industriële samenleving 


Paragraaf 1 

De late industrialisatie van Nederland

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederland als industriële samenleving 


Paragraaf 1 

De late industrialisatie van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Koninkrijk der Nederlanden

Slide 2 - Tekstslide

Het Koninkrijk der Nederlanden
Koning Willem I

Slide 3 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie in huis, naar...
... grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 4 - Tekstslide

Industrie in het zuiden (BELGIË)
  • Industriële revolutie was  begonnen. 
  • 1800: textielfabrieken en stoommachines

Slide 5 - Tekstslide

- ijzererts (ijzer) en 
steenkool (brandstof) in de grond 

- hierdoor > bouw van machines, spoorwegen en bruggen. 
na 1830: snelle aanleg spoorwegen 

Slide 6 - Tekstslide

Nederland industrialiseert laat 
  • Pas vanaf 1860
  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie.

Slide 7 - Tekstslide

Handel + landbouw in het noorden (NL)
Rond 1800:
- geen/nauwelijks industrie
+ wel handel (scheepvaart)
+ en landbouw

Slide 8 - Tekstslide

gebrek aan industrie door:
1 windmolens en watermolens ipv stoomkracht (te duur)

2 nog geen steenkool (pas 1900)

3 weinig spoorwegen tot 1860 

4 weinig vraag naar producten door hoge belastingen (weinig te besteden) 

Slide 9 - Tekstslide

koning Willem I
doel: koninkrijk moderniseren, vooral industrie!
(bijnaam: 'koning koopman')

koning wilde samenwerking tussen noord en zuid

maar....
1830: Belgische Opstand

Slide 10 - Tekstslide

 Industrie in Nederland
Maatregelen Willem I:

1)  investeren in infrastructuur:
alles wat vervoer mogelijk maakt
- vooral kanalen en spoorwegen

   1839: eerste stoomtrein in NL       (Haarlem - Amsterdam)

Slide 11 - Tekstslide

2) opbouw textielindustrie > Twente

eerste fabrieken > 1830

voordelen Twente: 
- huisnijverheid 
- veel arbeiders voor weinig loon

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie Nederland
  • Vanaf 1860 komt de industrie in Nederland op gang: stoommachines, geen handwerk. 


Slide 13 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie Nederland
  • Vanaf 1860 komt de industrie in Nederland op gang: stoommachines, geen handwerk. 

Drie oorzaken:
  1.  Nog meer investeren in infrastructuur.  (Betaald door koloniën)

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie Nederland
  • Vanaf 1860 komt de industrie in Nederland op gang: stoommachines, geen handwerk. 

Drie oorzaken:
  1.  Nog meer investeren in infrastructuur.  (Betaald door koloniën)
  2. De vraag naar producten nam toe          (door koloniën meer geld te besteden)

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie Nederland
  • Vanaf 1860 komt de industrie in Nederland op gang: stoommachines, geen handwerk. 

Drie oorzaken:
  1.  Nog meer investeren in infrastructuur.  (Betaald door koloniën)
  2. De vraag naar producten nam toe          (door koloniën meer geld te besteden)
  3. Koloniën waren een belangrijk afzetgebied voor katoenen stoffen 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 18 - Tekstslide

Arbeidsomstandigheden
arbeidsomstandigheden
  • lage lonen (vrouwen en kinderen goedkoper)
  • 10 - 14 uur werken per dag, 6 dagen per week, geen vakanties
  • ongezond en gevaarlijk werk in fabrieken en mijnen  

Slide 19 - Tekstslide

Arbeidsomstandigheden

  • arbeidsdeling (geen volledig product)
  • stoommachine geeft tempo aan 

  • onzekerheid: makkelijk ontslagen, geen kritiek
  • geen beschermende wetten 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

woonomstandigheden
Overbevolking in de stad --> Kleine woningen en veel uitbraken ziektes.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Stel= Je moet mbv een prent een beeld geven van de arbeidsomstandigheden van rond 1900. Welke bron gebruiken jullie? Leg je antwoord uit.
1.
2.
3. 
4.

Slide 26 - Tekstslide