In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Soorten argumentatie
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling
Beschrijf kort:
- standpunt
- argument
- feitelijk vs. waarderend argument
- tegenargument
- weerlegging
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Soorten argumentatie
Argumentatie op basis van:
- feiten
- onderzoek/wetenschap
- normen en waarden
- vermoedens
- geloof/overtuiging
- gezag/autoriteit
Slide 4 - Tekstslide
De maximumsnelheid moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van gezag/autoriteit
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van vermoedens
Slide 5 - Quizvraag
Die winkelier moet gestraft worden. Je slaat iemand toch niet neer, omdat hij een brood steelt.
A
Argumentatie op basis van feiten
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van geloof
D
Argumentatie op basis van normen en waarden
Slide 6 - Quizvraag
Het Interkerkelijk Vredesberaad is principieel tegen elke vorm van geweld.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van gezag/autoriteit
C
Argumentatie op basis van feiten
D
Argumentatie op basis van geloof of overtuiging
Slide 7 - Quizvraag
Was regelmatig uw handen, want het voorkomt infecties.
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van nut
C
Argumentatie op basis van vermoedens
D
Argumentatie op basis van gezag/autoriteit
Slide 8 - Quizvraag
De nieuwe iPhone kan je het beste bij Tele2 kopen, daar is hij het goedkoopst.
A
Argumentatie op basis van vermoeden
B
Argumentatie op basis van feiten
C
Argumentatie op basis van gezag
D
Argumentatie op basis van onderzoek
Slide 9 - Quizvraag
Stacey gaat volgens mij helemaal niet naar Australië, ik denk namelijk niet dat ze slaagt.
A
Argumentatie op basis van nut
B
Argumentatie op basis van vermoedens
C
Argumentatie op basis van onderzoek
D
Argumentatie op basis van normen en waarden
Slide 10 - Quizvraag
Groepen maken
Slide 11 - Tekstslide
Ballondebat
Slide 12 - Tekstslide
Het ballondebat
- Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Geert Wilders, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)
- Noteer waarom deze BN'er van belang is voor Nederland.
timer
3:00
Slide 13 - Tekstslide
Maar dan gaat het mis! De ballon dreigt tegen de kerk aan te vliegen.......
Om snel op te stijgen, moeten er 2 BN'ers overboord gegooid worden.
Slide 14 - Tekstslide
Ronde 1
Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten.
Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!
timer
1:00
Slide 15 - Tekstslide
Maar dan gaat het opnieuw mis! De ballon dreigt tegen een ander hoog gebouw aan te vliegen........
Slide 16 - Tekstslide
Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn!