Break-even punt

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Start klaar?

Kauwgom in de prullenbak
Telefoon in je locker of in de 'kluis'
Boek, etui en schrift op tafel

Leerdoelen

• Wat is winst en verlies?
• Hoe bereken je de brutowinst?
• Hoe bereken je de nettowinst?
• Wat is het break-even punt en hoe bereken je dit?

Winst of Verlies

Totale opbrengsten (omzet) - totale kosten = bedrijfsresultaat

positief resultaat = winst

negatief resultaat = verlies

Bruto- en nettowinst 

Omzet - inkoopwaarde = Brutowinst

Brutowinst - bedrijfskosten = Bedrijfsresultaat (Nettowinst)

Break-even punt / Break-even afzet

• Het punt waarop een onderneming geen winst maar ook geen verlies maakt.
  
  
• De totale kosten van de onderneming zijn gelijk aan de totale opbrengsten (omzet).

Formule break-even punt

C / (p - v)

C = vaste kosten

p = verkoopprijs

v = variabele kosten (per stuk)

Formule break-even punt

C / (p - v)

C = vaste kosten

p = verkoopprijs

v = variabele kosten (p.st.)

Voorbeeld:
Een bakker betaalt huur van 

€ 400,- Een brood wordt verkocht voor € 2,- per stuk. De variabele kosten per brood zijn € 0,40

Bereken het break even punt 

Formule break- even punt

C / (p - v)

C = vaste kosten

p = verkoopprijs

v = variabele kosten

Voorbeeld:

400  :  (2 - 0,40) = 

400  :  1,60 = 250

250 broden moet de bakker verkopen voor geen winst/verlies

Aan de slag

Maak opdracht 6.4 in AmeRijck (administratie)

Zelfstandig stil

Vragen? Hand opsteken ajb

Klaar?

Hoe bereken je de bruto winst van een bedrijf?

1. Afzet + bedrijfskosten
2. Omzet + bedrijfskosten
3. Afzet - inkoopwaarde
4. Omzet - inkoopwaarde

Hoe bereken je de omzet?

1. Afzet - verkoopprijs
2. Winst x omzet
3. Afzet x verkoopprijs
4. Omzet - winst

Hoe bereken je de netto winst van een bedrijf?

1. Omzet - bedrijfskosten
2. Bruto winst - bedrijfskosten
3. Omzet - bruto winst
4. Omzet - bruto winst -bedrijfskosten

Omzet = €110,-
Inkoopwaarde = €30,-
Bruto winst = ....

1. €140,- (winst)
2. €80,- (verlies)
3. €80,- (winst)
4. €30,- x €110,- = €3.300,-

Als de nettowinst negatief is, ...

1. Dan maak je verlies
2. Dan maak je veel winst
3. Dat bestaat niet
4. Dan maak je winst

Hoe bereken je de inkoopwaarde?

1. afzet x verkoopprijs
2. afzet x inkoopprijs
3. afzet x consumentenprijs
4. omzet : afzet

Firma Mbappé b.v. verkoopt 500 elektrische fietsen per jaar.
De verkoopprijs is €1.000,-

1. De omzet is 500.000
2. De afzet is 500 fietsen
3. De omzet is €50.000,-
4. De afzet is 1.000,-

Hoe noem je het aantal verkochte producten?

1. Omzet
2. Afzet
3. Brutowinst
4. Nettowinst

Stel de afzet is 50 stuks. De verkooprijs is €10,- per stuk. De inkoopwaarde van de omzet is €200,-

Wat is de brutowinst?

1. €300,-
2. €2.050,-
3. €290,-
4. €500,-

Een bedrijf verkoopt 2500 spijkerbroeken van €30 per stuk.
Wat is de afzet?

1. 2500 broeken
2. €30,-
3. 2500 x €30 = €75.000,-
4. 2500 : €30 = €833,-

Een handelaar in rekenmachines verkoopt elke rekenmachine voor € 30,-. De afzet is 1.400 stuks. De inkoopwaarde is € 32.000. De bedrijfskosten zijn € 28.000.

Bereken de nettowinst.

1. € 42.000,- (winst)
2. € 10.000,- (winst)
3. € 4.000,- (verlies)
4. € 18.000,- (verlies)

Een handelaar verkoopt koksmutsen. De verkoopprijs per koksmuts is € 13,- exclusief btw. De inkoopprijs per stuk is € 5,50. De bedrijfskosten zijn € 38.000,-. De afzet is 4.900 stuks.

Bereken de nettowinst.

1. € 63.700,-
2. € 36.750,-
3. € 1.250,-
4. € 1.250,- (verlies)

Een handelaar verkoopt voetballen. De verkoopprijs per voetbal is € 37,90 exclusief btw. De inkoopprijs per stuk is € 19,70. De bedrijfskosten zijn € 60.000,-. De afzet is 3.000 stuks.
Bereken de nettowinst.

1. € 113.700,- (winst)
2. € 59.100,- (winst)
3. € 5.400,- (verlies)
4. € 10.800,- (verlies)

Verkoopprijs € 75,- inkoopwaarde is 20% van de omzet. Afzet is 2.000

1. De omzet is € 120.000,-
2. De brutowinst is € 15,- per stuk
3. De inkoopwaarde is € 15,- per stuk
4. De brutowinst is € 30.000,-

Het punt waar een bedrijf geen winst en geen verlies maakt noem je ...

1. verkoopprijs
2. netto winst
3. bruto winst
4. break even

Met welke formule bereken je het break-even punt?
C = Constante kosten
p = verkoopprijs
v = variabele kosten per product

1. C / (p - v)
2. C / (p + v)
3. C x (p - v)
4. C x (p + v)

Een bakkerij heeft € 5000 constante kosten per maand. De verkoopprijs van een brood is € 2,50. De variabele kosten per product zijn € 0,50.

Hoeveel bedraagt de Break Even Afzet

1. 2.000
2. 5.000
3. 500
4. 2.500