Paragraaf 7.5 - Eten en ademen bij dieren

7.5 Eten en ademen bij dieren
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en de vorm van het gebit van dieren
  • Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en het verteringsstelsel van dieren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

7.5 Eten en ademen bij dieren
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en de vorm van het gebit van dieren
  • Je kunt het verband aangeven tussen het soort voedsel en het verteringsstelsel van dieren

Slide 1 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Hoe kun je zien wat dieren eten?

Soorten eters:
  • Planteneters (herbivoren)
  • Vleeseters (carnivoren)
  • Alleseters (omnivoren)


Slide 2 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Planteneters

  • Alleen plantaardig voedsel
  • Planten zijn moeilijk fijn te krijgen
  • Snijtanden en plooikiezen
  • Geen hoektanden

Herkauwers (koeien, geiten, schapen, kamelen) duwen halfverteerd
voedsel terug vanuit de maag naar de mond -> nog een keer kauwen!

Slide 3 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Vleeseters

  • Alleen dierlijk voedsel
  • Grote hoektanden om de prooi te vangen
    en vast te houden
  • Snijtanden en knipkiezen (als een schaar)

Slide 4 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Alleseters

  • Zowel plantaardig- als dierlijk voedsel
  • Snijtanden en hoektanden
  • Knobbelkiezen (beetje knippen en malen)

Slide 5 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Lengte verteringsstelsel
- Aan de lengte darmkanaal vaak te zien wat voor eter het dier is

  • Planteneters (herbivoor)
    - lang darmkanaal
    - planten moeilijk verteerbaar
  • Vleeseters (carnivoor)
    - kort darmkanaal
    - vlees makkelijk verteerbaar
  • Alleseters (omnivoor)
    - middellang darmkanaal                Blz. 60 / Bron 1


Slide 6 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
  • Wat? Maken 7.5 – Opdracht 1 t/m 10
  • Hoe? Blz. 59 t/m 63
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 10 is af, niet af de rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 7 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe reptielen, vogels en zoogdieren ademhalen
  • Je kunt uitleggen hoe vissen ademhalen
  • Je kunt uitleggen hoe insecten ademhalen
  • Je kunt uitleggen hoe amfibieën ademhalen

Slide 8 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Hoe ademen zoogdieren, vogels
en reptielen?

  • Vogels
    - Longen net als de mens
    - Vogels hebben luchtzakjes
    (aan de longen vast) met reservelucht
  • Reptielen
    - Longen net als de mens
    - Verschilt per reptiel of het één long is (slang)
    of twee longen


Slide 9 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Hoe haalt een vis zuurstof uit het water?


  • Vissen hebben kieuwen > liggen in de kieuwholte > is afgedekt met het kieuwdeksel
    - Vis opent bek en neemt hap water met zuurstof > kieuwdeksel is dicht
    - Vis sluit bek > kieuwdeksel gaat open > water stroomt naar buiten langs de kieuwen


Slide 10 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Gaswisseling bij vissen
  • Kieuwen bevatten kieuwplaatjes
    - hierop zitten veel kieuwlamellen
    - kieuwlamellen bevatten veel bloedvaatjes
    - hier vindt de gaswisseling tussen zuurstof
    en koolstofdioxide
    plaats


  • Zuurstof gaat vanuit water naar het bloed, daarna naar rest van de organen
  • Koolstofdioxide gaat vanuit bloed naar water dat langs de kieuwen stroomt

Slide 11 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Hoe komen insecten aan zuurstof?

  • Insecten hebben geen longen
    - Sterk vertakte buizen > tracheeën
  • Tracheeën lopen door heel het lichaam, ook door de poten en kop
    - Tracheeën eindigen in kleine gaatjes aan de buitenkant van het lichaam > stigma’s > hier gaat lucht in en uit

  • Ademhalen bij insecten:
    - Achterlijf groter maken > lucht met zuurstof wordt in tracheeën gezogen
    - Achterlijf kleiner maken > lucht met koolstofdioxide wordt naar buiten geperst


Slide 12 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
Hoe ademen kikkers tijdens hun leven?

  • Amfibieën (kikkers en salamanders) > Ademen op twee manieren!
    - Huid & kieuwen (jonge amfibieën)         
    huid & longen (volwassen amfibieën)

    - Hebben een hele dunne huid, zuurstof gaat door de huid
      > direct in het bloed
    - Jonge amfibieën leven in het water, hebben kieuwen
      > buiten het lichaam
    - Volwassen amfibieën hebben ook longen (net als de mens)

Slide 13 - Tekstslide

7.5 Eten en ademen bij dieren
  • Wat? Maken 7.5 – Opdracht 11 t/m 25
  • Hoe? Blz. 63 t/m 70
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 11 t/m 25 is af, niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 14 - Tekstslide