HH H11
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
teelbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
zwellichaam
zaadleider
Sperma
1
2
3
4
5
6
7
Slide 2 - Sleepvraag
In figuur 4 zie je een schematische tekening van het voortplantingsstelsel van de vrouw. Welke geslachtsorganen worden er bedoeld met de onderstaande beschrijvingen? Sleep beschrijving naar de juiste nummers.
Vagina
Blaas
Eileider
Baarmoeder
Eierstok
Slide 3 - Sleepvraag
In welke periode heeft menstruatie plaatsgevonden?
A
P
B
Q
C
R
D
Er heeft geen menstruatie plaatsgevonden.
Slide 4 - Quizvraag
Zet de namen van de processen van de menstruatiecyclus op de juiste plek
Menstruatie
Follikelrijping
Ovulatie
baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie
Slide 5 - Sleepvraag
Tot welk moment in de zwangerschap is een abortus in Nederland toegestaan?
A
Tot 7 weken
B
Tot 13 weken
C
Tot 24 weken
D
Tot aan de bevalling
Slide 6 - Quizvraag
Tijdens een zwangerschap vindt er innesteling plaats. Wat gebeurt er bij de innesteling?
A
Een bevruchtte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen
B
Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies
C
Een bolletje van delende cellen verplaatst zich naar de baarmoeder
D
De eicel wordt bevrucht door een zaadcel
Slide 7 - Quizvraag
Innesteling gebeurt in nr. ?
A
5
B
2
C
3
D
1
Slide 8 - Quizvraag
Betrouwbaar of onbetrouwbaar?
Onbetrouwbaar, door zaadcellen in het voorvocht
Betrouwbaar, doordat sperma niet in de vagina kan komen
Betrouwbaar, door hormonen die zwangerschap voorkomen
Onbetrouwbaar, door onregelmatige menstruatiecyclus
Het condoom
Coïtus interruptus
Periodieke onthouding
De anticonceptiepil
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is de volgorde van een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Slide 10 - Sleepvraag
wat is de meest genoemde reden voor een abortus?
A
geen geld genoeg
B
te jong
C
gezin is al compleet
D
geen vaste relatie
Slide 11 - Quizvraag
Tijdens de menstruatie ..
A
Komt een eicel vrij uit de eierstok
B
Gaat een eicel dood in de eileider
C
Wordt de eicel bevrucht door zaadcellen
D
Stoot de baarmoeder het gemaakte slijmvlies af
Slide 12 - Quizvraag
Menstruatie is hetzelfde als...
A
Masturbatie
B
Ovulatie
C
Ongesteldheid
D
Eisprong
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom
met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.
Slide 14 - Quizvraag
Is het fenotype van de larve hetzelfde als het fenotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
