Leeslink 2.1.1

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 6

Waar zal de tekst over gaan?

Sponsorloop

We gaan de tekst lezen

Kijk naar de vraagtekens die je bij de tekst hebt gezet. 

Welke vraag had je erbij?

Heb je het antwoord gevonden in de tekst of kan je zelf een antwoord bedenken?

Hoeveel alinea's heeft het kopje:
Hoe werkt het?

1. 1
2. 3
3. 2

Hoe werkt het.

Hoe werkt het?
Bedenk voor de 1e alinea een eigen kopje.
Begin met: Hoe ....?

Hoe werkt het?
Bedenk voor de 2e alinea een eigen kopje.
Begin met: Hoe ....?

Hoe werkt het?
Bedenk voor de 3e alinea een eigen kopje.
Begin met: Hoe ....?

Hoe werkt het?
Je doet niet alles tijdens de sponsorloop. Sommige dingen doe je op andere momenten. Wanneer doe je die dingen?

1. vóór de sponsorloop
2. na de sponsorloop
3. vóór en na de sponsorloop
4. de volgende schooldag

Stel jij doet mee...
Je vader betaalt €1,- per stempel.
Jij haalt 8 stempels.
Hoeveel moet hij betalen?
Vul ook het formulier in.

Stel jij doet mee...
Je oma betaalt €2,- per stempel, maar met een
maximum van €15,-
Jij haalt 8 stempels. Hoeveel moet zij betalen?
Vul ook het formulier in.

1. €14,-
2. €15,-
3. €16,-
4. €17,-

De buurvrouw betaalt een vast bedrag van €7,50. Jij haalt 8 stempels. Vul het formulier in.