Biologie

Biologie 13.1 etenBiologie 13.1 eten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Biologie 13.1 etenBiologie 13.1 eten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Wat is het verschil tussen herbivoor, carnivoor en omnivoor
  • Welke aanpassingen hebben herbivoren, omnivoren en carnivoren aan hun gebit en darmen
  • Wat betekenen de letters B T P U en E in de energiebalans
  • Welke stoffen worden er gebruikt en verbruikt tijdens fotosynthese 
  • Welke aanpassingen hebben prooidieren om uit handen van roofdieren te blijven



Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over de verschillende manieren waarop dieren eten?

Slide 3 - Open vraag

3 categorieën waarop organismen voedsel kauwen:

  • Vleeseters
- Dierlijk voedsel
- Hoektanden & knipkiezen
- Carnivoor

3 categorieën waarop organismen voedsel kauwen:

  • Vleeseters
      - Dierlijk voedsel
      - Hoektanden & knipkiezen
      - Carnivoor

Slide 4 - Tekstslide

3 categorieën waarop organismen voedsel kauwen:

  • Planteneters
Plantaardig voedsel
Plooikiezen
Herbivoor

3 categorieën waarop organismen voedsel kauwen:

  • Planteneters
      - Plantaardig voedsel
      - Plooikiezen
      - Herbivoor
  

Slide 5 - Tekstslide

3 categorieën waarop organismen voedsel kauwen:

  • Alleseters
      - Plantaardig & dierlijk voedsel
      - Knobbelkiezen
      - Snij - en hoektanden
      - Omnivoor

Slide 6 - Tekstslide

Aanpassingen gebit

Slide 7 - Tekstslide

Aanpassingen darmen 
  • Carnivoren
        Korte darmen
        Lange hoektanden
        & knipkiezen
  • Herbivoren
     Lang darmkanaal 
     Verschillende magen
     Maalkiezen
  • omnivoren
lange darmen
4 soorten darmen
gespierde darmen

Slide 8 - Tekstslide

Aanpassingen darmen

Slide 9 - Tekstslide

waarvoor dienen de extra magen die herbivoren soms hebben?
A
om meer te kunnen eten
B
om eten beter te kunnen verteren
C
daar is geen reden voor

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor planteneter?
A
Herbivoor
B
Omnivoor
C
Carnivoor
D
Plativoor

Slide 11 - Quizvraag

Energiebalans:
In een energiebalans kun je zien hoeveel energie een dier binnenkrijgt en waaraan het dier de energie besteedt. 

Planteneters verliezen meer energie via hun poep dan vleeseters, doordat er meer onverteerbare stoffen in hun voedsel zitten. Een planteneter moet daarom veel eten. Zoogdieren en vogels hebben een constante lichaamstemperatuur. Warm blijven kost hen veel energie. Vooral als het koud is.


Slide 12 - Tekstslide

Fotosynthese:
koolstofdioxide omzetten in koolhydraten zoals glucose

koolstofdioxide + water > glucose + zuurstof

gebruiken koolstofdioxide en water
zuurstof verbruiken ze voor verbranding 

uit glucose en mineralen maakt een plant:
zetmeel (reservevoedsel)
vetten (reservevoedsel)
eiwitten (bouwstoffen)
vitaminen (beschermende stoffen) 



Slide 13 - Tekstslide

welke stoffen worden er gebruikt tijdens fotosynthese?

A
Koolstofdioxide en water
B
zuurstof
C
Koolstofmonoxide en water
D
glucose

Slide 14 - Quizvraag

welke stoffen worden er verbruikt tijdens fotosynthese
A
koolstofdioxide
B
water
C
poep
D
een beetje zuurstof

Slide 15 - Quizvraag

Welke aanpassingen hebben prooidieren om uit handen van roofdieren te blijven

  • Goed waarnemen & wegvluchten (predatoren)
  • Camouflage
  • Misleiding en afschrikken (mimicy)

Slide 16 - Tekstslide

- geen mond
- water
- algen
- endocytose
- exocytose
Hoe eten eencellige organismen?

Slide 17 - Tekstslide

Endocytose
Exocytose

Slide 18 - Sleepvraag

Wat hebben jullie geleerd vandaag?

Slide 19 - Woordweb