Reading Tips & Tricks

What to do when doing a Reading Test.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

What to do when doing a Reading Test.

Slide 1 - Tekstslide

What kind of questions / texts can you expect?
- Gap fill exercise
- Advertisements
- Reading for understanding 
- Find the info
- Find the definition



Slide 2 - Tekstslide

Gap-fill exercises
- Always read 1/2 sentences before the gap and 1/2 sentences after the gap

- What kind of text is it? Happy? Confirmative? Informational?

- What are your options? Do you know what they mean?

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 4 - Tekstslide

Which 'phrase' fits in gap 7?
A
others will follow
B
protests will increase
C
the costs will drop
D
they will be taxed

Slide 5 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 6 - Tekstslide

Which word fits in gap 16?
A
Furthermore
B
Instead
C
Likewise

Slide 7 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 8 - Tekstslide

Which word fits gap 18?
A
lonely
B
passionate
C
unskilled
D
vague

Slide 9 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 10 - Tekstslide

Which word fits in gap 25?
A
dependence
B
fascination
C
indifference
D
irritation

Slide 11 - Quizvraag

Advertisements
Reclame, informatiepagina, samenvatting, vaak kortere teksten.

Vaak bij behorende vragen:
Wat moet je doen als je geïnteresseerd bent?
Wie/Wat is de doelgroep van deze advertentie?

TIP: Lees eerst de vraag! / Streep antwoorden weg!


Slide 12 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat kun je doen met de speciale BATH C Thermo Map?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Begrijpend lezen
Vragen zoals:
- Wat bedoeld de schrijver met deze zin/paragraaf?
- Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst? 
            (Opties: Informeren, Amuseren, Waarschuwen, Overhalen)

Gaat vaak over langere stukken tekst. Lezen en begrijpen van de tekst is dus erg van belang! 

Slide 16 - Tekstslide

Zoekend Lezen
Vragen zoals:
- What does Jamie think of Gordon's language according to paragraph 5?
- What is Tim's answer to Paul question: '........'
TIP: 
- Ga gericht opzoek naar kernwoorden uit de vraag of de opties.

Slide 17 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Why is Palro suitable for working with people with dementia?
A
He behaves as if he believes them
B
He can be hired for a reasonable price
C
He has a calming effect on them
D
He is very creative and intellegent.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 21 - Tekstslide

Which of the following is mentioned as part of 'plans to rebalance the intellegence workforce'?
A
hiring better educated people
B
making it easier to combine work and parental responsibilities
C
offering job opportunities to the relatives of present employees
D
rewarding practical experience

Slide 22 - Quizvraag

Definiëren 
Bij definieervragen wordt je geacht te snappen wat een bepaald woord of gezegde betekend aan de hand van de tekst. 
- Deze woorden/gezegdes kun je vaak niet of lastig in een woordenboek vinden. 
- Soms kun je deze vragen beantwoorden zonder naar de tekst te kijken!
A wide range of vocabulary is very helpful for this. 


Slide 23 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

Uit welk citaat blijkt dat er discussie is over het rapen van krokodilleneieren?
A
The risky job
B
The derring-do
C
A hot topic
D
A quota

Slide 25 - Quizvraag

timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Wat maakt de toevoeging 'well' in deze zin duidelijk?
A
met tegenzin gegeven bevestiging
B
moeilijk uit te leggen argument
C
voor de hand liggend punt

Slide 27 - Quizvraag

Wanneer gebruik je een woordenboek in een leestoets?
A
Als je een tekst aan het lezen bent, en je kent een woord niet.
B
Als je een woord in de antwoordopties niet kent.
C
Als je een woord in een vraag niet kent.
D
Als je een woord in een titel niet kent.

Slide 28 - Quizvraag