2.4 Aanbodlijn en start 2.5 week 4

Welkom 4V!
Economie

Programma deze week (toets bespreken; donderdag?)
Programma dit blok
Hoofdstuk 2.4 de Aanbodlijn
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom 4V!
Economie

Programma deze week (toets bespreken; donderdag?)
Programma dit blok
Hoofdstuk 2.4 de Aanbodlijn

Slide 1 - Tekstslide

2.4 De aanbodlijn
- Je kunt uitleggen hoe de individuele aanbodlijn en de collectieve aanbodlijn tot stand komen.
- Je kunt aangeven welke factoren het aanbod van producenten beïnvloeden en hoe die factoren de aanbodfunctie en de aanbodlijn beïnvloeden.
- Je kunt uitleggen wat prijselasticiteit van het aanbod inhoudt en je kunt deze berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Tot nu toe hebben we het gehad over de vraag van de markt. 

Wat komt daar dit blok bij?
--> Het aanbod

Waarom begint die pas bij 
een prijs van 5 euro?

Deze geeft het verband weer tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid van een individuele aanbieder.

Slide 3 - Tekstslide

MK = individuele aanbodlijn. 
Bij iedere prijs geeft de MK lijn het aantal producten weer dat de producent zal aanbieden.

Slide 4 - Tekstslide

Aanbodlijn 
De collectieve aanbodlijn of collectieve aanbodcurve geeft het verband aan tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid van een product van de gezamenlijke aanbieders.

Het collectieve aanbod is gelijk aan de optelsom van wat alle individuele producenten aanbieden.

Slide 5 - Tekstslide

Formule: Aanbodlijn
Qa = ap - b
Qa = aangeboden hoeveelheid van een product
p = prijs van een product
a en b zijn getallen die per situatie kunnen verschillen.
Bovendien geldt dat a (de richtingscoëfficiënt) groter is dan 0, dat wil zeggen: positief. Dit betekent dat de aanbodlijn meestal stijgend is.

Gegeven is de volgende collectieve aanbodfunctie:
Qa = 20p − 10
Teken een assenstelsel!

Slide 6 - Tekstslide

Aanbodveranderingen
Niet alleen door veranderingen van de prijs!
Waardoor verandert het aanbod nog meer?

Slide 7 - Tekstslide

Waardoor verandert de hoeveelheid die een aanbieder produceert/aanbiedt?

Slide 8 - Woordweb

Aanbodfactoren:
1. het aantal aanbieders. Wanneer er aanbieders bijkomen, zal het aanbod bij elke prijs groter worden.

2. de kosten van arbeid. Wanneer arbeidskrachten in een sector goedkoop zijn, zullen de kosten per product dalen waardoor meer aangeboden wordt.
3. de kosten van grondstoffen. Wanneer grondstoffen goedkoper worden, kunnen tegen dezelfde prijs meer eindproducten worden gemaakt.
4. de rentestand. Wanneer de rente daalt, kunnen bedrijven goedkoper kapitaal aantrekken en daarmee meer producten tegen dezelfde prijs aanbieden.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maken opdracht 45 en herhalingsopdracht 1.

Heb je deze af? Laat ze afchecken.  

Slide 11 - Tekstslide

Woensdag 26 januari
Welkom!
Tassen van tafel, telefoons in telefoontas en spullen op tafel. 
Afmaken paragraaf 2.4
Huiswerktijd. 
Morgen; waarschijnlijk toets bespreken. 

Slide 12 - Tekstslide

Prijselasticiteit...
Vraag en aanbod reageren op prijsverschillen. Met de prijselasticiteit van de vraag bereken je de relatieve gevolgen voor de vraag van een prijsverandering. 
Dit kun je ook doen voor de aangeboden hoeveelheid. Met de prijselasticiteit van het aanbod meten we de relatieve verandering van het aanbod als gevolg van een prijsverandering. 
--> Je kunt je voorstellen dat bij een hogere prijs meer producenten bereid zijn dit product te gaan aanbieden.
Hoe zou de formule eruit zien?

Slide 13 - Tekstslide

Prijselasticiteit van het aanbod

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Stel dat in 1 jaar de prijzen van bakstenen 10% zijn gedaald, waardoor een grote producent moest stoppen met produceren. Hierdoor nam het aanbod af met 200 000 stuks tot een totaal van 2.4 miljoen stuks.

a. Bereken de prijselasticiteit van het aanbod.
b. Wat betekent dit getal?

Slide 16 - Tekstslide

Marktevenwicht (2.5)
Bij een prijs van 30 kun je de evenwichtshoeveelheid vinden door de prijs in te vullen in de aanbod- of vraagvergelijking:
Qa = 4 × 30 − 20 = 100
Qv = −1,5 × 30 p + 145 = 100
Q is gegeven in 100.000.000 kg.
De omzet in het evenwicht bereken je door de hoeveelheid te vermenigvuldigen met de prijs: 1.000.000.000 x 0,30 = € 30.000.000

Slide 17 - Tekstslide

Vraag en aanbodlijn, evenwichtsprijs- en hoeveelheid. Omzet berekenen. 

Slide 18 - Tekstslide

Nu maken vraag 51. 
Deze bespreken we met 8 minuten.
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Maken van opdrachten 44, 45, 46, 47, 49 en herhalingsopdrachten 1, 2, 3
 

Als het goed is zijn 45 en herhalingsopdracht 1 al af. 
--> Heb je vragen? Overleg fluisterend met je buurman/buurvrouw.
Kom je er even niet uit? Lees 2.4 door. 
Succes!

Slide 20 - Tekstslide