H3 havo 3 dictée voc. B april 2022

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

      Chapitre 3

Planète 

francophone

Prends ton stylo!

Dictée vocabulaire A

Sur la table....

* TES LIVRES: Livre de textes et livre d'exercice A

* TON CAHIER

* TA TROUSSE

*TON ORDINATEUR

Planning d'aujourd'hui

* Dictée   voc. A          : op papier

* Prononciation voc. B: page 125

* B                              : page 36 opdracht 4 t/m 7a page 92

Livre de textes          : page 36

Livre d'exercices       : page 92

  

Questions!

1. Quel est le sujet?

2. Quels sont les buts?

Réponses!

1. Quel est le sujet de ce chapitre?  

* La francophonie: waar spreekt men Frans? Schoolvakken/beroepen.

* Wat je later wilt worden en waarom je dat leuk lijkt (toekomst).

2. Quels sont les buts?  

* Het gebruik van een nieuwe tijd: le futur simple (de toekomende tijd)

* Het vervoegen en het gebruik van het ww: connaître in 4 tijden

* Een vraag stellen (herhaling en uitbreiding)

Prends ton ordinateur!

Cherche LessonUp!

Ici on parle français!

La Belgique et L'Afrique

Résumé

Planète francophone

La Belgique et l'Afrique

Future top modèle

le futur simple (de toekomende tijd)

le verbe: connaîte

Au Canada: les Québecois

poser une question

Parler français

Hoe vraag je:

* In welke klas zit je?  * Wat is je lievelingsvak? 

* In welke vakken ben je goed?   * Welke vakken zul je later hebben?       

* Wat wil je later doen? Waarom wil je dit beroep doen?

Hoe zeg je:

* Ik zit in de 3e klas op het Nieuwe Eemland. 

* Dat is beeldende kunst omdat ik tekenen leuk vind. 

* Ik ben heel goed in geschiedenis maar ik haal goede cijfers over het algemeen.

Le système scolaire en France

Le système scolaire en France

Le système scolaire en France

Les matières

Tu es en quelle classe?

Je suis en troisième, 

au collège Het Nieuwe Eemland.

Quelle est ta matière préférée?

C'est les arts plastiques 

parce que j'aime dessiner.

Tu es fort(e) en quelle matières?

Je suis très fort(e) en histoire, mais j'ai de bonnes notes en général.

Tu auras quelles matières au lycée?

De toute façon, du fançais, de l'allemand et de l'histoire.

Qu'est-ce que tu veux faire plus tard?

Je veux devenir steward / hôtesse de l'air. C'est un métier passionnant.

Pourquoi tu veux faire ce métier?

Parce que 

j'aime aider les gens.

Prends tes livres!

Livre de textes:

page  36

Livre d'exercices A

page 125: voc. B

page 92

Hoe maken wij in het Nederlands een vraagzin?

Maakt de volgende zin op 3 manieren vragend: Tu vends la maison

Maak de volgende zin op 3 manieren vragend: Elle cherche le livre.

Welke vraagwoorden ken je?
Mag in het Frans of Nederlands

Vertaal de volgende zin in het Frans:
Waar zoek jij het boek?

Maak de volgende zin op 3 manieren vragend: Waar zoekt hij de tafel?

Au travail

Wat          : Maak opdracht D: 18 van blz. 61 wb  (zie blz. 24 tekstboek)

Hoe          : Geef antwoord op het berichtje. Beantwoord alle vragen.

Wie          :  In stilte

Tijd           :  8 minuten

Klaar        : Maak opdracht G: 26 van blz. 66 en 67 wb (zie blz. 27 tb)

Resultaat : Samen bespreken.

Les devoirs:

So hoofdstuk 2: A B C D

ZS: zelfstandig werken in stilte

Voordelen:

*Rustige sfeer om in te werken.

*Aanscherpen concentratie

*Betere Focus

*Zelf oplossingsgericht nadenken

Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.