klas 2: het nut van goede taalbeheersing

1 / 31
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Goede taalbeheersing...
Nuttig? Of zinloos?
We beginnen met drie stellingen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel, jij krijgt later kinderen. Vind je het belangrijk dat ze goed leren praten?
onbelangrijk
beetje belangrijk
belangrijk
heel belangrijk

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

En... vind je het belangrijk dat ze goed leren lezen?
onbelangrijk
beetje belangrijk
belangrijk
heel belangrijk

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot: vind je het belangrijk dat ze goed leren schrijven?
onbelangrijk
beetje belangrijk
belangrijk
heel belangrijk

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

lesinhoud
1) een spellinggeweten en 
2) een spellingbewustzijn creëren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spellinggeweten
Waarom moet je goed kunnen spellen? #whocares?
Waarom spel je het niet gewoon zoals je het hoort? #yolo

Kijk even naar de volgende afbeeldingen en oordeel zelf...

Slide 7 - Tekstslide

Het creëren van een spellinggeweten betekent, weten waarom je goed zou moeten kunnen spellen, oftwel: wat is het nut van spelling? Een veelgestelde vraag daarbij is 'waarom spel je het niet zoals je hoort?'. Vandaar dat beide vragen aan bod komen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

kies zelf één of twee voorbeelden
waarom is het dus belangrijk om foutloos te spellen?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom spel je het niet gewoon zoals je het hoort?

Slide 14 - Tekstslide

http://www.taalcanon.nl/vragen/is-spelling-taal/

Waarom spel je niet gewoon zoals je het hoort?
A
Omdat we allemaal iets anders horen
B
Omdat je teveel varianten krijgt
C
Omdat het moeilijker is
D
Omdat taal verandert

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie basisprincipes van de Nederlandse spelling:
1) uitspraak (fonologie)
2) etymologie
3) gelijkvormigheid (morfologie)


Slide 16 - Tekstslide

https://www.vlaanderen.be/taaladvies/spellingregels/basisprincipes-van-de-nederlandse-spelling-uitspraak-gelijkvormigheid-etymologie
1) fonologie
klankleer; 
De spelling van woorden is verbonden aan de betekenis.

bijvoorbeeld: 
kat 
is iets anders dan
mat

Slide 17 - Tekstslide

'riet' bestaat uit drie klanken, r - ie - t. Vervangt men de r door een l dan krijgt met een heel ander woord, namelijk liet (de verleden tijdsvorm van laten). /r/ en /l/ worden daarom als aparte fonemen beschouwd: zij brengen een verschil in betekenis tot stand, ze hebben een betekenisonderscheidende of distinctieve functie. Dit concept van de distinctiviteit is een centraal concept van de fonologie. Of een bepaalde klank een betekenisonderscheidende functie heeft, wordt over het algemeen onderzocht met behulp van minimale paren, dat zijn woordparen die zich maar in één klank van elkaar onderscheiden zoals het net genoemde minimale paar riet/liet.

Interessant feitje: In het Spaans bijvoorbeeld zijn er twee r-fonemen: de tap en de lang gerolde tongpunt-r. Zij kunnen betekenisonderscheidend werken zoals in pero (maar) en perro (hond). Het Japans daarentegen maakt zoals algemeen bekend geen onderscheid tussen l en r. Ze zijn binnen het Japanse klanksysteem varianten van hetzelfde foneem. Daarom hebben Jappanners zo'n moeite met woorden als 'rijst' en 'lijst'. Voor hen klinkt het als hetzelfde woord.
fonologie
Dezelfde klank geven we zoveel mogelijk weer door hetzelfde letterteken.

Maar niet altijd...

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

fonologie
Want sommige tekens hebben meerdere klanken, zoals de /e/ in 'wederhelft'. 

Welke (3!) verschillende klanken hoor je daar? 
(hand opsteken als je het weet)



Slide 19 - Tekstslide

lange é in eerste lettergreep
sjwa <u> in tweede lettergreep
korte è in laatste lettergreep

achtergrondinformatie: http://www.taalcanon.nl/vragen/hebben-italianen-en-chinezen-ook-dyslexie/
Waarom schrijven we dan niet weedurhelft
  • Ten eerste omdat we op verschillende plekken in het land verschillende uitspraken hebben en we één standaardtaal hebben die we allemaal willen kunnen lezen/schrijven. 
  • En dan zouden we woorden krijgen als 'wiederhalf' (Limburgs) en 'wedahelluf' (Haags) en wordt de taal onleesbaar. 
Een voorbeeld van Nijntje op z'n Brabants:

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

He Nijn, zei vader op een dag
weet je wat ik dacht?
Ik ga eens naar de dierentuin
Ik wed dat jij wel mee mag
Waarom schrijven we dan niet weedurhelft? 
Ten tweede vanwege de etymologie, de herkomst van woorden.

Slide 22 - Tekstslide

lange é in eerste lettergreep
sjwa <u> in tweede lettergreep
korte è in laatste lettergreep

achtergrondinformatie: http://www.taalcanon.nl/vragen/hebben-italianen-en-chinezen-ook-dyslexie/
2) etymologie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

etymologie
Veel woorden worden nog helemaal of gedeeltelijk volgens hun oorsprong gespeld. 

Een paar voorbeelden: baby, jazz, leasen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dus...
  • Hoe een woord wordt gespeld wordt dus grotendeels gebaseerd op waar het woord vandaan komt (etymologie) en hoe het klinkt (fonologie). 
  • Maar er moet niet alleen rekening gehouden worden met het woord maar ook met mogelijke verbuigingen, vervoegingen en afleidingen. 
  • Hier komt morfologie om de hoek kijken.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3) Morfologie
De leer van de woordvorming en woordstructuur; bestudering van de vormen, verbuigingen, vervoegingen en afleidingen van woorden.

  • verbuiging: groot/groter/grootst - een/eerste 
  • vervoeging: werk/werkt/werkte/gewerkt - brand/brandt/brandde/gebrand
  • afleiding: schrijf/schrijver - ondernemen/onderneming






Slide 26 - Tekstslide

De morfologie van een taal levert over het algemeen betrouwbare informatie over de oudere fasen van een taal. Ook helpen deze kenmerken bij het verklaren van de meeste fonologische kenmerken van een taal.

De morfologie kan verklaren hoe sommige talen aan elkaar verwant zijn, neem bijvoorbeeld de hoogduitse klankverschuiving: huis house hause
muis mouse mause
Morfologie
Het gelijkvormigheidsprincipe houdt in dat een woord of een deel van een woord zo veel mogelijk op dezelfde manier wordt gespeld, ongeacht de eventuele verschillen die er in de uitspraak zijn.

goed en niet goet (zoals goede)
hij vindt en niet vint (zoals hij werkt (= stam + t))
niet bloet maar bloed (zoals bloeden)
niet hep maar heb (zoals hebben)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet zo een kort (2:37) filmpje
We maken kennis met iemand die taal en spelling moeilijk vindt. 

Je beantwoordt na het kijken deze twee vragen:
1) Noem twee gevoelens van Petra over haar (slechte) taalbeheersing.
2) Noem twee negatieve gevolgen van haar taalbeheersing.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Vragen

1) Noem twee gevoelens van Petra over haar (slechte) taalbeheersing.

2) Noem twee negatieve gevolgen van haar taalbeheersing.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spellingbewustzijn
Als het goed is, hebben jullie nu een spellinggeweten (begrijpen jullie hoe spellingregels zijn opgebouwd en waarom ze nuttig zijn)

Hoe zit het met jullie spellingbewustzijn
Hoe bewust ben jij van je eigen "spellingkunde"?
Bij (oefen)toetsen ontdek je jouw spellingtalenten. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies