KKB2A Her!! Thema 1 Vrije tijd H 3 tt en vt + nieuw: vd

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik (tt en vt)
  • Spelling: voltooid deelwoord
  • Aan de slag met de opdrachten 8 t/m 11 en 14 t/m 16
  • Afsluiting
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik (tt en vt)
  • Spelling: voltooid deelwoord
  • Aan de slag met de opdrachten 8 t/m 11 en 14 t/m 16
  • Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
  • Hebben we alle onderdelen herhaald en geoefend:
- Tegenwoordige tijd
- Verleden tijd
- Weet je wat een voltooid deelwoord is en kan je een voltooid deelwoord juist schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet goed gespeld?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Goed of fout?
Het is de tegenwoordige tijd.
Fout is natuurlijk: steund. Dit moet zijn: steunt.
(Het hele werkwoord: steunen. De stam: steun)
Bron: Taalfouten spotten.

Tegenwoordige tijd
Alles wat NU gebeurt...

Afkorting: TT

  1. Ik vorm 
  2. Ik- vorm + T
  3. Hele werkwoord


Leren
TT
VT
Ik 
vind
Jij/ je/ u
vind + T
Hij/ zij
vind + T
Wij
vinden
Jullie
vinden
Zij
vinden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

Jij wandelt naar de winkel.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

Wandel jij naar de winkel?
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

Fietst jij naar huis?
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verleden tijd
Alles wat IS gebeurd...

Afkorting: VT
  1. Sterk of zwak?
  2. Zwak - ik vorm
  3. TaXiKoFSCHiP
  4. Ik-vorm + te(n)/ de(n)


Leren
TT
VT
Ik 
Leer
Leerde
Jij/ je/ u
Leer + T
Leerde
Hij/ zij
Leer + T
Leerde
Wij
Leren
Leerden
Jullie
Leren
Leerden
Zij
Leren
Leerden

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

De stam van verhuizen is verhuiz
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?

De ik-vorm van verhuizen is verhuisde
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Gisteren (verbranden) de sous-chef zijn hand aan de hete pan.


A
verbrandte
B
verbrande
C
verbrandde

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VOLTOOID DEELWOORD

Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.


Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.

Een voltooid deelwoord eindigt op:

-d

-t

-en




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Droge worst wordt in veel verschillende landen op traditionele wijze gemaakt.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:
Haring wordt het hele jaar door gevangen.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Startpagina -> Starttaal 2F Studiereader
Ga naar: Thema 1 Vrije tijd
Hoofdstuk 3 Taalverzorging
Maak opdracht: 8 t/m 11 en 14 t/m 16

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GELEERD

SPELLING 

HET VOLTOOID DEELWOORD



- je herkent het voltooid deelwoord in een zin

- je kunt  het voltooid deelwoord goed spellen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies