[V4] VOC & internationale handel

De rede van Amsterdam
Het VOC-schip ligt op de rede (voor de haven) van Amsterdam. De grote schepen konden niet in Amsterdam komen zonder hulp van scheepskamelen. Deze houtconstructies tilden het schip over de zandbank bij Pampus.
VOC retourschip
VOC-schepen waren grote zeilschepen. Ze moesten niet alleen naar Indië varen, maar ook weer terug. Je ziet nu het belangrijkste deel van het schip: de spiegel. Hierop stond de naam en de VOC-kamer (eigenaar van het schip).
VOC-logo
De VOC bestond uit zeven afdelingen, kamers genoemd. Er zaten kamers in Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Delft, Rotterdam en Zeeland. Boven de V stond vaak de letter van één van de kamers.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De rede van Amsterdam
Het VOC-schip ligt op de rede (voor de haven) van Amsterdam. De grote schepen konden niet in Amsterdam komen zonder hulp van scheepskamelen. Deze houtconstructies tilden het schip over de zandbank bij Pampus.
VOC retourschip
VOC-schepen waren grote zeilschepen. Ze moesten niet alleen naar Indië varen, maar ook weer terug. Je ziet nu het belangrijkste deel van het schip: de spiegel. Hierop stond de naam en de VOC-kamer (eigenaar van het schip).
VOC-logo
De VOC bestond uit zeven afdelingen, kamers genoemd. Er zaten kamers in Amsterdam, Hoorn, Enkhuizen, Delft, Rotterdam en Zeeland. Boven de V stond vaak de letter van één van de kamers.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kan aan het einde van de les:
- uitleggen wat de moedernegotie was en waarom die belangrijk was voor de welvaart van de Republiek.
- uitleggen a.d.h.v. vier kenmerken waarom de VOC een bijzonder bedrijf was;
- aangeven waarmee en op welke manier de VOC winst maakte;
- uitleggen wie J.P. Coen is;
- een oordeel formuleren over het nalatenschap van de VOC.

Slide 2 - Tekstslide

Even opfrissen:
Hoe heette Nederland vanaf 1588?
A
Republiek der Zeventien Verenigde Nederland
B
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
C
Koninkrijk der Zeven Verenigde Nederlanden
D
Koninkrijk Holland

Slide 3 - Quizvraag

Wie leidde de Republiek in de zeventiende eeuw?
Kies het beste antwoord.
A
De raadpensionaris van Holland
B
De stadhouder van de Unie
C
De raadpensionaris én stadhouder
D
Soms bestuurde de raadpensionaris de Republiek alleen

Slide 4 - Quizvraag

Wie was geen raadpensionaris van Holland?
A
Prins Maurits
B
Johan van Oldenbarnevelt
C
Johan de Witt
D
Gaspar Fagel

Slide 5 - Quizvraag

Isaac Massa


Samen lezen:
Casus H6.3 (blz. 168)

Slide 6 - Tekstslide

De Moedernegotie
= moeder van alle handel

De belangrijkste bron van voedsel en welvaart in de Nederlanden.

Slide 7 - Tekstslide

Wat was het belangrijkste product uit het Oostzeegebied?
A
Wijn
B
Graan
C
Haring
D
Beverhuiden

Slide 8 - Quizvraag

Met de moedernegotie bedoelen we:
A
De handel met Indië
B
De handel met het Oostzeegebied
C
De handel met het Middellandse Zeegebied
D
De handel met de Sont

Slide 9 - Quizvraag

Lees: 'Oorzaken van economische bloei' in MEMO op blz. 169

Noteer in je schrift:
1) de drie factoren die van invloed waren op de economische bloei.

2) welke specialisatie in de landbouw plaatsvindt.

Slide 10 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit hoe het Nederlandse veenlandschap voor arbeidsspecialisatie zorgde.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

De VOC

Slide 13 - Woordweb

Leg uit wat een monopolie is.

Slide 14 - Open vraag

Handelskapitalisme
Door inkomsten van de handel investeren de kooplieden hun kapitaal weer in de eigen onderneming om zo meer winst te kunnen maken.

Denk aan investeringen in de scheepsbouw, pakhuizen of in collectieve handelsondernemingen!

Slide 15 - Tekstslide

Verenigde Oost-Indische Compagnie
Opgericht in 1602
Als een samenwerking tussen verschillende compagnieën.

Hoofddoelen:
- Specerijen uit Oost-Indië halen.
- Monopolie op handel in Oost-Indische producten.

Slide 16 - Tekstslide

Verenigde Oost-Indische Compagnie
Vier voorrechten van de VOC
1) handelsmonopolie
2) Recht om forten te bouwen
3) Recht om verdragen te sluiten
4) Zelfstandig oorlog voeren

Slide 17 - Tekstslide

Hoe zorgde de VOC er voor dat hun handelsmonopolie bleef bestaan?

Kies het beste antwoord.
A
De VOC sloot verdragen met Indische vorsten
B
De VOC betaalde meer dan handelaren uit andere Europese landen
C
De VOC bouwde forten om de handel in Indië te controleren
D
De VOC gebruikte geweld als Indische vorsten handelden met andere handelaren

Slide 18 - Quizvraag

Jan Pietersz. Coen







Let tijdens het kijken op:
- welke specerijen er  van de Banda-eilanden kwamen,
- met welke opdracht Coen naar deze eilanden gestuurd was,
- hoe Coen met de Bandanezen omging.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Geef in het kort aan wat J.P. Coen op de Banda-eilanden gedaan heeft.

Noem ook waarom hij dat deed.

Slide 21 - Open vraag

Nu maken:
Opdracht over J.P. Coen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video

Doelen
Je kan aan het einde van de les:
- uitleggen wat de moedernegotie was en waarom die belangrijk was voor de Republiek;
- uitleggen a.d.h.v. vier kenmerken waarom de VOC een bijzonder bedrijf was;
- uitleggen wie J.P. Coen is;
- een oordeel formuleren over het nalatenschap van de VOC.

Slide 25 - Tekstslide

De belangrijkste handel voor de Nederlandse Republiek was
A
De handel in Oost-Indië (VOC)
B
De handel over de Atlantische Oceaan (WIC)
C
De handel met het Oostzeegebied (Moedernegotie)
D
De handel met Engeland en Frankrijk

Slide 26 - Quizvraag

De VOC was het eerste bedrijf ter wereld waar je aandelen voor kon kopen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Het standbeeld van JP Coen moet
A
Weg
B
Blijven staan
C
Naar een museum
D
Anders......

Slide 28 - Quizvraag